H5.2 Flashcards

1
Q

vanaf welke week ontstaan de somieten in het embryo?

A

vanaf week 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tijdens welk proces wordt het mesoderm gevormd? en waaruit?

A

tijdens de gastrulatie, primitiefstreek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 3 typen mesoderm bestaan er?

A
  1. paraxiaal mesoderm
  2. intermediair mesoderm
  3. lateraal mesoderm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waaruit ontstaan de somieten?

A

uit het paraxiaal mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

in welke 3 organen splitsen somieten zich op?

A
  1. sclerotoom
  2. dermatoom
  3. myotoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke organen ontstaat uit het sclerotoom?

A

axiaal skelet: wervels, ribben, sternum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welk mesoderm bevindt zich craniaal en welke caudaal?

A

craniaal: somieten (paraxiaal mesoderm)
caudaal: intermediair -en lateraal mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welk orgaan onstaat uit het dermatoom?

A

dermis: huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

in welke richting worden somieten aangelegd?

A

van craniaal naar caudaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welk orgaan ontstaat uit het myotoom?

A

skeletspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe verloopt het proces van de splitsing van de somiet?

A

mediale zijde somiet barst open ->
cellen migreren naar notochord ->

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe heten de cellen, die na de openbarsting van de somiet, migreren richting de notochord?

A

het sclerotoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

op welk frontaal vlak groeien de sensorische en motorische neuronen?

A

ventraal vlak: motorische neuronen
dorsaal vlak: sensorische neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe komt de differentiatie van de somieten tot stand? en uit welke structuren?

A

door de afgifte van signaalmoleculen vanuit de notochord, neurale buis, ectoderm, lateraal mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welk deel van het embryo stuurt de somieten aan om sclerotoom te worden dmv signaalmoleculen?

A

een deel van de neurale buis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welk deel van het embryo stimuleert spiercel vorming uit het myotoom?

A

BMP-4

17
Q

welk deel van het embryo stimuleert het dermatoom voor de ontwikkeling van de dermis?

A

het ectoderm

18
Q

wat is syndetoom?

A

pezen

19
Q

wat is meningotoom?

A

vliezen rond het ruggenmerg

20
Q

uit hoeveel somietparen bestaat een sclerotoom?

A

uit 2 somietparen

21
Q

wat ontstaat uit de sclerotoom?

A

wervelkolom en klein deel van schedelbasis

22
Q

waartussen komen de zenuwen van een wervel te liggen?

A

naar het dermamyotoom tussen de wervels

23
Q

door welke twee genen ontstaat segmentatie in het wervelkolom?

A
  1. oscillerende genen
  2. klokgenen
24
Q

wat zijn oscillerende -en klokgenen?

A

genen coderen voor een klokeiwit, welke zijn eigen synthese voor korte tijd kan blokkeren

25
Q

wat is het determination front

A

de plek waar signaalmoleculen van craniaal en caudaal elkaar raken

26
Q

welk aspect aan de segmentatieklok beïnvloed de grootte en aantal somieten?

A

de snelheid

27
Q

hoe werken de klokgenen, beschrijf het proces

A

wanneer de klokgenen actief zijn, zal er daar een segment beginnen en zal eindigen wanner de klokgenen hun synthese hebben geblokkeerd en inactief zijn

28
Q

welke 2 factoren zorgen voor segmentatie?

A
  1. segmentatieklok
  2. gradiënten van de signaalmoleculen: determination front