H4 Flashcards
Competenties voor psychologen in medische setting
- beoordeling
- belangenbehartiging
- onderwijs
- professionaliteit
Beoordeling
psychologische metingen specifiek voor medische condities. Je moet rekening houden met lichamelijke ziekten. Psychische en lichamelijke klachten kunnen overlappen.
Belangenbehartiging
effectief opkomen voor de behoefte van de patiënt en psychologische diensten.
Onderwijs
trainen van medische professionals in het begrijpen van hun patiënten. Het geven van trainingen; medische professionals trainen in slechtnieuwsgesprekken of het omgaan met agressie.
Professionaliteit
doorgaan met onderwijs zodat kennis en vaardigheden gerelateerd aan de medische setting worden verbreedt. Je moet up to date blijven; je moet de behandelingen weten op psychisch gebied, maar ook van de meest voorkomende medische behandelingen.
֍ Als je veel kankerpatiënten hebt is het van belang om te weten dat dit vaak behandeld wordt met chemo, maar de laatste tijd ook veel met immunotherapie. Als professional moet je weten wat deze behandelingen inhouden.
Beoordeling; aanbevolen interview inhoud
De dingen die je in kaart brengt tijdens de eerste gesprekken:
• Attitude tegenover psychologische doorverwijzing en medische conditie: Je wil
achterhalen of een patiënt weet wat je kan bieden en wat een psycholoog
inhoudt.
• Details van het probleem (hoe beïnvloedt het iemands leven).
• Wat maakt de symptomen beter/ slechter
• Mate van beperking in dagelijks leven; sociaal, beroepsmatig, vrije tijd en
familiaal.
• Perceptie van de ziekte wat betreft begin, oorzaak, verloop van symptomen, nut
van behandeling etc.
• Social support system.
Beoordeling; Aan het eind van de assessment procedure moet je informatie hebben over
doorverwijs vraag, medische en psychosociale geschiedenis, oorzaak van het probleem, omgevingsfactoren, hulpbronnen waartoe de patiënt toegang heeft.
Veelvoorkomende verwijzings kwestiess
Een psycholoog kan helpen om:
• Maximaliseren van de medische behandeluitkomst
• Verbeteren van therapietrouwheid
• Verminderen van stress/ invloed op dagelijks leven
• Beter met de pijn van ziekte/ behandeling omgaan
• Verminderen van de afhankelijkheid van bepaalde medicijnen
• Vaststellen of bepaalde factoren de conditie verergeren
Een arts en psycholoog moeten dit heel duidelijk maken aan patiënten om woede en defensiviteit te voorkomen.
Praktische beroepsvraagstukken
Omvang van diensten
Marketing van problemen
Communicatie
Toekomstig onderzoek
Omvang van diensten
• Beoordeling.
• Psycho-educatie.
• Interventies (bijv. gedragsbehandeling).
• Begeleiden/ faciliteren van groepstherapie.
• Overleg met medisch personeel (bijv. over therapietrouw of stressreacties van
patiënten).
Marketing van problemen
• Communiceer je vaardigheden richting patiënten, zorgverleners en zorgorganisaties.
• Marketing:
֍ Relaties met medisch personeel zijn belangrijk.
֍ Probeer deel te nemen aan multidisciplinaire teams.
֍ Ga naar medische congressen en/of lees literatuur.
֍ Behoeften analyseren, doelgroep selecteren, strategie en plan
ontwikkelen en uitvoeren, evalueren.
• Een psycholoog heeft nodig: Een grondig begrip van de aard van de medische
aandoening, medische procedures en medische invloeden op psychosociale
gedragsdomeinen.
• Een arts moet:
֍ Bekend zijn met de rol van de psycholoog.
֍ Relevante nauwkeurige verwijzingen maken naar de psycholoog. ֍ Een patiënt voorbereiden op een psychologisch consult.
Communicatie
• Je werkt veel samen met andere disciplines, waarin iedereen zijn eigen achtergrond en taalgebruik heeft. Probeer dus helder taalgebruik te gebruiken. ֍ Verslagenmoetensnelennauwkeurigzijn,vrijvanpsychologischjargon,
een antwoord geven op de verwijzingsvraag en een aanbeveling voor
behandeling bevatten.
