H9 Memory attention and consciousness Flashcards
9.312 Consciousness
In perceptie is bewustzijn, het ervaren van waarnemingen/ pecepts of andere mentale gebeurtenissen op zulke manier dat iemand erover kan rapporteren naar anderen toe.
9.313 Controle processen
De verplaatsing van informatie van een (memory store) geheugenopslagplaats naar een andere wordt geregeld door de controle processen van attention (aandacht) encodering en retrieval (ophalen). Controle processen zijn strategieen om informatie doorheen het systeem te verplaatsen en de performance / prestatie te verbeteren. Deze processen beheersen ook de gegevenswerwerking binnen in de verschillende systemen.
9.313 Memory stores
Er zijn 3 soorten geheugen opslagplaats: sensory memory, short term of working memory and long term memory. Dit zijn plaasen waar metaforisch waar informatie bewaard wordt en gebruikt wordt.
Elke informatie opslagplaats wordt gekarakteriseerd door :
- De functie: de rol die het speelt in de algemene werking van de hersenen
- De capaciteit: de hoeveelheid informatie die het kan bevatten op eender welk moment
- De duur: hoe lang kan het een informatie - item bewaren
9.313 Sensory memory
Het geheugenspoor dat de originele informatie in een zintuigelijke stimulus voor een korte periode bewaart na het beeindigen van de stimulus (minder dan 1 sec voor zicht en tot 3 sec voor geluid). Het wordt ervaren alsof we nog steeds de oorspronkelijke stimulus ervaren.
Tegenovergestelde van lange termijn geheugen.
9.313 Short term store
Geheugenopslag die een beperkte hoeveelheid informatie kan vasthouden voor enkele seconden. Cognitieve operations / bewerkingen worden uitgevoerd in het korte termijn geheugen en informatie kan oneindig behouden worden door handelingen zoals herhalen. Deze wordt ook wel de working memory genoemd.
De geheugenopslag die wordt beschouwd als de hoofdwerkplaats van de hersenen. Het is onder andere, de plaats van de bewuste gedachten en redeneringen. Het wordt ook wel korte termijn geheugen genoemd.
9.313 Working memory
De geheugenopslag die wordt beschouwd als de hoofdwerkplaats van de hersenen. Het is onder andere, de plaats van de bewuste gedachten en redeneringen. Het wordt ook wel korte termijn geheugen genoemd.
Geheugenopslag die een beperkte hoeveelheid informatie kan vasthouden voor enkele seconden. Cognitieve operations / bewerkingen worden uitgevoerd in het korte termijn geheugen en informatie kan oneindig behouden worden door handelingen zoals herhalen.
9.314 Lange termijn geheugen
De opgeslagen weergave van wat iemand weet. Informatie die in het brein blijft voor lange tijd (vaak door heel het leven)
9.314 Long term memory
Long term memory is de opgeslagen weergave van alles dat iemand weet. Wanneer een item van het sensory memory naar de short term opslag is verplaatst, wordt het wel of niet gecodeerd in het lange termijn geheugen.
9.315 Attention
De verplaatsing van informatie van een (memory store) geheugenopslagplaats naar een andere wordt geregeld door de controle processen van attention (aandacht) encodering en retrieval (ophalen). Controle processen zijn strategieen om informatie doorheen het systeem te verplaatsen en de performance / prestatie te verbeteren. Deze processen beheersen ook de gegevenswerwerking binnen in de verschillende systemen.
Aandacht: in deze context is het proces dat de informatie flow / stroom controleert vanuit de sensory opslag naar de korte termijn opslag. Daar de capaciteit van zintuigelijk geheugen groot is en dat van het korte termijn geheugen klein, moet aandacht de informatie beperken die van zintuig opslag (geheugen) naar korte termijn geheugen gaat. Kan dus moedwillig of automatisch
9.315 Automatische processen
Individuele mentale bewerkingen kunnen op een continuum van “hoe veel van iemands beperkte capaciteit nodig is voor de uitvoering ervan” geplaatst worden.
De extremen zijn effortful processes en automatic processes.
Automatic processes: weinig of niets van de korte termijnopslag gelimiteerde capaciteit is nodig voor de uitvoering.
Bovenop het al dan niet nodig zijn van mentale inspanning worden auomatic processes geacht (hypothese):
- Zonder intentie en zonder bewuste gewaarwording
- De uitvoering van andere processen niet te belemmeren
- Niet verbeteren met oefening
- Niet beînvloed door individuele verschillen in intelligentie, motivatie en opvoeding.
9.315 Effortful processes
Individuele mentale bewerkingen kunnen op een continuum van “hoe veel van iemands beperkte capaciteit nodig is voor de uitvoering ervan” geplaatst worden.
