H14 De onderzoekers van de psychologie. Flashcards

1
Q

Wat Wilde Piaget weten?

A

Piaget wilde weten hoe kinderen tot een conclusie komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn Piaget’s genetische epistemologie?

A

Piaget refereerde met zijn genetische epistemologie naar de fasen van cognitieve ontwikkeling, waarbij genetisch stond voor ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bedoelde Piaget met zijn schemata?

A

Dat wil zeggen, Piagets focus lag op het precies bepalen hoe kennis, zoals gerepresenteerd door hypothetische mentale structuren die hij schemata noemde, zich ontwikkelde binnen het individu. Hij geloofde dat kinderen actief kennis formuleerden. Hij zie ook dat kennisstructuren een geheel zijn en niet opgedeeld kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat stelde Bartlett over de herinneringen van een persoon?

A

Bartlett stelde dat de persoon die iets herinnerd, actief materiaal organiseert in een betekenisvol geheel, waarbij hij refereerde naar schemata. Uit later onderzoek van Bartlett bleek dat herinneringen niet alleen een kwestie waren van reproductie, maar ook en actief proces van constructie was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is volgens Lashley het seriële rang probleem?

A

Het seriële rang probleem is hoe sequenties van gedrag die door ervaring aan elkaar geketend zijn verklaard moeten worden. Lashley vond dat dit kwam door een complexe samenhang in de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is volgens Chomsky de bit? (informatietheorie)

A

Chomsky definieerde het bit als de hoeveelheid informatie die een beslissing mogelijk zou maken tussen twee even waarschijnlijke alternatieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke theorieën van Chomsky over de linguïstiek waren er?

A

De ontwikkeling van taal gaat te snel om geconditioneerd te zijn. Door zijn werk werd taal gezien als uitkomst van grammatica. Chomsky geloofde dat talen gemeenschappelijke principes delen, genaamd linguïstieke universelen en dat het menselijke brein zo gestructureerd is, dat het universelen snel begrijpt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was Kuhn’s theorie over paradigma’s en normale wetenschap?

A

Een Kuhniaans paradigma organiseert wat bekend is in een grote theorie. Als een paradigma zich gevestigd heeft, is er sprake van normale wetenschap. Als een theorie steeds minder kan uitleggen, komt er een crisis. Dan wordt het paradigma vervangen door een betere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was volgens Miller de Schunck

A

De chunk was de informatie die in het onmiddellijke geheugen blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Miller bedacht ook het concept van decoderen, wat is dit?

A

Recoderen is het reorganiseren van data en daarmee de informatie in chunks op te slaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Broadbent deed onderzoek naar dichotisch luisteren, wat is dit?

A

Dichotisch luistern is het luisteren naar 2 verschillende soorten geluiden op verschillende oren. Hij stelde een selectief filter voor, waarbij de hersenen kiezen voor een van de twee oren en daar de aandacht aan geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Miller creëerde de term TOTE unit, was is dit?

A

TOTE unit staat voor Test- operatie- test- exit. Het begint met kijken naar incongruenties in een systeem. De operatie vermindert de incongruentie. Dan wordt er weer getest en als het probleem over is, stop het proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat verstond Neisser onder cognitie?

A

Onder cognitie verstond Neisser alle processen waarbij sensorische informatie wordt vervormd, verminderd, opgeslagen of gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is ecologische validiteit?

A

Ecologische validiteit is het kunnen generaliseren van laboratorium resultaten naar de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de cognitieve wetenschap?

A

De cognitieve wetenschap is een interdisciplinair veld dat bestaat uit onder andere computerwetenschap en epistemologie. Een groot onderwerp voor cognitieve wetenschappers is de connectie tussen mens en computer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Lashley deed onderzoek naar leren bij dieren, en trok twee conclusies, welke zijn dit?

A

1) equipotentialiteit, de functies gaan verloren als alle hersendelen kapot zijn, maar niet als er maar een stukje kapot is. Dit werd ondersteund door het principe van massa actie, leren is niet gelokaliseerd in één bepaald gebied. 2) Lashley stelde (net als Tolman) dat ratten een doolhof leren door een cognitieve kaart.

17
Q

Hebb was sceptisch over pavlov’s model van de cortex, wat stelde Hebb?

A

Hebb stelde dat corticale organisatie voorkomt door de ontwikkeling van cel verzamelingen (cel assemblies). Neuronen worden dan met elkaar geassocieerd doordat ze vaak geactiveerd zijn gelijktijdig of vlak na elkaar. Fase sequenties zijn hogere levels van organisatie, die de samenwerking van meerdere cel verzamelingen vergt. Zij waren voor Hebb het fysiologische equivalent voor denken. ‘Hebb’s regel’: synapsen die veranderen door ervaring, ook wel Hebb synapsen.

18
Q

Wat is Gibson’s ecologische perceptie?

A

De ecologische perceptie is een perceptie die navigeert door realistische omgevingen en nadruk legt op omgevingsfactoren, in plaats van interne attributies van de waarnemer.

19
Q

Wat onderzocht Eleanor Gibson?

A

Eleanor Gibson onderzocht de visuele afgrond bij kinderen.

20
Q

Festinger onderzocht de theorie van cognitieve dissonantie, wat is dit?

A

Mensen proberen de dissonantie te verminderen. De participanten die $1 kregen, vonden de studie leuker dan de participanten die $20 kregen om te liegen, omdat de participanten met $1 zichzelf ervan moesten overtuigen dat het leuk was.

21
Q

Wat onderzocht Milgram?

A

Milgram deed het schokexperiment, waarbij mensen schokken gaven en de verantwoordelijk afschoven op de leidinggevende.

22
Q

Wat betekent nomothetisch?

A

Nomothetisch is iets wat mensen in het algemeen beïnvloedt.

23
Q

Wat betekent ideografisch?

A

Ideografisch is het concentreren op een individu.

24
Q

Murray ontwikkelde aan de hand TAT de personologie, wat is de personologie?

A

Personologie is een term die zijn geloof weerspiegelt in het belang van het grondig bestuderen van individuele personen

25
Q

Allport had het idee dat elk individu uniek is en zijn conceptie van persoonlijkheid bestond uit trekken, welke 3 trekken onderscheidde Allport?

A
  • Kardinale trekken: heeft niet iedereen, dominant in een persoon.
  • Centrale trekken: zorgen voor een accurate beschrijving van een individu.
  • Secundaire trekken: minder belangrijke karakteristieken die voorkomen in relatief weinig gedrag.