H8 Het voorbereidend onderzoek

Question 1

Wanneer begint opsporing?

Answer 1

• Aangifte van een strafbaar feit.
• Slachtoffer dient klacht in (verdenking van sommige delicten).
• De politie constateert zelf strafbaar feit.
• Opsporing vangt aan na controle.

Question 2

Wat zijn twee situaties die voorkomen bij controle?

Answer 2

• Feit geconstateerd dat strafbaar is gesteld in de wet op grond waarvan werd gecontroleerd.
• Feit wordt geconstateerd dat in een andere wet strafbaar is gesteld, controle op wegenverkeersgedrag mag tot opsporing van drugs leiden (Geweer-arrest). Let op gebod van zuiverheid van oogmerk.

Question 3

Wat zijn de vrijheidsbenemende dwangmiddelen?

Answer 3

Ophouden voor onderzoek, inverzekeringstelling, voorlopige hechtenis.

Question 4

Ophouden voor onderzoek

Answer 4

9 uur bij toegestaan voorlopige hechtenis, 6 uur als dit niet het geval is (kan herhaald worden). Bevel door OvJ.

Question 5

Inverzekeringstelling

Answer 5

Toegestaan bij voorlopige hechtenis en ‘in het belang van het onderzoek’, maximaal 3 dagen (herhaling). Bevel door OvJ.

Question 6

Voorlopige hechtenis

Answer 6

Na inverzekeringstelling, inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis tezamen heet het voorarrest. OvJ moet vorderen bij rechter-commissaris, hij moet het toewijzen. Bewaring beslist door rechter-commissaris (14 dagen), gevangenhouding wordt beslist door de raadkamer van de rechtbank (meestal 30 dagen (herhaling)).

Question 7

Hoe toets je de bevoegdheden tijdens een opsporingsonderzoek (dwangmiddel)?

Answer 7

De vragen van bevoegdheidsverlenende normen beantwoorden en er moet getoetst worden aan de beginselen van een behoorlijke procesorde.

Question 8

Bevoegdheidsverlenende normen vragen

Answer 8

1. Subject (tegen wie mag de bevoegdheid worden uitgeoefend?)
2. Grond (wat is het doel van de inzet van de bevoegdheid?)
3. Geval (in welke gevallen mag de bevoegdheid worden ingezet?)
4. Duur (hoe lang mag het worden ingezet?)
5. Autoriteit (door wie mag het worden ingezet?)

Question 9

Beginselen van een behoorlijke procesorde

Answer 9

1. Beginsel van redelijke en billijke belangenafweging (subsidiariteit en proportionaliteit)
2. Beginsel van zuiverheid van oogmerk (geen misbruik van de bevoegdheid)
3. Vertrouwensbeginsel
4. Gelijkheidsbeginsel

Question 10

Ernstige bezwaren

Answer 10

Uit feiten en omstandigheden moet volgen dat het waarschijnlijk is dat de verdachte het feit begaan heeft (niet alleen art. 27 Sv).

Question 11

Hoe kan de rechtbank een einde maken aan de voorlopige hechtenis?

Answer 11

1. Schorsing -> De tenuitvoerlegging wordt tijdelijk onderbroken onder bepaalde voorwaarden (art. 80 Sv).
2. Opheffing -> De voorlopige hechtenis eindigt en de verdachte wordt onvoorwaardelijk op vrije voeten gesteld (art. 69 Sv).

Question 12

Schorsing

Answer 12

De tenuitvoerlegging wordt tijdelijk onderbroken onder bepaalde voorwaarden (art. 80 Sv).

Question 13

Opheffing

Answer 13

De voorlopige hechtenis eindigt en de verdachte wordt onvoorwaardelijk op vrije voeten gesteld (art. 69 Sv).

Question 14

Wat zijn de bijzondere bevoegdheden van de rechter-commissaris?

Answer 14

Hij kan een getuige dwingen te verschijnen en hen beëdigen zodat ze verplicht een verklaring moeten afleggen. Hij is de enige die de bewaring van een verdachte mag bevelen (art. 63 Sv). Hij heeft de taak toezicht te houden op de voortgang van het opsporingsonderzoek (art. 180 Sv).