H7 inkomen uit sparen en beleggen Flashcards
Berekenen voordeel uit sparen en beleggen
Bezittingen - schulden per 1 januari = grondslag
heffingvrije vermogen -/-
rendementsgrondslag
x 4%
= voordeel uit sparen en beleggen
Dit valt onder box 3 = 30% inkomstenbelasting
Het heffingsvrije vermogen kan worden verhoogd door
de ouderentoeslag (voorwaarden: 5:6 IB). De rendementsgrondslag mag dan niet hoger zijn dan 279.708
Box 3 kent ook voorheffing nml.
dividendbelasting 15% (aandelen geen aanmerkelijk belang)
Box 1:
onroerend goed dat tot een ondernemingsvermogen hoort / ter beschikking gesteld onroerend goed / eigen woning
Alles wat bij het ondernemingsvermogen hoort, hoort in box 1
Box 3
pand dat aan een derde verhuurt wordt (terbeschikkingstelling) / vakantiehuis / aandelenpakket <5%
Bezittingen die in box 3 thuishoren staan genoemd in art.
5: 3 IB:
- onroerende zaken ( grond en gebouwen)
- rechten die op onroerende zaken betrekking hebben (vruchtgebruik, recht van gebruik van een woning)
- Roerende zaken die niet hoofdzakelijk voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt of verbruikt
(roerende zaken ter belegging, bijv. schilderijen)
- Rechten die niet op zaken betrekking hebben en overige vermogensrechten (bijv. geld, aandelen en
vorderingen wegens geleend geld, kapitaalverzekering)
Een pand dat verhuurd wordt aan een derde valt in box 3. een pand die verhuurd wordt aan een eigen onderneming of bv valt in box
1
omdat er sprake is van beschikkingstelling.
Een gehuurd pand kan nooit in box 3 thuishoren
Auto in eigen gebruik ( en niet als belegging) behoort in geen enkele box thuis.
Ter beschikking stellen van vermogen (bijv. aan je eigen onderneming) hoort in box 1 thuis
Een schuld volgt altijd de bezitting. Hoort een pand in box 1 thuis en is dat pand gekocht met een geldlening, hoort
de geldlening ook in box 1 thuis.
x
Geld dat geleend is om op vakantie te gaan, een auto of meubels te kopen, behoort in box
3
Belastingschulden (met uitzondering van de erfbelasting) mogen niet in box 3 worden vermeld
Vrijgesteld is ofwel tot de bezittingen van box 3 behoren niet:
- bossen en natuurterreinen
- Kunst volgens art. 5.8 IB
- De kapitaalverzekering die uitkeert bij overlijden tot een gering bedrag van 6.859
-Groene beleggingen tot een bedrag van 56.420 volgens art. 5.13 IB