H4.6: motoriek Flashcards

1
Q

wat is somatosensibiliteit?

A

vitaal (pijn en temperatuur) en gnostisch (trilling, positie en aanraking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurt er bij ALS?

A

motoneuronen gaan langzaam dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een motorunit?

A

motoneuron + geïnnerveerde spiervezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de functie van motoneuronen en waar liggen ze?

A

ze besturen de dwarsgestreepte spieren. ze liggen in de ventrale hoorn van het ruggenmerg en in de hersenstam. een motorneuron in je ruggenmerg heeft één axon die naar een spier gaat en daar spiervezels innerveert. ze hebben een grootcellichaam tot 75 micrometer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de afferenten van de motorneuronen?

A
  • de primaire afferenten
  • de interneuronen in de hersenstam en het ruggenmerg
  • de corticospinale banen, met namen de piramidebaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn primaire afferenten?

A

de axonen uit het spinale ganglion, ze vormen de monosynaptische reflex (direct uit sensibele neuron)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn inerneuronen?

A

excitatoire en inhibitoire schakelcellen voor veel verschillende systemen. ze vormen de polysynaptische reflex, waarbij er meerdere synapsen zijn tussen sensor en effector. dir gaat via meerdere segmenten, doordat het samentrekken van een spier samengaat met het ontspannen van een andere spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

corticospinale banen

A

motoneuron krijgt input vanuit de motorcortex van de contralaterale kant, dit kruist de medulla. hierdoor wordt je linkerhand door je rechter hersenhelft aangestuurd. dit gaat in de laterale baan (zijkant). aan de voorkant zit de anterolaterale baan, dit is het sensorische systeem: pijn en temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn stoornissen in de basale ganglia?

A
  • parkison: leidt tot moeite met bewegingen. dit komt doordat er door de basale ganglia niks meer wordt doorgelaten, alle bewegingen worden door je motorcortex afgewezen
  • huntington: hierbij heeft iemand problemen met het stoppen van een beweging. hierbij beslist je motorcortex dat je gaat bewegen en laat de basale ganglia dit toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn stoornissen in het cerebellum?

A

ataxie: hierbij heeft iemand geen fijne controle over bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet de basale ganglia?

A

ze vormen een hulpcircuit voor de primair motorische schors. het is betrokken bij de initiatie van bewegingen en bepaald daar of een beweging doorgaat of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat doet het cerebellum?

A

het vormt een tweede hulpcircuit voor de primair motorische schors. het is betrokken bij de uitvoering van bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de twee hulpsystemen van de piramidebaan?

A

basale ganglia en cerebellum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de functie van de piramidebaan?

A

stelt ons in staat om heel precies iets te grijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waardoor ontstaat een locked-in syndroom en wat veroorzaakt het?

A

oorzaak: een beschadigde pons
gevolg: compleet bewustzijn en voelt alles, maar kunnen de spieren niet aangestuurd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wanneer spreken we van hersendood?

A

bij beschadiging van de hersenstam

17
Q

wat is het gevolg van een persistente vegetatieve staat?

A

de informatie komt binnen. de reflexen werken wel en het ruggenmerg is intact, maar er is geen werkende cortex