asymptoten Flashcards
1
Q
wanneer heb je geen VA
A
als je geen breuk hebt
2
Q
wanneer heb je geen HA
A
als de graad van de teller groter is dan die van de noemer
3
Q
hoeveel HA kan je max hebben
A
2
4
Q
wanneer is je HA y=0
A
als de graad van de teller kleiner is dan die van de noemer
5
Q
wanneer heb je geen VA en HA
A
als je een veeltermfunctie hebt met een graad kleiner of gelijk aan 1
6
Q
wanneer heb je geen SA en wanneer wel
A
als je functie al een HA hebt voor x –> +- ∞ dan kan je geen SA hebben voor x –> +-∞
als je functie een HA heeft voor x –> - ∞ kan je een SA hebben voor x –> +∞ en omgekeerd
7
Q
bij welke functies kan je de euclidische deling gebruiken
A
alleen bij rationale functies