H5: onderwijsleeractiviteiten Flashcards

1
Q

onderwijsleeractiviteit

A

didactische werkvorm
afgebakend handelingspatroon of concrete activiteiten van en tussen de onderwijzer en de leerlingen bij het verwerven van leerprocessen ifv de beginsituatie, leerdoelen en de overige componenten van het didactisch proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aspect

A

activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kiezen goede werkvorm

A

welke meest geschikt voor leerproces, doelen
wat kunnen de leerlingen zelf doen
waar moet de leerkracht zelf ondersteuning geven
variëren zorgt voor betere onthouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verband tussen doelen en activiteiten

A

de 4 gedragsniveau’s van de block

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

instructie vormen

A

doceren
vertelling
demonstreren
ppt presentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

doceren

A

leerstof via lkr naar lln

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sterke punten doceren

A

bereiken cognitieve doelen
eenvoudige organisatie
korte tijd veel info

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zwakke punten doceren

A

weinig contact lkr-lln
weinig differentiatie
aandacht verslapt snel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stappenplan doceren

A
  1. introductie->wek belangstelling
  2. duidelijke start -> herhalen vorige les
  3. info systematiek -> duidelijke structuur, uitleg
  4. afsluiter -> korte samenvatting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

soorten doceren

A

informeren -> doorgeven info
vertellen -> levend beeld v onderwerp
uitleggen -> verklaren/verduidelijken problemen of idee
bespreken -> werk, boek, film

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vertelling

A

verhaal, lied, gedicht -> affectief klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sterke kanten vertelling

A

bereiken affectieve doelen
expressieve opdracht
nieuwsgierigheid en belangstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zwakke kanten vertelling

A

weinig differentiatie

aandacht kan snel verslappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

stappenplan vertelling

A
  1. keuze verhaal -> samenhang, belangstelling
  2. introductie -> geef doel en evt. opdracht
  3. vertellen
  4. moment rust -> verhaal bezinken
  5. nabespreking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

soorten vertellingen

A

observatie -> nauwkeurig een situatie beschrijven
inleving -> beleving dat bij de leefwereld past
interpretatie -> verklaring laten geven over gebeurtenis
poëtisch -> gedicht of lied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

demonstratie

A

aanschouwelijk materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

+ demonstratie

A

concreet
motiverend
stimulerend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
  • demonstratie
A

beperkte onderwerpen
moeilijk om overzichtelijk te houden
kostbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

stappenplan demonstratie

A
  1. materiaal klaarzetten
  2. tonen -> logische volgorde , observatie opdracht
  3. na tonen-> na vertellen, verwerken, samenvatten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

soorten demonstratie

A

tonen -> visuele info, ll observeren
vertonen -> filmpje
aantonen -> werking laten zien, ll opdrachtjes geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ppt +

A

structuur
lage kosten
niks mee zeulen
inspelen op vragen en reacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

ppt -

A

tijdsintensief

niet-levende beelden gaan verloren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

interactie vormen

A
vragen stellen
onderwijsleergesprek
klasgesprek
leergesprek
discussie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

vragen stellen

A

afwisselen vraagstelling
doorvragen
voldoende denktijd geven
vermijd voorspelbare antwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

soorten vragen

A

kennis-> feiten, defenities
denkvragen -> gegevens combineren, vergelijken
gesloten vragen -> begrensd aantal juiste vragen
open vragen -> convergent -> gelimiteerd, theoretisch
-> divergent -> mening, bijna geen foute antwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

denkvragen

A

begrip
toepassing
analyse -> vraag ontleden
synthese -> zelfstandig antwoord bij gekende theorie
evaluatie -> mening, waardering, oordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

onderwijsleergesprek

A

2 richtingsverkeer, dialoog, inzicht in kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

+ OLG

A

motiverend, creatief
alle lln betrokken
grote leerwinst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q
  • OLG
A

veel voorbereiding

hoge eisen lkr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

stappenplan OLG

A
  1. onderwerp introduceren -> beginvraag
  2. gesprek
  3. afsluiter -> samenvattig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

klasgesprek

A

lln delen ideeën en/of ervaringen dynamisch-affectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

+ klasgesprek

A

bereiken affectieve doelen
socialiseren
durven spreken

33
Q
  • klasgesprek
A

discipline vereist van de lln

34
Q

stappenplan klasgesprek

A
  1. onderwerp introduceren -> vraag of opmerking vd lln
  2. gesprektechnisch -> 1 onderwerp
    organisatorisch -> klasleider, opstelling, tijdsduur
  3. bespreking
  4. samenvatting -> lkr maken tijdens bespreking
  5. evaluatie -> reflecteren
35
Q

soorten klasgesprek

A

open -> lln kiezen ond -> lkr grijpt in indien echt nodig

gesloten -> lkr bepaald ond -> doelen

36
Q

leergesprek

A

evaluatie gesprek

37
Q

stappenplan leergesprek

A
  1. lkr geeft opdracht of stelt probleem
  2. lln lossen het i op
  3. klassikaal gesprek
  4. nieuwe opdracht
38
Q

discussie

A

probleemoplossend

39
Q

+ discussie

A

discussie vaardigheden aanspreken
leren reflecteren
activeren om mening te geven
verschillende perspectieven

