H7: Zuren en Basen Flashcards
1
Q
Wat is een zuur?
A
Elk deeltje dat in water een H+ deeltje (een proton) af kan staan, een protondonor.
- geleidt stroom
- pH<7
- Zuur + Magnesium → Mg2+(aq) + H2(aq)
2
Q
Wat is een base?
A
Een deeltje dat 1 (of meer) H+ ionen op kan nemen, een protonacceptor.
- pH>7
3
Q
Wat is een sterk zuur?
A
Een zuur dat volledig ioniseert (→)
- Zuren boven H3O+ (Binas 49)
4
Q
Wat is een sterke base?
A
Alle basedeeltjes nemen een H+ ion op (→)
- Base onder OH- (Binas 49)
5
Q
Oxonium =
A
H3O+ (aq)
6
Q
O2- =
A
oxide
7
Q
Natronloog =
A
Na+ (aq) + OH- (aq)
8
Q
Kaliloog =
A
K+ (aq) + OH- (aq)
9
Q
Kalkwater =
A
Ca2+ (aq) + 2OH- (aq)
10
Q
Ammonia
A
NH3 (aq)
11
Q
‘H2CO3’
A
- koolzuur
- aan te tonen met Kalkwater
- instabiel zuur, ontleedt snel H₂O + CO₂
12
Q
pH =
A
-log[H3O+]
13
Q
pOH =
A
-log[OH-]
14
Q
pH + pOH =
A
14
15
Q
[H3O+] =
A
10^-pH