H1: Atoombouw & binding Flashcards
Me + Me =
Metaal
nMe + Me =
Zout
nMe + nMe =
Moleculaire stof
Atoomnummer =
Het aantal protonen in de kern
Isotoop=
Zelfde aantal protonen, ander aantal neutronen
Mol x u =
Gram
Edelgasconfiguratie
Goed, stabiel, wil iedereen (groep 18 zijn edelgassen)
Wat hebben atomen bij een atoombinding/covalentie binding
Gemeenschappelijk elektronenpaar
covalentie
Aantal bindingen dat een atoom kan vormen (bijv. Waterstof heeft covalentie 1)
vanderwaalsbinding/molecuulbinding
Een zwakke binding tussen moleculen in plaats van atomen. De sterkte van de binding hangt af van de grootte van het molecuul
ion
Deeltje met een lading
Verbranding
Reactie met O2
C…H… + O2 -> CO2 + H2O
Valentie-elektronen
aantal elektronen in de niet gevulde buitenste schil
Isomeer
Zelfde molecuulformule, andere structuurformule
Me atoom
1,2,3 elektronen i.d. buitenkring
nMe atoom
4,5,6,7 atomen i.d. buitenkring
Halogenen
Reactief en schadelijk voor milieu (groep 17)
edelgassen
Atomen waarbij de buitenste schil compleet gevuld is (groep 18)
Wat voor bindingen hebben zouten?
Ionbinding, veel sterker als vdwbinding, bij kamertemperatuur zout=vast
Wie publiceerde het eerste periodiek systeem?
Mendelev, in 1869
verbindingen
stoffen die uit twee of meer atoomsoorten bestaan en daardoor ontleedbare stoffen zijn
In welke fasen geleiden metalen stroom?
In de vaste en vloeibare fase
Wat voor toestand hebben metalen bij kamertemperatuur?
Vast (s), behalve kwik (l)
In welke fasen geleiden Moleculaire stoffen stroom?
Geen enkele, ze geleiden nooit stroom