40
Q
  • discussie
A

verwachte vaardigheden:
discussie
reflectie
meta cognitieve

41
Q

stappenplan discussie

A
  1. probleem
  2. afbakenen onderwerp
  3. zoeken meerdere oplossingen
  4. beste oplossing bespreken
  5. conclusie formuleren
42
Q

soorten discussie

A

forum : zoeken i info-> daarna discussie in groep

carrousel: stelling -> doorgeven -> commentaar -> d

43
Q

opdrachtvormen

A

individueel

spreekbeurt

44
Q

individueel

A

nadruk op proces of product

45
Q

stappenplan individueel

A
  1. opgave -> alles ineens
  2. klassikale oplossing
  3. uitvoering
  4. evaluatie -> k bespreken, i verbeteren
46
Q

soorten individueel

A
open -> verschillende correcte oplossingen
gesloten -> 1 juist antwoord
bedoeling
persoonlijke functie
relatiewijze
relatieplaats
47
Q

bedoeling (soorten individueel)

A

receptief -> info opzoeken, vragen beantwoorden
verwerking -> leerinhoud herhalen
denk -> verwerken info
evaluatie -> controleren of ze leerinhoud goed beheersen

48
Q

persoonlijkheidsfunctie

A

cognitief
dynamisch-affectief
psychomotorisch

49
Q

relatiewijze (soorten individueel)

A

mondeling
schriftelijk
manueel
corporeel -> hele lichaam

50
Q

relatieplaats (soorten individueel)

A

klas
thuis -> voorbereiding
-> verwerking

51
Q

spreekbeurt

A

lln geven info over een bepaald thema/onderwerp

52
Q

+ spreekbeurt

A

ll leert vanuit eigen intresse

training van spreek- en sociale vaardigheden

53
Q
  • spreekbeurt
A

genoeg sturen maar tegelijkertijd zelfstandig laten werken

54
Q

samenwerkingsvormen

A

didactisch groepswerk

peer tutoring

55
Q

didactisch groepswerk

A

eenzelfde of verschillende opdracht per groep

56
Q

+ didactisch groepswerk

A

leren samenwerken
vergroot zelfvertrouwen
kan al vanaf 2 lln
leren conflicten hanteren

57
Q
  • didactisch groepswerk
A

tijdrovend
niet altijd effectief
sommige presteren in groep slechter
niet iedereen doet evenveel

58
Q

stappenplan didactisch groepswerk

A
  1. introductie -> motiverende inleiding
  2. taak verdeling -> groepjes, afspreken, rollen
  3. werken binnen de groep
  4. rapportage -> verslaggever
  5. formatieve evaluatie -> proces en techniek
  6. individuele evaluatie -> verwerkingsbladeren
  7. summatieve evaluatie -> inhoudelijk -> toets
59
Q

groepssamenstelling

A

formeel -> lkr
informeel -> ll
combinatie -> lln kiezen, lkr past indien nodig aan

60
Q

soorten didactisch groepswerk

A

tijd
inhoud
groepssamenstelling

61
Q

tijd didactisch groepswerk

A

incidenteel -> korte duur -> lesfase

systematisch -> langere duur -> min 2u

62
Q

inhoud didactisch groepswerk

A

parallel -> zelfde opdracht
complementair -> iedere groep een ander thema
gecombineerd -> 2 groepen hetzelfde

63
Q

groepssamenstelling didactisch groepswerk

A

homogeen-> gelijkaardige kenmerken

heterogeen -> samenstelling zonder rekening te houden met kwaliteiten

64
Q

peer tutering

A

helpers relatie tussen begeleidende ll en begeleide ll

65
Q

+ peer tutoring

A
inoefenen strategieën 
onderwijs op maat
uitdagen
tutoren : omgaan met fouten, luistervaardigheden
tuties: samenwerkingsvaardigeheden
66
Q
  • peer tutoring
A

veel interpersoonlijke vaardigheden

slechte begeleiding = averechts effect

67
Q

spelvormen

A

rollenspel
simulatiespel
leerspel

68
Q

rollenspel

A

spontaan handelen, in scene gezet, eigen gedachten

69
Q

+ rollenspel

A

vaardigheden omgaan in een speciale situatie
inzicht in problemen
integratie cogniet, sociaal, affectief

70
Q
  • rollenspel
A

open, stimulerend, veilig klasklimaat
tijdintensief
nabootsen werkelijkheid = moeilijk

71
Q

stappenplan rollenspel

A
  1. formuleren leerdoel -> gerichte nabespreking
  2. speelsituatie ontwerpen -> rollen, opdracht, …
  3. introductie -> thema uitleggen, doelen
  4. instructie voordien-> situatie, rollen, voorbereiding
  5. spelen
  6. nabespreking -> even bezinktijd
72
Q

soorten rollenspel

A

spontaan -> vrij spel
geleid -> duidelijke structuur
souffleermethode -> elk groepje 1 rol
poppenkast -> lln niet zichtbaar

73
Q

stimulatie spel

A

werkelijkheid naabootsen, rol goed bespreken

74
Q

+ simulatiespel

A

inzicht werkelijkheid
routines en transfers bestaan
beeld over beroep

75
Q
  • simulatiespel
A

tijdsintensief
organisatorisch lastig
sociale spanning

76
Q

stappenplan simulatiespel

A
  1. leerdoel formuleren -> motiverend, stimulerend
  2. kiezen v simulatie -> samen 1 ontwikkelen, bestaand
  3. introductie + uitleg -> inhoud, doel, waarom
  4. spelen
  5. nabespreking: bezinktijd
77
Q

soorten simulatiespel

A

rechtbank
verkiezingen
supermarkt

78
Q

leerspelen

A
ganzenbord
kruiswoordpuzzel
kwartet
raadquiz
taboe
bingo 
digitale games