H6 Flashcards

1
Q

Zorg

A

Vrouwen maken vaker gebruik van de zorg dan mannen, onder andere omdat ze kinderen kunnen krijgen en ouder worden dan mannen. Vrouwen met een migratieachtergrond en lagere SES hebben minder toegang tot zorg en maken minder gebruikt van psychische gezondheidsbehandelingen en hebben hogere ratio’s van depressie en angst en psychiatrische stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Seks, voortplanting en het voortplantingssysteem kunnen emoties teweeg brengen.

A

Een arts/ verloskundige/ gynaecoloog heeft weinig tijd tijdens een afspraak om zich met psychisch leed bezig te houden. Bovendien zijn ze daar ook niet voor opgeleid, maar zouden ze de problematiek wel moeten kunnen signaleren. De rol van een psycholoog in verloskunde en gynaecologie is daardoor in de laatste jaren belangrijker geworden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De rol van een psycholoog in gynaecologische setting bestaat uit:

A

• Screening/ beoordeling.
• Consultatie voor medisch personeel.
• Verwijzingen.
• Behandeling van individuen, paren, gezinnen.
• Psycho-educatieve groepen (verandering van levensstijl).
• Groepstherapie begeleiden over coping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Menarche

A

(begin van de menstruatie). Dit gebeurt bij 95% van de meisjes tussen 11-15e.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Begin seksuele activiteit

A

De gemiddelde leeftijd hiervoor is 15.5 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zwangerschap/ouder zijn van eerste kind

A

De gemiddelde leeftijd 30 jaar (dit is erg laat). De gemiddelde leeftijd bij een hoogopgeleide vrouw is 34 jaar, dat maakt Nederlanders de oudste “first time” moeder wereldwijd. In Nederland willen vrouwen eerst een langdurige opleiding volgen en daarna carrière maken, waardoor ze laat aan kinderen beginnen. Dit heeft negatieve gevolgen, want
vruchtbaarheid neemt af met de leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Menopauze

A

gebeurt gemiddeld op de leeftijd van 51 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Premenstrual syndrome

A

werd voor het eerst beschreven door Frank (1931) als een onbeschrijfelijke spanning in de laatste fase van de menstruele cyclus, dus net voordat de vrouw haar menstruatie start.

De huidige definitie van PMS is: “De cyclisch terugkerend in de luteale fase van de menstruele cyclus met een combinatie van fysieke, psychologische distress, en/ of gedragsveranderingen van voldoende ernst wat resulteert in een verslechtering van interpersoonlijke relaties en/ of verstoring van normale activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Symptomen PMS

A

Vrijwel iedere vrouw merkt veranderingen in de laatste fase van de cyclus, dus moet men rekening houden met symptomen die ernstig, negatief en belangrijk zijn waardoor het je functioneren beïnvloedt.
• Depressief gevoel/ irriteerbaarheid.
• Verminderde concentratie.
• Toegenomen voedsel- / alcohol inname.
• Pijnlijke borsten.
• Zwelling/ oedeem.
• Hoofdpijn.
• Vermoeidheid.

Het verschilt heel erg per vrouw welke symptomen ze ervaart. PMDD/ PMS is geen variant van depressie of angststoornis, maar een losse diagnostische entiteit, met irriteerbaarheid en ontstemming als meest karakteriseerbare kenmerken..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Prevalentie pms

A

Een meta-analyse laat zien dat de wereldwijde prevalentie schommelt tussen de 10 en 98%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Evaluatie

A

Je voert evaluatie uit om te bepalen of symptomen gerelateerd of ongerelateerd zijn aan de menstruele cyclus:
• Intake interview: bijv. onset, duur, intensiteit, symptoom verloop, impact op het leven en op anderen, coping.
• Voor één maand lang dagelijks een symptoom dagboekje invullen: bijv. ernst van symptomen, ongewone gebeurtenissen, alcohol of drugsgebruik. Dit wordt gedaan, omdat tijdens het interview symptomen vaak overschat worden en de verbanden tussen symptomen en gebeurtenissen minder duidelijk zijn.
• Vragenlijsten: bijv. Moos menstrual distress questionnaire en/ of premenstrual assessment form.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly