H4: Verloop van functies Flashcards
Welke 8 dingen moet je doen bij het verloop van functies
- domein en symmetrie bepalen
- snijpunten met de x- en y-as
- het tekenverloop
- de assymptoten (als het mogelijk is)
- verloop van stijgen en dalen
- verloop van hol en bol
- samenvattende tabel
- grafiek
Hoe bepaal je het domein
door te zien voor welke x-waarden de functie niet kan. (bv wanneer de noemer 0 is etc.)
welke soorten symmetrie/functies heb je
even functie: symmetrie t.o.v. y-as
oneven functie: symmetrie t.o.v. oorsprong
geen symmetrie als het geen van bovenstaande is
hoe bepaal je de symmetrie
doe f(-x)
als f(-x) = f(x) => even symm
als f(-x) = -f(x) => oneven symm
anders geen symm
hoe doe je het verloop van stijgen en dalen
je leidt de functie af en je maakt dan een tekenonderzoek met als x-waarden de nulpunten van die afgeleide functie (discriminant etc.). Als het een breuk heeft doe je best eerst van de T en N en dan f’. dan moet je de tabel verder invullen (best invullen in rekenmachine). en dan max en min en stijgen en dalen bepalen
hoe bepaal je het max en min en stijgen en dalen in de tabel
als je bij f’(x) + 0 - hebt staan dan is de + stijgen, de 0 is het max en de - is dalen.
als je - 0 + hebt dan is de 0 het min.
Je bepaalt het max en min door die x-waarden (0-waarden van de f’) in te vullen in de f(x). Dan heb je de y-waarden van het max en min.
wat gebeurd er als je bij stijgen en dalen +0+ of -0- in de grafiek hebt
dan heb je een buigpunt of bp
hoe doe je het verloop van hol en bol
hetzelfde als bij stijgen en dalen alleen doe je het met de tweede afgeleide. en je gebruikt andere symbolen bij de f(x). bij - krijg je een bol verloop (lijkt op een droevige smileymond).
bij + is het een hol verloop (lijkt op een blije smileymond)
bij 0 krijg je een bp
hoe doe je de samenvattende tabel
dat is de tabel met de f’ en f’’ in en daaronder de f(x) waarbij je de min max en bp zet en daartussen gebogen pijltjes
welke verschillende pijltjes heb je bij de samenvattende tabel (4 mogelijkheden)
als f’ + en f’’ - is dan is f(x)-pijltje: eerst naar boven dan naar rechts
als f’ - en f’’ - is dan is f(x)-pijltje: eerst naar rechts dan naar beneden
als f’ - en f’’ + is dan is f(x)-pijltje: eerst naar beneden dan naar rechts
als f’ + en f’’ + is dan is f(x)-pijltje: eerst naar rechts dan naar boven
hoe weet je welk teken je moet gebruiken in je tekenverloop
het teken van je hoogste graad in je functie is het teken helemaal rechts