De extremen zijn effortful processes en automatic processes.
Effortful processes: mentale resources zijn nodig om succesvol uit te voeren.
Bovenop het al dan niet nodig zijn van mentale inspanning worden effortful processes geacht (hypothese):
- Beschikbaar zijn voor het bewustzijn
- Belemmeren (interfere) van uitvoering van andere effortfulle processes
- Verbeteren met oefening
- Beînvloed door individuele verschillen in intelligentie, motivatie en opvoeding.
9.315 Encodering
De verplaatsing van informatie van een (memory store) geheugenopslagplaats naar een andere wordt geregeld door de controle processen van attention (aandacht) encodering en retrieval (ophalen). Controle processen zijn strategieen om informatie doorheen het systeem te verplaatsen en de performance / prestatie te verbeteren.
Encodering: is het proces dat de verplaatsing van de korte termijn opslag naar de lange termijn controleert.
Wanneer je bvb een gedicht vanbuiten leert encodeer je het bewust in je lange termijngeheugen. Echter de meeste encodering gebeurt niet vrijwillig. Eerder per toeval als een bijwerking van bepaalde interesse die je toewijdt aan bepaalde informatie. Kan dus moedwillig of automatisch
9.315 Retrieval
De verplaatsing van informatie van een (memory store) geheugenopslagplaats naar een andere wordt geregeld door de controle processen van attention (aandacht) encodering en retrieval (ophalen). Controle processen zijn strategieen om informatie doorheen het systeem te verplaatsen en de performance / prestatie te verbeteren.
Retrieval: dit is het proces dat de informatiestroom van lange termijn opslag naar korte termijnopslag controleert. Dit noemen we ook herinneren of ophalen / recalling. Net zoals aandacht en encodering kan het moedwillig of automatisch.
9.316 Dual-processing theories
Cognitieve theorieën die stellen dat mensen twee algemene manieren hebben om informatie te verwerken. Dergelijke dual-processing theorieën plaatsen typisch één manier van denken aan het automatische einde van het informatieverwerkingscontinuüm, waarbij de verwerking snel, automatisch en onbewust is. De tweede manier van denken wordt aan de inspannende kant van dit continuüm geplaatst, waarbij de verwerking langzaam, inspannend en bewust is. Amos Tversky verwijdt naar deze 2 types van verwerking als snel en langzaam denken.
Verschillende theoretici hebben verschillende labels gegeven aan deze twee soorten denken, waaronder onder andere impliciet/expliciet, heuristisch/analytisch, associatief/op regels gebaseerd, verbatism/gist, automatisch/gecontroleerd of Systeem 1/Systeem 2 onder andere.
9.317 Stroop interference effect
In vele gevallen lukt het zelfs niet om het snelle systeem af te sluiten wanneer je een probleem moet oplossen, zelfs niet als het de mogelijkheid belemmert om tot de correcte oplossing te komen via het langzame systeem. Dit wordt geillustreerd door de Stroop interference effect.
Vernoemd naar J. Ridley Stroop, het effect waardoor een gedrukt kleurenwoord of vormen (zoals het woord rood in een andere kleur) iemands vermogen verstoort om de kleur van de inkt waarin het woord is gedrukt te noemen als de inktkleur niet hetzelfde is als de kleur die het woord benoemt/beschrijft.
9.318 Preattentive processing
De analyse, op onbewust niveau, waarbij de geest bepaalt welke prikkels het waard zijn om in het werkgeheugen door te geven.
Alle informatie die door de zintuigen wordt opgepikt komt kort in het zintuiglijke geheugen (sensory memory) en wordt geanalyseerd op de relevantie ervan voor de taak en om de potentiële betekenis voor de overleving of het welzijn van de persoon te bepalen. Die analyse gebeurt op een onbewust niveau en wordt pre-attentive processing genoemd. Logischerwijs moet een dergelijke verwerking enige vergelijking inhouden van de sensorische input met informatie die al is opgeslagen in het korte- of langetermijngeheugen. Zonder een dergelijke vergelijking zou er geen basis zijn om te onderscheiden wat significant is en wat niet.
9.319 Inattentional blindness
Inattentional blindness is the failure to notice a fully-visible, but unexpected object because attention was engaged on another task, event, or object.
9.321 Echoic memory
Dit is een andere naam voor auditieve zintuiggeheugen (auditory sensory memory). Het kore geheugen trace/spoor voor een bepaald geluid is de echo.
9.321 Iconic memory
Visual sensory memory - Het kore geheugen trace/spoor voor een bepaald visuele stimulus is de icon.
