H9 Gestalt psychologie Flashcards

1
Q

Volgens Ehrenfels en Mach hebben sommige dingen “vormkwaliteit” (Gestaltkwaliteit), wat betekent dit?

A

Vormkwaliteit betekende volgens Ehrenfels dat er bepaalde kwaliteiten van ervaring zijn die verder gaan dan sensorische elementen en volharden zelfs als de elementen veranderd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Brentano zijn systeem werd handelingspsychologie genoemd, wat werd hiermee bedoeld?

A

Brentano legde bij zijn handelingspsychologie de nadruk op de Geest als een actieve entiteit. Hij zei: als men de geest bestudeert, is het van belang om niet de inhoud te onderzoeken of de onderliggende fysiologie, maar te begrijpen hoe de geest opereert om ervaringen te creëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wertheimer onderzocht met Koffka en Köhler de schijnbare beweging. Wat vonden zei?

A

Het idee van oogbeweging werd geëlimineerd, en ook conclusie trekking werd afgewezen. Wertheimer voerde aan dat het fenomeen op zichzelf moet staan als een geldig voorbeeld van een onmiddellijk gegeven fenomenologische ervaring die geen analyse van de samenstellende delen vereist. Dit noemde hij het phi fenomeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn volgens Wertheimer de Gestalt organisatie principes?

A

De Gestalt organisatie principes zijn de basisregels om te bepalen hoe fenomenen werden georganiseerd in hele, betekenisvolle figuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is figuur- achtergrond segregatie?

A

Figuur- achtergrond segregatie is het object voor een achtergrond zien, dit werd beschreven door Rubin, die stelde dat figuren distinctieve kenmerken hebben die zorgen dat ze geïsoleerde worden van de achtergrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wertheimer stelde 3 principes van perceptuele organisatie, welke zijn dit?

A

De drie principes zijn:
- het principe van proximity (nabijheid)
- Het principe van gelijkheid
- Het principe van good continuation
Alle organiserende principes hebben een gemeenschappelijke wet van simpliciteit (prägnanz).
Ook zien we incomplete figuren als geheel door losure.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Koffka stelde de geografische omgeving en gedragsomgeving, wat is het verschil?

A

De geografische omgeving is de wereld zoals het in de realiteit is.
De gedragsomgeving is de wereld zoals we die waarnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat geloofde Köhler niet bij probleemoplossen?

A

Köhler geloofde niet dat dat probleem oplossen een mechanisch, stap voor stap proces is. Hij dacht dat het kwam doordat iemand alle elementen van een probleem op een nieuwe en betekenisvolle manier rearrangeerde. Kohler gebruikte de term inzicht om zo’n proces te labelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het von restorff effect?

A

Het von restorff effect is wanneer de ene stimulus meer aandacht sterkt dan de andere stimulus, en daardoor beter onthouden wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was volgens Duncker functionele gefixeerdheid?

A

Functionele gefixeerdheid is het onvermogen om verder te denken dan het typische gebruik van een object.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Lewin bedacht de veldtheorie, wat houdt deze theorie in?

A

De veldtheorie houdt in dat het begrijpen van gedrag van een persoon vergt dat men alles weet over de krachten die op de persoon inwerken. Dit noemde hij levensruimte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lewin stelde hier een formule bij op, welke formule is dit?

A

Deze formule is:

B=f(B,E) gedrag= een functie van de persoon en de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het equilibrium, valentie en de vector? (Lewin’s veldtheorie & topologie)

A

Equilibrium: een staat waarin alle behoeften van een persoon zijn vervuld.
Valentie: bindingskracht
Vector: een pushende kracht die naar een specifiek doel gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een approach- approach conflict, en wat is een vermijden- vermijden conflict?

A
  • approach- approach conflict: twee doelen die even sterk zijn.
  • vermijden- vermijden conflict: 2 doelen zijn allebei even sterk als het gaat om niet willen.
    Deze twee kunnen ook gecombineerd worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het zeigarnik effect?

A

Het zeigarnik effect is wanneer het geheugen verbeterd wordt door de spanning van een incomplete taak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat voegde Lewin toe aan de ontwikkeling psychologie?

A

Volgens Lewin was het verschil tussen jongere en oudere kinderen dat oudere kinderen meer cognitieve complexiteit of differentiatie hebben. Ook wilde Lewin de effecten bepalen van frustratie op de kwaliteit van het spel voor kinderen van net geen 4 jaar.

17
Q

Wat voegde Lewin toe aan de sociale psychologie?

A

Lewin deed onderzoek naar verschillen in stijlen van leiderschap bij kinderen.