H3

Question 1

Sociale cognitie

Answer 1

De manier waarop mensen over zichzelf en de sociale wereld denken

Question 2

Schema

Answer 2

Structuur van alle info over bv tijgers

Question 3

Chronisch toegankelijke schemas

Answer 3

Kennis die voor ons erg belangrijk is (ons zelf, Jeroen)
Gedachte die we willen onderdrukken (White bear effect)

Question 4

Priming

Answer 4

Tijdelijk geactiveerde schemas
- Wanneer je nieuwe schoenen wil kopen kijk je meer naar schoenen
- Als je een warm kopje vasthoud vind je de mensen die je ontmoet aardiger (Bargh, niet gerepliceerd)
- Als je woorden hoort die bij oudere mensen horen, lopen mensen langzamer (Bargh, niet gerepliceerd)

Question 5

Perseveratie effect

Answer 5

We blijven ergens in geloven (slechte baas) terwijl we weten dat het niet waar is (ging over iemand anders)

Question 6

Conformation bias

Answer 6

Je zoekt dingen die bij je geloof passen en mist dingen die dit tegenspreken

Question 7

Self fullfilling prophecy

Answer 7

Je denkt da je baas niet leuk is, doet dus ook minder aardig tegen haar, waardoor zij ook minder aardig tegen jou doet

Question 8

2 systemen om info te verwerken

Answer 8

Gecontroleerd denken
Automatisch denken

Question 9

Gecontroleerd denken

Answer 9

Langzaam, zorgvuldig, bewust

Question 10

Automatisch denken

Answer 10

Snel, intuitief, onbewust

Question 11

Hoe beter je je voelt…

Answer 11

… hoe vaker je het automatische systeem gebruikt

Question 12

Cultuurverschil denkstijl

Answer 12

Westen - analystische denkstijl, kijkt naar objecten

Oosten - Holistische denkstijl, kijkt naar geheel en relaties tussen objecten

Question 13

Base rate informatie

Answer 13

Je misschat de hoeveelheid van iets. Een nerd die voetbalt of LARPt? Wss voetbal want dat zijn veel meer mensen maar eerste gevoel zegt LARPen

Question 14

Beschikbaarheidsheuristiek

Answer 14

Veel vliegtuigrampen zijn beschikbaar in je brein, omdat deze allemaal heftig zijn

Question 15

Representatieheuristiek

Answer 15

Hoe vergelijkbaar is dit met een typisch geval

Question 16

Illusoire correlatie

Answer 16

Verlangen naar controle
- na 14 jongens zal ik toch wel een meid krijgen

Question 17

Contrafeitelijk denken

Answer 17

Wat als het anders was geweest