9.321 Priming
Priming is de activatie, door sensorische input, van informatie / mentaal concept die/dat al in het lange termijngeheugen opgeslagen is. Deze geactiveerde informatie wordt dan meer beschikbaar voor de persoon, en verandert zijn perceptie van de chain of thought. Er is bewijs dat zo’n activatie kan voorkomen zelfs wanneer de “priming” stimulus niet bewust wordt waargenomen.
Het impliciete (onbewuste) geheugenproces waarbij een stimulus (de priming-stimulus) een of meer herinneringen activeert (meer terughaalbaar maakt) die al in de geest van een persoon bestaan.
9.325 Central executive component
Het werk geheugen wordt verdeeld in een aantal aparte maar op elkaar inwerkende componenten.
Phonological loop, visiospatial sketchpad en central executive component.
In de theorie van Baddeley, is de central executive component een onderdeel van de geest dat verantwoordelijk is voor het coördineren van alle activiteiten van het werkgeheugen en voor het binnenbrengen van nieuwe informatie in het werkgeheugen.
9.325 Phonological loop
Het werk geheugen wordt verdeeld in een aantal aparte maar op elkaar inwerkende componenten.
Phonological loop, visiospatial sketchpad en central executive component.
De fonologische loop is het deel van het werkgeheugen dat verbale informatie vasthoudt door het subvokaal (innerlijk) te herhalen.
In de theorie van Baddeley, is de phonological loop een onderdeel van het werkgeheugen dat verantwoordelijk is voor het vasthouden van verbale informatie.
9.325 Short term memory spam
Het aantal uitspreekbare items, zoals nummers, woorden of nonsense syllables die een persoon in gedanchten kan houden en waarover ze in een korte delay terug kunnen rapporteren noemt short term memory spam of gewoon memory spam.
Nonsense syllables = any of numerous letter combinations without meaning - used in memory experiments because they minimize the effect of association during memorization.
9.325 Visiospatial sketchpad
Het werk geheugen wordt verdeeld in een aantal aparte maar op elkaar inwerkende componenten.
Phonological loop, visiospatial sketchpad en central executive component.
In de theorie van Baddeley is het visiospatial sketchpad een onderdeel van het werkgeheugen dat verantwoordelijk is voor het vasthouden van visuele en ruimtelijke informatie
9.329 Executive functions
Executive functions: relatief basic en voor algemeen doeleinden - informatie verwerkingsmechanismes die samen belangrijk zijn voor planning, regelen van gedrag en uitvoeren van complexe cognitieve taken. 3 gerelateerde componenten:
- Working memory or updating (werkgeheugen en updaten): monitoren en snel toevoegen/wissen van de inhoud van het werkgeheugen
- Switching - flexibel wisselen tussen verschillende taken of mindsets
- Inhibition - ongewilde informatie uit het brein houden, verhinderen van een cognitieve of gesrags-reactie
Executive functions kan bekeken wordden als een set van laag iveau (low - level) cognitieve vaardigheden die in combinatie met elkaar het mogelijk maken om de gedachten, emoties en gedrag te reguleren.
9.331 Explicit memory
Explicit memory is het deel dat in iemand’s bewustzijn gebracht kan worden. De inhoud van bewuste denken - flexibel.
Deze herinneringen kunnen opgehaald worden in gedachten zelfs in volledig andere settings dan die waarin ze verworven werden. Ze kunnen ook gecombineerd worden met andere expliciete herinneringen om te reflecteren, voor problem solving en planning.
Dit geheugen wordt expliciet genoemd omdat dit geheugen getest wordt waarbij de persoon gevraagd wordt direct te rapporteren (expliciet en verbaal) wat hij/zij zich herinnert over iets of over een gebeurtenis.
Het wordt ook wel declarative memory genoemd (verklarend) omdat de onthouden info in woorden beschreven kan worden.
9.331 Implicit memory
Impliciet geheugen is het type herinnering dat niet in woorden beschreven kan worden. Het bestaat uit alle onbewuste en non verbale middelen waarbij vorige ervaringen de acties en gedrag van een persoon beïnvloeden.
Anoetic knowledge (Tulving - anoetisch) of niet onderworpen aan bewuste gedachten .
Het wordt impliciet genoemd omdat impliciet afgeleid wordt uit gedragsreacties. (in de testen worden herinneringen niet expliciet gerapporteerd). Not asking how to do it but to do it (test biking proficiency). Wordt ook nondeclarative memory genoemd. (niet gerapporteerd in woorden)
Deze herinneringen zijn eerder gelinked aan een context waar ze opgedaan werden.
9.331 Memory
Geheugen wordt breed gedefinieerd (vanuit het perspectief van de cognitieve psychologie) als alle informatie in iemands brein en de capaciteit van het brein (mind) om die informatie op te slaan en terug op te halen (retrieve).
