H13 Straffen en maatregelen Flashcards

1
Q

Wat is het doel van een straf?

A

De oplegging hiervan heeft in eerste plaats vergelding als doel, daarnaast heeft het ook (speciale/generale) preventie als doel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het doel van een maatregel?

A

Hebben het doel de samenleving te beveiligen (tbs) of rechtsherstel te bewerkstelligen (schadevergoeding).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Strafbedreiging

A

De op een strafbaar feit gestelde maximumstraf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Straftoemeting

A

Een rechter moet bepalen of een straf moet worden opgelegd, welk type straf dit moet zijn (strafsoort) en hoe zwaar die straf moet zijn (strafmaat).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoofdstraffen

A

Te vinden in art. 9 Sr; gevangenisstraf, hechtenis, taakstraf, geldboete.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bijkomende straffen

A

Verbeurdverklaring, ontzetting van rechten, openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorwaardelijke invrijheidstelling

A

Gedetineerden met een vrijheidsstraf langer dan 1 jaar kunnen eerder vrijkomen op bepaalde voorwaarden. Ze moeten zich tijdens de proeftijd aan voorwaarden houden (algemene voorwaarde; geen strafbaar feit plegen). De proeftijd moet tenminste een jaar zijn, meestal gelijk aan het niet ten uitvoer gelegde deel van de vrijheidsstraf. Als de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden houdt kan de voorwaardelijke invrijheidstelling worden herroepen. Voorwaardelijke invrijheidstelling is uitgesloten als er een gedeeltelijk voorwaardelijke vrijheidsstraf is opgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe bereken je de duur van een gevangenisstraf met betrekking tot voorwaardelijke invrijheidstelling?

A

Voorwaardelijke invrijheidstelling is uitgesloten als er een gedeeltelijk voorwaardelijke vrijheidsstraf is opgelegd. De periode in voorarrest moet worden afgetrokken van de vrijheidsstraf.
* Art. 6:2:10 lid 1 Sv: vrijheidsstraf 1-2 jaar, het eerste jaar geheel uitzitten van het resterende deel 1/3.
* Art. 6:2:10 lid 2 Sv: vrijheidsstraf langer dan 2 jaar, 2/3 van de straf uitzitten, de resterende periode mag niet langer zijn dan 2 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de voorwaarden bij het opleggen van een taakstraf?

A

Een taakstraf mag niet worden opgelegd bij een ernstig zedenmisdrijf of geweldsmisdrijf (art. 22b Sr), het mag ook niet worden opgelegd als de verdachte in de vijf voorafgaande jaren al een taakstraf opgelegd heeft gekregen wegens een soortgelijk misdrijf.
Deze beperkingen gelden niet wanneer er naast de taakstraf ook een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel wordt opgelegd (art. 22b lid 3 Sr).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Draagkrachtbeginsel

A

De rechter houdt bij het opleggen van een geldboete rekening met de financiële situatie van de verdachte, er moet passend gestraft worden maar mag het inkomen/vermogen niet onevenredig treffen (art. 24 Sr).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rechterlijk pardon

A

De verdachte wordt veroordeeld zonder oplegging van een sanctie (art. 9a Sr).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vragen moet de rechter beantwoorden bij het beslissen over het opleggen van een sanctie?

A

Aan de hand van vierde vraag van art. 350 Sv (art. 351 Sv).
1. Moet er een sanctie worden opgelegd?
2. Welke soort sanctie moet worden opgelegd?
3. Wat is een passende strafmaat?
4. Welke sanctiemodaliteit wordt toegepast? (Voorwaardelijk?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorwaardelijke veroordeling

A

Niet-tenuitvoerlegging van sancties op basis van voorwaarden (art. 14a Sr).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly