H9. Persoonlijkheid Flashcards

1
Q

Welke 4 gemeenschappelijke aspecten kunnen we onderscheiden binnen de verschillende persoonlijkheidsdefinities?

A
  • dynamische functie
  • systeem van gedragingen
  • stabiel (tijd/situatie)
  • uniciteit (–> en dus identiteit) (uniek)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van persoonlijkheid?

A

persoonlijkheid is het geheel van stabiele eigenschappen die het gedrag initiëren en dat een persoon uniek maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke aanverwante begrippen van persoonlijkheid zijn er?

A
  • karakter
  • temperament
  • persoonlijkheidstrek
  • bekwaamheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is karakter?

A

= het geheel van affectieve, door de wil geordende reactiemogelijkheden van een mens
- richting van het gedrag: op welke manier zal iemand reageren op een bepaalde situatie of spontaan tot handelen komen?
- aangeleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is temperament?

A

= de kracht van ons gedrag, hoe sterk iemand reageert
- aangeboren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een persoonlijkheidstrek?

A

= een samenvattende beschrijving van samengaande, geobserveerde gedragingen
–> combinatie van trekken = persoonlijkheid
- dimensies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is bekwaamheid?

A

= het niveau van vaardigheden en prestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 personen waren de voorlopers van de klassieke persoonlijkheidstheorieën?

A
  • Empedocles
  • Hippocrates
  • Galenus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 4 oerelementen onderscheidt Empedocles?

A

lucht, aarde, water en vuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 2 krachten onderscheidt Empedocles?

A
  • Philia (liefde): toenaderingskracht
  • Neikos (strijd): vermijdingskracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 4 sappen stonden bij Hippocrates centraal?

A
  • bloed
  • slijm
  • gele gal
  • zwarte gal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 4 menselijke types onderscheidt Galenus?

A
  • sanguinicus
  • flegmaticus
  • cholericus
  • melancholicus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke kenmerken plaatst Galenus bij de 4 types persoonlijkheid?

A
  • sanguinicus: opgewekt
  • flegmaticus: kalm, onbewogen, traag
  • cholericus: opvliegend, heftig
  • melancholicus: somber, neerslachtig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de constitutieleer?

A

de lichamelijke gesteldheid van het organisme, er is een samenhang tussen lichaam en persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de fysiognomie en wat heeft deze betekent in de persoonlijkheidstheorieën?

A

= gelaatkunde
conclusies trekken in verband met de psychische eigenschappen obv het gelaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de grafologie en wat heeft deze betekent in de persoonlijkheidstheorieën?

A

= handschriftkunde
uit handschrift van personen karaktereigenschappen afleiden
(handschrift gestuurd door zenuwimpulsen => uniek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de frenologie en wat heeft deze betekent in de persoonlijkheidstheorieën?

A

= cranioscopie = studie van menselijke schedel
Gall en Spurzheim onderscheiden 4 pijlers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke 4 pijlers onderscheiden Gall en Spurzheim?

A
  • hersenen zijn het centrum van de geest
  • de hersenen (en dus ook de geest) zijn opdeelbaar
  • verschillende hersengebieden hebben verschillende mentale functies
  • de grootte van het hersengebied geeft een indicatie voor de mate waarin de mentale functie ontwikkeld is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de huidige visie op persoonlijkheid?

A

typologieën = mensen indelen in types en daardoor ook stigmatiseren
=> wat leidt tot de trektheorieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom verliezen we een stuk van de werkelijkheid door het opdelen van mensen in types?

A
  • is makkelijk, maar tegelijk onrechtvaardig en onwetenschappelijk
  • geen twee mensen zijn identiek, dus ook geen twee ‘melancholici’ zijn identiek
21
Q

Wat zijn de gevolgen van stigmatisering?

A
  • je ziet wat je verwacht te zien
  • self-fulfilling prophecies
  • ook uitlokken van gedrag
22
Q

Wat zijn trektheorieën?

A

= beschrijving van de persoonlijkheid adhv bipolaire dimensies: trekken (traits)

23
Q

Wat is het onderscheidt tussen een trek en een gewoonte?