• Zorg dat je op de hoogte bent van veelvoorkomende medische procedures.
Toekomstig onderzoek
Huidig onderzoek focust zich op:
• De relatie tussen psychologische factoren en een medische ziekte
• Relatie tussen fysieke/biologische, psychologische en sociale oorzaken van
medische stoornissen
• Effectiviteit van psychologische interventies.
֍ ACT interventies bij kankerpatiënten helpen om met pijnklachten om te gaan.
HIV
Human Immunodeficiency Virus (HPV: Menselijk deficiëntie virus) is een snel muterend retrovirus wat het immuunsysteem aanvalt. HIV is de veroorzaker van aids
Aids
acquired immune deficiency syndrome (verworven immuno deficiëntie syndroom). Deze ziekte is ongeneselijk, en het heeft een hoge sterftegraad. Het verspreidt zich snel en er is geen vaccinatie om je er tegen te beschermen. Tegenwoordig is deze combinatie van hoge infectiegraad en geen vaccin zeldzaam.
Geschiedenis HIV/aids
• 1926-46: HIV verspreidt zich mogelijk van apen op mensen.
• 1959: Eerste bewezen AIDS dode in Congo.
• 198: De Centers for Disease Control and Prevention (CDC) merken een hoge
• hoeveelheid van mensen met een zeldzame soort tumor (komt vooral voor met
mensen met een slecht immuunsysteem).
• 1982: De term AIDS wordt voor het eerst gebruikt.
• 1983/84: Amerikanen en Franse wetenschappers claimen beide de ontdekking
van het virus wat later HIV genoemd zal worden.
• 1985: De eerste HIV antilichaamtest via bloed.
• 1987: AZT is het eerste anti-HIV medicijn.
• 1988: 1 december wordt Wereld AIDS dag.
• 1996: Eerste protease inhibitors (beter medicijn dan AZT).
• 2014: 37 miljoen mensen leven met HIV.
Hiv prevalentie
HIV/AIDS is een wereldwijd gezondheidsprobleem geworden met meer dan 40 miljoen doden sinds de jaren 80. De wereldwijde prevalentie is gestabiliseerd bij 0.8% (het neemt niet meer toe).
• 37.7 miljoen mensen leven met HIV/AIDS.
• 1.5 miljoen nieuwe infecties.
• 26 miljoen mensen die antiretrovirale therapie ontvangen. • 680.000 AIDS gerelateerde doden in 2020.
HIV is een wereldwijde, algemene epidemie die mensen van alle verschillende achtergronden kan beïnvloeden, maar HIV beïnvloedt onevenredig. Het komt merendeel voor in Afrika.
HIV/ AIDS begon in de jaren ’80 en in de jaren ’90 vielen de eerste doden (290.000). Rond 2000 kwam er stabiliteit door de opkomst van medicatie en steeds meer mensen krijgen er toegang tot. Het aantal sterftegevallen blijft afnemen (770.00 in 2018). Het hoogtepunt was in 2004 met 1.700.000 doden.
Mensen met een grotere kans op besmetting
drugsgebruikers die besmette naalden gebruiken en delen, mannen die seks hebben met mannen, sekswerkers (mannen en vrouwen), mensen met lage SES (minder toegang tot juiste medische zorg, voorlichting, condoomgebruik zou te duur kunnen zijn), mensen in Sub-Saharan Afrika.
Immuunsysteem
Als iets sterft, wordt het immuunsysteem uitgeschakeld. Binnen enkele uren wordt het lichaam overspoeld door allerlei bacteriën, microben en parasieten. Het duurt maar een paar weken voor deze organismen je lichaam volledig ontmantelen, tot er alleen nog een skelet over is. Geen van deze ziekteverwekkers kan binnenkomen als je immuunsysteem werkt, maar op het moment dat je immuunsysteem stopt, staat de deur wagenwijd open. Het immuunsysteem werkt naar behoren en tot dat er iets mis gaat, merk je eigenlijk het bestaan ervan niet eens op. Het immuunsysteem beschermt ons tegen miljoenen bacteriën, microben, virussen, giftige dingen en parasieten.
