H6 Flashcards
Cognitieve dissonantie theorie
Inconsistenties tussen 2 overtuigingen (cognities) of tussen cognitie en gedrag leiden tot een ongemakkelijke emotionele staat (dissonantie)
Leon Festinger
Reductie in dissonantie door…
Verandering van gedrag - stoppen met roken
Verander van cognitie - Roken is niet schadelijk
Voeg cognitie toe - roken ontspant me en dat is gezond
Zelfbevestiging - roken is slecht maar ik rook nu eenmaal
Postdecision dissonance
Hetgeen wat je niet kiest lijkt slechter
Hetgeen wat je wel kiest lijkt beter
Rechtvaardiging van inspanning
Na ontgroening nog meer fan van een studievereniging
Lowballing
De deal wordt minder aantrekkelijk nadat je al ja zei (verzendkosten)
Festinger en Carlsmith
Saaie taak
Tegen de volgende zeggen dat het leuk is (voor 150 euro of 8 euro)
Na de test vragen hoe leuk ze het vonden
Wanneer ze weinig betaald kregen hadden ze last van dissonantie omdat het geld geen goede reden was om te liegen. In hun hoofd maakte ze het experiment dan interessanter.
Contra attitude gedrag
Gedrag dat in strijd is met je overtuigingen
Nadat ik mijn stomme buurman geholpen heb vind ik hem leuker
Arison en Carlsmith
Verboden speelgoed. Bij een zware straf de eerste keer, gingen ze de tweede keer spelen meteen op het speelgoed af. Bij een lichte straf waren ze minder enthousiast over het verboden speelgoed wanneer ze er wel mee mochten spelen
Hypocrisie inductie
Ik blijf tot deze op is. En vervolgens het glas niet leegdrinken