H5 - Overheidsingrijpen in markten Flashcards

1
Q

Wat wordt marktfalen genoemd?

A

Het niet ideaal produceren.

Bijvoorbeeld tweedeling in de gezondheidszorg; goede zorg voor de mensen met meer geld en slechte zorg voor de mensen met minder geld. Overheidsingrijpen is nodig om dit falen te corrigeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn redenen tot overheidsingrijpen bij marktfalen?

A
  • Allocatie: Marktwerking heeft niet automatisch het gevolg dat de productiefactoren op de meest gewenste manier worden ingezet.
  • Redelijke inkomstenverdeling: Inkomensverdeling die voortkomt uit de marktwerking wordt door veel mensen als oneerlijk gezien.
  • Stabilisatie: Marktwerking leidt niet tot een gelijkmatige economische groei, dit is wat de overheid wel nastreeft, daarom ziet zij het als haar taak om voorwaarden te scheppen waardoor een evenwichtige en gelijkmatige groei mogelijk is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer kan de overheid economisch ingrijpen?

A

Als de opbrengsten van het ingrijpen voor de maatschappij als geheel toenemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf de optimale situatie bij goedwerkende markt voor de onderneming.

A

Productieomvang is optimaal wanneer de marginale opbrengsten gelijk zijn aan de marginale kosten en zij maximale winst behalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf de optimale situatie bij goedwerkende markt voor de consument.

A

Optimale situatie wanneer de marginale opbrengsten van behoeftebevrediging gelijk zijn aan de marginale kosten van behoeftebevrediging. Bij een gegeven inkomen is welvaart maximaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf de optimale situatie bij goedwerkende markt voor de maatschappij.

A

Optimale situatie wanneer de ondernemingen maximale winst behalen en consumenten maximale welvaart genieten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn externe effecten?

A

Externe effecten zijn kosten of opbrengsten van productie of consumptie van producenten of consumenten van producten die zij zelf niet ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn positieve effecten?

A

De opbrengsten voor de maatschappij liggen hoger dan de particuliere opbrengsten, denk aan de aanleg van een voortuin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn negatieve effecten?

A

De kosten voor de maatschappij bij consumptie of productie van een bepaald goed, denk aan de uitstoot-gassen van een fabriek. Om negatieve externe effecten als milieuvervuiling te bestrijden gebruikt de overheid marktconforme- en niet-marktconforme instrumenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is marktconform?

A

Het gebruik maken van het marktmechanisme door de productiekosten te verhogen met de kosten van de ontstane milieuvervuiling. Bedrijven zullen milieuvriendelijker gaan produceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is niet-marktconform?

A

Regelgeving gebruikt de overheid tot het verbieden van milieuvervuilende productie. Verbieden van het lozen van giftige stoffen is hier een voorbeeld van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn individuele- goederen?

A

Goederen die door bedrijven worden geproduceerd om door te verkopen aan afzonderlijke afnemers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn collectieve- goederen?

A

Goederen die zulke positieve effecten in verhouding tot particuliere opbrengsten hebben dat verloop via vrije markten niet goed tot stand komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem een paar kenmerken van collectieve- goederen.

A

Niet rivaliserend, gebruik van het goed door de ene consument gaat niet ten koste van het gebruik van ditzelfde goed door een andere consument (vb: gebruik van straatverlichting)
Niemand kan worden uitgesloten van het gebruik ervan..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar wordt merit en demerit voor gebruikt?

A

De overheid biedt producten onder de kostprijs aan om ervoor te zorgen dat mensen worden aangemoedigd om gebruik te maken van dit product.

De overheid kan gebruik van producten aanmoedigen of ontmoedigen, hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen merit- en demerit good.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt een merit good in?

A

Aanbieden van subsidies waardoor de vraagprijs voor het product omlaag kan.

17
Q

Wat houdt demerit good in?

A

Het ontmoedigen van gebruik van product door het goed; te verbieden, wettelijke regels voor verkoop, beïnvloeding van de publieke opinie en accijnsheffing. Verbieden van een product is een directe aanpak, het heffen van accijnzen is indirect.

18
Q

Waar zorgt de mededingingswet voor?

A

Door deze wet wordt concurrentie en kartelvorming uitgeschakeld. Zo kunnen concurrenten niet hun macht gebruiken om prijsafspraken te maken.

19
Q

Waar zorgt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor?

A

Een goed werkende zorgmarkten te maken en te bewaken. De belangen van de consument staan centraal.

20
Q

Waar zorgt de consumentenbeleid voor?

A

Er zijn wetten die impulsieve aankopen door agressieve verkoop (aan de deur) ongedaan kunnen maken.

21
Q

Waarom is er een sociaal minimum(inkomen) vastgesteld in Nederland?

A

Een inkomensvorming die wordt overgelaten aan de vrije marktwerking levert zeer ongelijke lonen op.
Dit stelsel van sociale zekerheid biedt oude, werkloze en arbeidsongeschikte mensen een inkomen.

22
Q

Wat houdt een werknemersverzekering in ?

A

Het werkt via de equivalentiegedachte, iemand heeft recht op een uitkering wanneer hij premie heeft bepaald, ook de hoogte van de uitkering is afhankelijk van de hoogte van de premie. (WIA en WW).

23
Q

Wat houdt een volksverzekeringen in ?

A

Het werkt via de solidariteitsgedachte, het recht op een uitkering en de hoogte hiervan zijn onafhankelijk van de betaalde premie. (AOW, Anw, AKW en AWBZ).

24
Q

In welke 4 onderdelen zijn belastingen te verdelen?

A

Indirecte belastingen: worden geheven bij aankoop van goederen en diensten (BTW en accijnzen) -

Directe belastingen: belastingen op winst, inkomen en vermogen (inkomstenbelasting en VPB)

Heffing van belasting:
Profijtbeginsel: te betalen belasting afhankelijk van het gebruik (motorrijtuigenbelasting)
Draagkrachtbeginsel: te betalen belasting afhankelijk van de draagkracht, de sterkste schouders dragen de meeste lasten d.w.z de mensen met het hoogste inkomen betalen het meest.

25
Q

Welke belastingtarieven zijn er?

A

Proportioneel: belastingdruk blijft hetzelfde bij toename van het inkomen
Degressief: belastingdruk neemt af bij toename van het inkomen
Progressief: belastingdruk neemt toe bij toename van het inkomen

26
Q

Wat is een financieringstekort?

A

Het verschil tussen inkomsten en uitgaven van het rijk zonder de aflossingen op de schuld aan de uitgavenkant.

27
Q

Wat is een begrotingstekort?

A

Het verschil tussen inkomsten en uitgaven inclusief de aflossing op de staatsschuld.

28
Q

Wat zijn de 4 tekortkomingen van de overheid?

A
  1. Moeilijk of zelfs onmogelijk voor de overheid om inzicht te verkrijgen in de kosten en baten van beleidsmaatregelen. Soms hebben beleidsmaatregelen dus het tegenovergestelde effect.
  2. De overheid voert regels en wetten uit om controle te houden op bedrijven en ondernemingen. Het controleren van al deze gegevens kost veel tijd en geld. 3. Overheidsproductie is niet doelmatig, ze produceert niet om winst te maken, waardoor de prikkel ontbreekt om tegen de laagste kosten te produceren.
  3. Beperkte kennis van voorkeur van de consument. De overheid kan marktwerking belemmeren door het stellen van regels en het uitvoeren van taken die beter bij particulieren kunnen liggen. Daarom is er sinds de jaren ´70 sprake van deregulering, verminderen van het aantal regels en privatisering, overnemen van overheidstaken door particulieren.