H10 Het onderzoek ter terechtzitting Flashcards

1
Q

Externe openbaarheid

A

Gaat om de publieke toegang tot het strafproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Interne openbaarheid

A

Alle procesdeelnemers moeten volledige beschikking kunnen hebben over alle informatie uit het dossier. De interne openbaarheid moet tijdens het onderzoek ter terechtzitting volledig zijn, anders moet het uitgesteld worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Inquisitoir

A

Onderzoekend, bijv. het voorbereidend onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Accusatoir

A

Beschuldigend, bijv. het onderzoek ter terechtzitting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Formeel onmiddellijkheidsbeginsel

A

De rechter doet uitspraak op basis van het materiaal dat op de zitting ter sprake is geweest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Materieel onmiddellijkheidsbeginsel

A

De zittingsrechter moet voor het bewijs in principe de meest authentieke bron raadplegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke functies heeft de dagvaarding?

A

Persoonsaanduidingsfunctie, oproepingsfunctie, beschuldigingsfunctie, informatiefunctie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Persoonsaanduidingsfunctie

A

Aanduiden van de persoon van de verdachte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oproepingsfunctie

A

Oproepen van de verdachte om te verschijnen voor de rechter (tijd/plaats).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschuldigingsfunctie

A

Artikel 261 Sv; ten laste gelegd feit, tijd, plaats, wettelijk voorschrift, omstandigheden waaronder het feit zou zijn begaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Informatiefunctie

A

Verdachte informeren over zijn straf processuele rechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke typen tenlasteleggingen zijn er?

A
  • Enkelvoudige tenlasteleggingen -> Vermelding van 1 feit
  • Primair/subsidiaire tenlasteleggingen -> 1 feit is op meer manieren tenlastegelegd (zwaar/licht feit);
  • Cumulatieve tenlastelegging -> Meer dan 1 feit
  • Alternatieve tenlastelegging -> Rechter krijgt de keuze om een van de twee (gelijke) feiten bewezen te verklaren zonder het andere ten laste gelegde feit in onderzoek te nemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe gaat het onderzoek ter terechtzitting in zijn werk?

A
  1. Opening van de zitting -> De voorzitter roept de zaak tegen de verdachte uit (art. 270 Sv), op dit moment begint het onderzoek ter terechtzitting.
  2. Identiteit, oplettendheid, cautie -> Door voorzitter aan de verdachte (art. 273 Sv).
  3. Voordracht van de zaak -> De OvJ leest de tenlastelegging voor (art. 284 Sv).
  4. Ondervraging door de rechter -> Ondervraging van verdachte door voorzitter (art. 286 Sv).
  5. Requisitoir -> De OvJ geeft zijn kijk op de zaak en zijn strafeis (vordering, art. 311 Sv).
  6. Pleidooi -> De verdediging door de raadsman van de verdachte (art. 311 lid 2 Sv).
  7. Repliek -> De OvJ mag reageren op de verdediging maar dit hoeft niet (art. 311 lid 3 Sv).
  8. Dupliek -> De raadsman van de verdachte kan ingaan op de repliek.
  9. Laatste woord -> De verdachte mag als laatste nog iets zeggen.
  10. Sluiting -> De voorzitter sluit het onderzoek ter terechtzitting en deelt mee op welke dag/tijd uitspraak zal worden gedaan, dit mag maximaal 14 dagen duren (art. 345 Sv).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Preliminair verweer

A

Als de raadsman van te voren al een verweer wil geven omdat bijv. de dagvaarding ongeldig is of de OvJ ontvankelijk kan hij de normale processuele volgorde doorbreken. Hij zal dan na de ondervraging van de verdachte om het woord vragen en zijn verweer voeren, direct hierna zal de rechtbank in de raadkamer moeten beraadslagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly