H4.1 Flashcards

1
Q

telencephalon

A

subcorticale en cerebrum (grote hersenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

diencephalon

A

tussenhersenen en hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mesencephalon

A

middenhersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

metencephalon

A

pons en cerebellum (kleine hersenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

myelencephalon

A

medulla oblongata (het verlengde merg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar bestaat de hersenstam uit?

A

pons, medulla oblongata en mesencephalon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar bestaat het centrale zenuwstelsel uit?

A

telencephalon, diencephalon, cerebellum hersenstam en ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat betekent gyrus?

A

winding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat betekent sulcus?

A

groef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

uit welke lobi bestaan de hersenen?

A

lobus frontalis
lobus parietalis
lobus occipitalis
lobus temporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welk onderdeel van de hersenen verbindt de twee hersenhelften?

A

corpus callosum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke route legt sensibele informatie af?

A

via het ruggenmerg naar de hersenstam en komt aan in de thalamus (alle sensibele info komt daar terecht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welk gebied in de hersenen herkent gezichten?

A

fusiforme gyrus in de lobus temporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het verloop in het sensorisch systeem? en welk zintuig is een uitzondering?

A

input —> thalamus –> primaire schors –> secundaire schors. reuk is een uitzondering want die heeft directe verbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het verloop van het motorisch systeem?

A

output–> primaire motorische schors –>r ruggenmerg –> skeletspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waar is het cognitieve systeem belangrijk voor?

A

planning

17
Q

waar is het lymbische systeem belangrijk voor?

A

emoties en pijn

18
Q

waar bestaat het lymbische systeem uit?

A

amygdala, hypthalamus en insula