A

een gewoonte wijst op een onveranderlijk en onbuigzaam type van reactie dat door herhaling aan één bepaalde stimulussituatie gebonden is

24
Q

Wat is het onderscheidt tussen een trek en een attitude?

A

een attitude heeft een bepaald referentie-object, het impliceert een waardeoordeel t.o.v. het referentieobject
de trek is steeds algemeen

25
Wat is het onderscheidt tussen een trek en een type?
een type heft de uniciteit op, trekken benadrukken de uniciteit
26
Wat is het nadeel van trektheorieën?
- omslachtig en tijdrovend, ofwel beperkt
27
Welk is de bekendste trektheorie?
The Big Five
28
Wie hebben die big five bedacht?
Norman en Tupes & Christal
29
Wat zijn The Big Five?
= 5 hoofdcategorieën in de menselijke persoonlijkheid 1. openheid 2. consciëntieusheid 3. extraversie 4. vriendelijkheid 5. emotionele stabiliteit => dimensies
30
Welke kritiek kwam er op The Big Five?
- Is vijf wel voldoende? - onderzoek met sociaal wenselijke antwoorden - Who's Big Five? (interpretatie van de 5 persoonlijkheidstrekken) - woordenboekmethode heeft veel nadelen, moeilijk te vertalen naar therapeutische doeleinden => ondanks kritiek toch het vaakst gebruikt en meest wetenschappelijk geacht
31
Wat is nurture? Wie is hier een belangrijke persoon bij?
- John Locke: 'Tabula Rasa' - belang van milieufactoren
32
Welke kritiek is er op nurture?
zware last op schouders opvoeders (alles zou hun 'schuld' zijn)
33
Wat is intergenerationele overdracht?
ouders schuiven schuld af op eerder generaties
34
Wat is nature? Wie is hier een belangrijke persoon bij?
- Darwin: natuurlijke selectie - persoonlijkheid geheel toe te schrijven aan erfelijke factoren ~ voorbeschiktheid ontneemt elke verantwoordelijkheid
35
Wat is de gedragsgenetica?
Y = H + E Y = interindividuele verschillen H = erfelijkheid E = omgeving
36
Wat is de uitgebreide formule in de gedragsgenetica?
Y = H + E + I(H*E) met I (H*E) = (statistische) interactie tussen milieu- en erfelijkheidsfactoren
37
Welke formule houdt ook rekening met de meetfouten?
Y = H + E + I(H*E) + Err met Err = foutenmarge
38
Wat is de convergentieleer?
er is interactie mogelijk tussen milieu en erfelijkheid
39
Welke 3 verschillende interacties zijn er mogelijk tussen erfelijkheid en milieu?
1. positieve samenhang 2. reactieve samenhang 3. actieve samenhang
40
Wat is positieve samenhang?
erfelijkheid en milieu ondersteunen elkaar in dezelfde richting
41
Wat is reactieve samenhang?
omgeving reageert anders op personen met een verschillende erfelijke aanleg
42
Wat is actieve samenhang?
persoon gaat in functie van erfelijke aanleg een passend mileu opzoeken of opbouwen
43
Welke 2 methoden zijn er om meer inzicht te krijgen in nature-nurture?
- stamboommethode - tweelingonderzoek
44
Wat is de stamboommethode?
oude methode om erfelijkheid van persoonlijkheids- en intelligentiefactoren te bepalen
45
Wat zijn vaststellingen bij tweelingonderzoek?
- ééneiig: 100% identiek genetisch materiaal - twee-eiig: 50% identiek genetisch materiaal
46
Welk zijn 2 bekende cassusen van tweelingstudies?
- de Jim-tweeling - Jack and Oskar
47
Wie was Phineas Gage?
- Ongeval 1848, Vermont - Ijzeren staaf doorboort wang, linkeroog en aanzienlijk deel van de frontale kwab - Geen problemen (geheugen, taal, stappen), maar wel verandering in gedrag (extravagant, antisociaal, …) + epileptische aanvallen
48
Wat toont het ongeval van Phineas Cage aan?
de frontale lob heeft invloed op persoonlijkheid
49
Wat zijn gevolgen van schade aan de frontale lob bij mensen?
- rechts: pseudopsychopathie - links: pseudodepressie - seksuele gedragingen