Het immuunsysteem beschermt ons op 3 manieren
• Het creëert een barrière (bijv. huid, speeksel etc.) die voorkomt dat bacteriën en virussen het lichaam binnendringen.
• Als een bacterie of virus wel het lichaam inkomt, probeert het immuunsysteem het te detecteren en te elimineren voordat het zich kan voortplanten.
• Als het virus of bacterie de kans krijgt zich voort te planten en problemen begint te veroorzaken, probeert je immuunsysteem het te elimineren.
Hoofdcomponenten immuunsysteem
• Thymus (tussen borstbeen en luchtpijp boven het hart): produceert T-cellen.
• Beenmerg: produceert bloedcellen en B-cellen.
• Milt: filtert afvalstoffen uit het bloed
• Lymfesysteem: bevat lymfeklieren en filtert afvalstoffen uit het bloed
• Witte bloedcellen (= leukocyten): lymfocyten, B-cellen, Helper-, Killer-, en
Onderdrukkende T-cellen, Natural Killer cells.
• Antilichamen: eiwitten die reageren op een specifiek antigen (bacterie, virus of
toxine).
• Complement eiwitten: werken samen met de antilichamen
• Hormonen = lymfokines: bepaalde hormonen helpen het immuunsysteem.
• Antigenen: indringers in het immuunsysteem (= lichaamsvreemde stoffen).
Het immuunsysteem is heel complex. Als één onderdeel niet functioneert kunnen ziekteverwekkers binnendringen en kun je symptomen krijgen.
B cellen/B lymfocyten
beschermen tegen bacteriën en parasieten. Ze maken
specifieke antilichamen die binden aan specifieke antigenen. Het wordt ook wel “humorale afweer” genoemd en zijn onderdeel van de specifieke afweer. Het is in staat onderscheid te maken tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde stoffen.
T-cellen/t lymfocyten
beschermen tegen virussen. Ze binden zich aan een specifieke cel zodat die doodgaat. Het wordt ook wel “cell mediated immunity” genoemd.
֍ T-Helper cellen: Worden aangevallen door het HIV virus, waardoor je hele immuunsysteem uiteindelijk kan worden uitgeschakeld.
֍ T-suppressor cellen
֍ Cytotoxische T-cellen/ natural killer cellen
4 manieren van hiv overdracht
• Persoon-tot-persoon door midden van lichaamsvocht tijdens seksuele
gemeenschap.
• Gebruik van HIV-besmet injectiemateriaal (bijv. onder drugsgebruikers, of
verwondingen door naalden),
• Moeder op kind: tijdens zwangerschap, bevalling, borstvoeding.
֍ InNederlandwordtjeautomatischopHIVgetestalsjezwangerbent.Als je besmet bent, krijg je medicatie en je wordt gemonitord. Je krijgt een keizersnee en borstvoeding wordt sterk afgeraden.
• Transfusie met besmet bloed (zeldzaam in de Westerse wereld).
Preventie hiv overdracht
Tegenwoordig wordt condoomgebruik gepromoot, worden naalden nog maar één keer gebruikt, worden moeders tijdens de zwangerschap gescreend op HIV en krijgen ze extra zorg en wordt bloed voor transfusie altijd gecontroleerd op HIV.
HIV en seks
HIV verspreidt zich het gemakkelijkst door anale seks en de ontvangende partners heeft het grootste risico. Hoe meer seksuele partners je hebt, hoe groter het risico op het krijgen van HIV. Seks is gevaarlijker wanneer het is met iemand die seropositief is (geïnfecteerd met HIV), als de persoon in een hoog-risico groep zit (homoseksueel of een drugsgebruiker die injecteert is) of wanneer geen condooms worden gebruikt.
Van HIV naar aids
HIV is een van de retrovirussen. Het reproduceert alleen in de levende cellen van de host. De host cel wordt binnengedrongen en bij elke deling wordt de genetische code van het virus vermenigvuldigd. HIV dringt een groep van witte bloedcellen (lymphocyten) binnen genaamd T-helper of CD4+T cellen. Dit zijn de cellen die cruciaal zijn voor de afweerreactie van het immuunsysteem tegen infecties. Wanneer HIV zich reproduceert, vernietigt het de geïnfecteerde T-cellen en veroorzaakt AIDS.