- Wat er met ons in het verleden gebeurd is (conscious)
- Andere zaken zoals onze geboorte datum, onze kennis over de wereld (bvb zwaartekracht), talen, wiskunde regels - ook conscious / bewust
9.333 Episodic memory
Episodic memory is het deel van het expliciete geheugen dat gaat over iemands eigen ervaringen. Omdat ze een persoonlijke kwaliteit hebben, worden ze ook wel eens autobiografische herinneringen genoemd.
Tulving noemde het episodic memory ook wel autonoetic = self-knowing omdat het toelaat het “zelf” in een bepaalde set omstandigheden te plaatsen op een bepaald tijdstip in het verleden om het mentaal te herhalen.
Explicit memory is het deel dat in iemand’s bewustzijn gebracht kan worden. De inhoud van bewuste denken - flexibel.
Deze herinneringen kunnen opgehaald worden in gedachten zelfs in volledig andere settings dan die waarin ze verworven werden. Ze kunnen ook gecombineerd worden met andere expliciete herinneringen om te reflecteren, voor problem solving en planning.
9.333 Semantic memory
Iemands opslagplaats van expliciete algemene kennis, dwz. kennis die in woorden kan worden uitgedrukt en niet mentaal gebonden is aan specifieke ervaringen in het eigen leven.
Semantisch geheugen omvat, iemands kennis van woordbetekenissen (semantics), plus talloze feiten, ideeën en schema’s die deel uitmaken van iemands begrip van de wereld. Het bevat ook kennis over zichzelf zoals geboorte datum, lengte, die niet gelinkt zijn aan het her-ervaren van een bepaalde episode in iemands leven.
9.334 Procedural memory
Impliciet geheugen bestaat uit 3 klasses, namelijk herinneringen resulterend uit klassieke conditionering, procedural memory en priming.
Procedural memory is de klasse van het impliciete geheugen die een persoon in staat stelt om specifieke aangeleerde vaardigheden of gebruikelijke acties uit te voeren. Bvb motorische vaardigheden, gewoontes, en onbewust aangeleerde regels. Door oefening verbeter je een vaardigheid zoals bvb. fietsen zelfs als je onbewust bent van je veranderde spierbewegingen.
Je kan zelfs leren beslissingen te nemen op basis van complext regels zonder je ooit bewust te worden van deze regels.
9.335 Temporal lobe amnesia
Elk verlies van langetermijngeheugen, meestal als gevolg van een of andere fysieke verstoring of schade aan de hersenen, wordt geheugenverlies genoemd.
Temporaalkwab amnesie, wordt het sterkst gecorreleerd met schade aan de hippocampus, een structuur van het limbische systeem begraven onder de temporale kwab en aan de corticale en subcorticale structuren die er nauw mee verbonden zijn.
Fig uitleg: Hersengebieden die betrokken zijn bij geheugenverlies in de temporale kwab: de hippocampus, begraven in de temporale kwab, is van cruciaal belang bij de codering van het langetermijngeheugen. De ernstigste vorm van geheugenverlies treedt op wanneer deze structuur en enkele van de omliggende gebieden van de temporale kwab aan beide zijden van de hersenen worden vernietigd. De prefrontale cortex is ook betrokken bij de codering van het langetermijngeheugen.
9.337 Infantile Amnesia
Het onvermogen om gebeurtenissen uit de kindertijd en vroege kinderjaren te herinneren, wordt infantiel geheugenverlies genoemd. Dit markeert het begin van een echt autobiografisch geheugen - persoonlijke en langdurige herinneringen die de basis vormen voor iemands persoonlijke levensgeschiedenis (Nelson, 1996). Toch kunnen sommige mensen een of twee levendige herinneringen aan het leven als baby geven.
Het onvermogen om gebeurtenissen uit de kindertijd en vroege kinderjaren te onthouden, is niet alleen te wijten aan de lange tijd tussen het ervaren van de gebeurtenis en het proberen zich deze te herinneren. Kinderen van 4 en 5 jaar kunnen zich zelfs gebeurtenissen in hun leven van slechts 1 of 2 jaar eerder niet herinneren.
9.339 Elaboration
Diep nadenken over een item is meer dan het simpelweg herhalen; het is het koppelen van dat item aan een informatiestructuur die in het langetermijngeheugen al bestaat. Psychologen die dit proces bestuderen noemen het elaboration / uitwerking / uitbreiding of elaborative rehearsal. Het directe doel van uitwerking is niet om te onthouden, maar om te begrijpen. Het proberen begrijpen van informatie is misschien wel de beste manier om informatie in het langetermijngeheugen te coderen. Uitgebreide repetitie speelt in op de neiging om dingen te onthouden die in overeenstemming zijn met een soort logica, zelfs als de logica fictief is.
Elaboration - informatie betekenisvoller maken door zelf nieuwe informatie toe te voegen.