asymptoten Flashcards

1
Q

wanneer heb je geen VA

A

als je geen breuk hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer heb je geen HA

A

als de graad van de teller groter is dan die van de noemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoeveel HA kan je max hebben

A

2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer is je HA y=0

A

als de graad van de teller kleiner is dan die van de noemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer heb je geen VA en HA

A

als je een veeltermfunctie hebt met een graad kleiner of gelijk aan 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer heb je geen SA en wanneer wel

A

als je functie al een HA hebt voor x –> +- ∞ dan kan je geen SA hebben voor x –> +-∞

als je functie een HA heeft voor x –> - ∞ kan je een SA hebben voor x –> +∞ en omgekeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bij welke functies kan je de euclidische deling gebruiken

A

alleen bij rationale functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly