H6 --> ALLEEN classificaties van psychofarmaca Flashcards
Psychofarmacologische effecten
psycholeptica (inhibitie)
psychoanaleptica (stimulatie)
psychodysleptica (desorganisatie)
Wat zijn de Psycholeptica?
- Sedativa en hypnotica
- Anxiolytica
- Antipsychotica
- Stemmingsregulators
stoffen die psychologische functies inhiberen
Wat zijn de Psychoanaleptica?
- Antidepressiva
- Stimulantia
stoffen die psychologische functies stimuleren
Wat zijn de Psychodysleptica?
- Narcotische analgetica
- Hallucinogenen
stoffen die psychologische functies desorganiseren (ontregelen)
Psycholeptica
sedativa, hypnotica en anxiolytica
Werken op GABA-A receptor (inhiberend)
- Sedatieven en hypnotica doen GABA na (alcohol, GHB en barbituraten)
- Anxiolytisca verhoogt de binding van GABA (benzodiazepine, diazepam en valium)
Gebruikt bij anesthesie
Werkt additief dus geen alcohol mengen met medicatie
Psycholeptica
antipsychotica
Ook wel neuroleptica
Werken op dopamine receptoren (activerend) als antagonisten
Ze bezetten de DA receptor
* minder bindingsplaatsen beschikbaar
* minder effect van dopamine
Bv chloorpromazine, haloperidol
Psychoanaleptica
soorten antidepressiva
- MAO-remmers: monoamine oxidase (enzym)
- TCA’s: tricyclische antidpressiva (1e gen), invloed op alle 4 de kleine moleculen (onwenselijk daarom 2e gen)
- SSRI’s: selective serotonin re-uptake inhibitors (2e gen)
- 1e generatie antidepressiva (TCAs) geven over het algemeen meer bijwerkingen dan 2e gen (SSRIs)
Psychoanaleptica - Antidepressiva
MAO remmers
Monoamine oxidase (MAO) remmers
- Inhiberen afbraak van Serotonine (SE = activerend) –> Meer SE in synaptische spleet
Psychoanaleptica - Antidepressiva
TCAs
Tricyclische antidepressiva (1e gen)
Inhiberen heropname van SE (maar ook van NE, histamine, ACth, DA)
Meer bijwerkingen dan 2e gen
Psychoanaleptica - Antidepressiva
SSRls
Selective serotonin re-uptake inhibitors (2e gen)
Inhiberen heropname van SE meer selectief
Bv Fluoxetine (Prozac), Paroxetine (Seroxat), Sertraline (Zoloft)
Psychoanaleptica
stimulantia
- Cocaine/crack: dopamine agonist (dopamine activerend), blokkeert heropname van dopamine
-
Amfetamine: Norepinefrine en dopamine agonist, stimuleert de afgifte én blokkeert de heropname van NE en DA
- methylfenidaat –> ritalin en concerta (ADHD)
- methamfetamine –> ICE en crystalmeth
- MDMA en XTC - Nicotine
- Cafeïne
Psychodysleptica
narcotische analgetica
- Opium uit papaver somniferu, (maanzaad)
- Codeine en morfine uit melksap van zaadbollen
- Heroine uit morfine (beter oplosbaar –> hersen bloed barriere)
- sterk verslavend werkt op meerdere neurotransmitters en receptoren
- Endorfinen: peptiden met opiaat achtige effecten wordt in het lichaam aangemaakt (béta endorfine: sterke pijnstilling)
Psychodysleptica
hallucinogenen
Ook wel psychedelica
Veranderen sensorische perceptie en conitie
- hallucinatie product
- niet specifieke versterker –> beïnvloed door intentie
- mescaline, psilocybine, LSD –> serotonine agonisten
- Anandamide endocannabinoïd, tetrahydrocannabinol (THC) fytocannabinoïd –> Werken als neuromodulator: inhiberen afgifte van Glutamaat én GABA EN dempen zowel excitatie als inhibitie
- marihuana