H8 loonbelasting Flashcards

1
Q

Voorwaarden dienstbetrekking:

A

gezagsverhouding
verrichten persoonlijke arbeid door werknemer
betalen van loon door werkgever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Oneigenlijke dienstbetrekking:

A

In de wet opgenomen om belastingheffing te vereenvoudigen

het gaat om loonheffing die wordt ingehouden bij het verkrijgen van periodieke uitkeringen zoals sociale verzekeringsuitkeringen en lijfrenteuitkeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fictieve dienstbetrekking

A

Van fictieve dienstbetrekking, art. 3 en 4 Wet LB, is alleen sprake als niet aan de voorwaarden van echte dienstbetrekking is voldaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

art. 3 lid 1 onder g; een commissaris heet een dienstbetrekking ondanks dat een gezagsverhouding ontbreekt.

A

x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij twijfel of er sprake is van een dienstbetrekking

A

aanvraag VAR bij belastingdienst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Loon in natura

A

er moet verband zijn tussen beloning en dienstverband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Loonheffing loon in natura:

A

waarde in het economisch verkeer bepalen, art. 13 lid 1 Wet LB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aandelenoptierecht

A

pas op het moment dat de optie wordt uitgeoefend is er sprake van loon, dit is het moment dat het aandeel wordt gekocht of de optie wordt verkocht. Gekeken wordt dus niet naar de waarde van de optie op het moment van het verkrijgen, maar naar de waarde bij het uitoefenen van de optie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

volgens uitspraak HR hoort ontvangen van een prijs niet tot loon in natura.

A

x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Art. 12a Wet LB:

A

loon directeur/aanmerkelijk belanghouder moet minimaal op 43000 euro vastgesteld worden. Degene die >5% aandelen heeft en directeur is kan volgens dit artikel geen salaris hebben voor de berekening van de loonheffing dat lager is dan 43000

Uitzondering: als een lager loon gebruikelijker is voor een soortgelijke functie of door jarenlange verliezen in de bv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Als het loon van een directeur meer dan 30% lager is dat van een directeur in een soortgelijke positie, dan moet het loon

A

op het hogere bedrag worden vastgesteld 70%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Loon van een directeur mag nooit lager zijn dan

A

het hoogste loon van zijn overige werknemers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Art. 11.1: vrijgesteld loon:

A

hierover hoeft geen loonheffing te worden berekend die op grond van art. 10 tot het loon behoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Art. 31 eindheffing komt voor rekening

A

inhoudingsplichtige en is niet op loonstrook te zien.

Over bepaalde vormen van loon heft de belastingdienst de loonbelasting/premie volksverzekeringen in de vorm van een zogenoemde eindheffing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Werkkostenregeling:

A

Tot 1 januari 2011 bestond de regelgeving rondom vergoedingen en verstrekking aan werknemers uit een wirwar van verschillende regels. Zo bestonden er verschillende regels voor het fietsplan, voor bedrijfsfitness, voor mobiele telefoons en de laptop van de zaak etc. Vanuit de werkgevers kwam terecht het verzoek om deze regelgeving te versimpelen. Als reactie hierop introduceerde minister De Jager van Financiën de werkkostenregeling. Volgens de werkkostenregeling van 2011 mochten de werkgevers 1.4% van de forfaitaire ruimte, besteden aan vergoedingen en verstrekkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verschil loon- inkomstenbelasting:

A

Voor de inkomstenbelasting wordt naar meer zaken gekeken dan het loon dat u ontvangt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Loonbelastingtabellen:

A

Witte tabel: loon uit tegenwoordige dienstbetrekking

Groene tabel: loon uit uitkeringen

18
Q

Tabel bijzondere beloningen art.

A

art. 26.1 Wet LB: met heffingskortingen wordt in deze tabel geen rekening mee gehouden.

19
Q

loonheffing als eindheffing

A

Eindheffing in gevallen waarbij het moeilijk is te bepalen wat de exacte loonheffing per werknemer is geweest of wanneer de werkgever de belasting niet op het loon van de werknemer wil inhouden.

20
Q

Toepassen eindheffing:

A

art. 31 lid 1 onder a Wet LB
art. 31 lid 1 onder f

21
Q

Bruteren

A

omrekenen van nettobedragen naar brutobedragen

22
Q

Berekening eindheffing:

A
enkelvoudige tarief (normale tarief 37%, 42%, 52%)
80% tarief bij vergoedingen en verstrekkingen.
23
Q

Wet vermindering afdracht loonheffing:

A

inhoudingsplichtige hoeft minder loonheffing af te dragen dan wat hij heeft ingehouden bij de werknemer. Voordeel is voor inhoudingsplichtige, werknemer merkt hier niets van.

Afdrachtvermindering oa bij het in dienst hebben van werknemers die een praktijkopleiding volgen.

24
Q

Loonheffing

A

de gezamenlijke heffing van de loonbelasting en premies volksverzekering.

25
Q

Vroegere dienstbetrekking

A

bijv. iemand die pensioen ontvangt, is in dit geval werknemer voor de wet LB.

26
Q

Oneigenlijke dienstbetrekking art.

