handige woorden 3 Flashcards
1
Q
rustig aan, langzaam
A
pang’onopang’ono
2
Q
snel
A
msanga
3
Q
het spijt me erg voor je!
A
pepani (kwambiri)!
4
Q
geen probleem
A
palibe vuto
5
Q
alsjeblieft/dankjewel
A
zikomo
6
Q
ja
A
ee/inde
7
Q
nee
A
iyaye
8
Q
het is
A
ndi
9
Q
het is niet
A
si
10
Q
ik weet het niet (goed)
A
sindikudziwa (bwino)
11
Q
ik begrijp het niet (goed)
A
sindikumvetsa (bwino)
12
Q
zeg het nog een keertje langzaam
A
mubwereze pang’ono pang’ono
13
Q
wat betekent het?
A
chikutanthauza chiyani?
14
Q
van … tot
A
kuyambira …. mpaka
15
Q
eerst, om te beginnen
A
poyamba
16
Q
vervolgens
A
kenaka
17
Q
dus
A
ndiye
18
Q
zo, op die manier
A
choncho
19
Q
als, zoals
A
ngati
20
Q
als, zoals, bijvoorbeeld
A
monga
21
Q
maar
A
koma
22
Q
en
A
ndi/ndipo