A

(art. 34 LB)

27
Q

Fictieve dienstbetrekking art

A

(art. 3 en 4 LB): een stagiair heeft een dienstbetrekking als deze een vergoeding ontvangt. Een kind van 15 jaar of ouder dat in een onderneming van de ouder werkt heeft eveneens een dienstbetrekking. Ook een commissaris van een lichaam (nv of bv) heeft een dienstbetrekking, een gezagsverhouding is niet aanwezig, maar toch bestaat er dus een fictieve dienstbetrekking. Wie werkt vanuit een uitzendbureau of pensioen ontvangt van het bedrijf hebben ook een fictieve dienstbetrekking

28
Q

Er is geen dienstbetrekking aanwezig bij personen die minder dan 4 dagen pers week bij een natuurlijk persoon werk in het huishouden verrichten of zorg verlenen aan die personen

A

x

29
Q

Belasting wordt geheven over het belastbaar loon.

A

x

30
Q

Bij loonheffing over loon in natura wordt de waarde van het loon bepaald naar de waarde in het economische verkeer

A

x

31
Q

Het voordeel voor privégebruik van de bedrijfsauto bedraagt als hoofdregel

A

25% van de cataloguswaarde van de auto. Als de werknemer de auto voor minder dan 500 km voor privédoeleinden heeft gebruikt, kan de bijtelling op het loon achterwege blijven.

32
Q

Pensioen wordt als het ingehouden wordt door de werkgever niet belast. Maar wordt pas belast

A

als het als pensioen uitgekeerd wordt. Wordt belast vanaf de pensioengerechtigde leeftijd.

33
Q

Gevallen waar de aanspraak onbelast is en de uitkering belast is met loonheffing:

A
  • pensioenregeling
  • ouderdomspensioen ( gaat uiterlijk in bij het bereken van de pensioengerechtigde leeftijd + 5 jaar)
  • partnerpensioen ( kan nooit meer worden dan 70% van het maandelijkse loon)
  • wezenpensioen (maximum van 14% van het maandelijkse loon)
34
Q

Voor berekening van het pensioen kan worden uitgegaan van de volgende stelsels:

A
  • eindloonstelsel (35 jaren dienstbetrekking x 2% premie over het laatstverdiende loon, waarmee een maandelijkse pensioenuitkering van 70% van het maandelijkse eindloon kan worden opgebouwd)
  • middelloonstelsel ( 2,25% van het gemiddeld loon)
35
Q

loon van een directeur/ aanmerkelijk belanghouder moet minimaal op 43.000,- worden vastgesteld.

A

x

36
Q

Fictief loon

A

het gebruikelijk loon wordt niet daadwerkelijk uitbetaald aan de directeur/aanmerkelijk belanghouder

37
Q

Als het loon van de directeur meer dan 30% lager is van dat van een directeur in een soortgelijke positie, dan moet

A

het loon op een hoger bedrag (70%) worden vastgesteld. Ten slotte mag het loon van de directeur nooit lager zijn dan het hoogste loon van zijn overige werknemers.

38
Q

Er zijn nog enkele vrijgestelde uitkeringen opgenomen in art. 11 IB, onder andere:

A
  • uitkering of verstrekking voor geleden schade of verlies van persoonlijke zaken door de werknemer tijdens

het werk

  • eenmalige uitkering bij overlijden van de werknemer of zijn partner of kinderen tot een maximum bedrag
  • eenmalige uitkering of verstrekking na het bereiken van een diensttijd van ten minste 25 of 40 jaren van

maximaal 1 maandsalaris

39
Q

Eindheffing

A

(art. 31 LB): komt geheel voor rekening van de werkgever/ inhoudingsplichtige en is niet op de loonstrook te zien.

Er geldt een eindheffing van 80% op vergoedingen en verstrekkingen, maar de vergoedingen en verstrekkingen worden eerst verminderd met 1,5% van het loon.

1,5% van het loon kan door de werkgever dus onbelast worden vergoed of verstrekt. Naast deze 1,5% is tevens sprake van een vermindering/vrijstelling voor vergoedingen en verstrekkingen voor:

  • cursussen en dergelijke inclusief reiskosten
  • verhuizing (kosten van het overbrengen van meubels en dergelijk, verhoogd met maximum 7750,-)
  • studiekosten met het oog op het later verwerven van inkomsten
  • kosten voor tijdelijk verblijf in het kader van dienstbetrekking (hotel) en maaltijdkosten
  • extra kosten van tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst
  • vervoerkosten in het kader van de dienstbetrekking waaronder ook woon-werkverkeer tot 0,19 per km.
40
Q

Vergoedingen en verstrekkingen die uitgesloten zijn van eindheffingen:

A

-auto van de zaak die ook voor privédoeleinden wordt gebruikt

  • een woning
  • geldboeten
  • wapens

Bij kilometervergoeding is alleen het deel boven de 19 cent belast met loonheffing

41
Q

Tabelloon

A

hier wordt de loonheffing over berekend.

Het tabelloon kan als volgt worden berekend:

Brutoloon +
Loon in natura +
Werknemersdeel pensioenpremie -

________

Tabelloon