H3: het logisch empirisme Flashcards

1
Q

Het logisch empirisme

A
  • De eerste stroming die in d ewetenschapsfilosofie opkomt. Heeft nog steeds een belangrijke positie in de wetenschap. Andere wetenschappers blijven zich afzetten tegen het logische empirisme. Het logisch empirisme is een reactie op Kants denken: ze zijn het hier niet mee eens.
    3 uitganspunten:
    1. Alle a priori uitspraken zijn volgens het empirisme analytisch. Uitspraken zijn waar of onwaar op grond van afspraken (conventies)
    2. Je moet van uitspraken kunne zeggen onder welke condities ze waar of onwaar zijn: het verificatiecriterium hangt af van de betekenis. (Onderscheiden context of justification en context of discovery)
    3. reductionisme: je moet elke betekenisvolle uitspraak kunnen reduceren tot/vertalen in uitspraken over directe waarnemingen (analytische of synthetische uitspraken) die rechtstreeks aan de ervaring getoetst kunnen worden. Elke betekenisvolle uitspraak valt te ontleden in een zuiver analytisch en een uiver synthetisch gedeelte. Een waarneming is altijd theorieonafhankelijk. De theorie vormt juist uit de waarnemingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het logisch empirisme en Hune: het verschil.

het logisch empirisme en het klassieke empirisme: het verschil

A

Het logisch empirisme heeft een wending naar de taal. De analyse van wetenschap gaat voor een groot deel over wetenschappelijke taal. Uitspraken over de wereld hebben volgens logische empiristen pas betekenis als je een conditie hebt waaronder deze wel of niet waar zijn. De grote waarde van betekenisvolheid is bij Hume niet terug te vinden.
Het logisch empirisme richt zich op de context of justificatie. Context of discovery, hoe iemand tot een uitspraak komt, wat iemand DOET, is voor logisch empiristen niet interessant. Dit is een belangrijk verschil tussen het logische empirisme en het klassieke empirisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wiener Kreis/Weense kring

A

Leider: Moritz Schlick (1882-1936)
zijn sterkte empiristen en verwerpen daarmee de fundering die Kant aan kennis gegeven had. Ze verwerpen de gedachte dat de Geesteswetenschap een aparte methodiek heeft: alles moet empirisch toetsbaar zijn. Ze moeten hetzelfde werken als natuurwetenschappen.
Wetenschappelijke kennis verspreiden onder laag opgeleiden zien ze als hun plicht.
antimetafysische houding: de kerk belemmert maatschappelijke vooruitgang en er is iets fundamenteel mis met de filosofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Logica onderzoekt (3)

A
  1. structuur van en relaties tussen uitspraken: de geldigheid van argumenten of redeneringen
  2. verschillende mogelijke relaties tussen uitspraken. Twee uitspraken zijn met elkaar in tegenspraak als ze niet tegelijk waar kunnen zijn: consistent.
  3. Hoe men met een kunstmatige logische of formele taal met een volledig precieze grammatica kan construeren, die pseudo uitspraken (lijkt betekenisvol maar is he niet) onmogelijk maakt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het verificatiecriterium van betekenis

A

de betekenis van een uitspraak bestaat uit haar methode van verificatie; we weten wat een uitspraak betekent wanneer we een methode kunnen aangeven om te beslissen of zij waar of onwaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het verificatiecriterium van confirmatie

A

komt ipv het verificatiecriterium van betekenis, omdat die toch te streng is. Het gaat hier om de mate waarin een theorie door gedane observaties wordt bevestigd. Dit criterium werkt met inductie: het generaliseren van een uitspraak uit een beperkt aantal singuliere uitspraken, redeneren in termen van waarschijnlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Semantische definitie van waarheid (Alfred Tarski, 1901, 1983)

A

waarheid s niet langer een mysterieuze metafysische entiteit of relatie, maar een semantische eigenschap van zinnen, zoals verwijzing een eigenschap van namen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behavioristen

A

verwerpen resoluut het wetenschappelijke gebruik van termen zoal ziel, geachte, bewustzijn, etc. Dit omdat deze begrippen niet met waarneembare dingen corresponderen. Ook verwerpen ze introspectie, ofwel het observeren van de eigen innerlijke gemoedstoestanden, als legitieme bron van psychologische kennis. Er kan namelijk niet worden gecontroleerd of deze observatie correct is. Een werkelijk wetenschappelijke psychologische theorie moet in termen van waarneembaar gedrag worden geformuleerd.
Behavioristen willen een covering law model in de geesteswetenschappen. Het probleem hierbij is dat het niet duidelijk is of de geesteswetenschap algemene wetten bevat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eenheidswetenschap

A

Neurath: het formuleren van een algemene wetenschapstaal, een universeel jargon, dat ook dient om het verspreiden van kennis en verlichting onder de bevolking als geheel te vergemakkelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Covering law model

A

deductief nomologisch model van verklaring.
weerspiegelt de logisch empiristische opvatting dat alleen algemene wetten tot werkelijke verklaringen kunnen leiden: het doel van wetenschappelijke kennis is verklaren waarom iets gebeurt.
explanandum: de te verklaren uitspraak
explanans: de verklarende uitspraak.
De verklaring bestaat uit de inbedding van het explanandum in een explanans, dat de vorm moet hebben van een algemene wet: Als A, dan B: A dus B.
- verklaren is in het covering law model hetzelfde als voorspellen, dit is wat in de geesteswetenschappen gebeurd, omdat er geen echte wetten zijn.
-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kritiek op empiristische en behavioristische benaderingen

A

Noam Chomsky (1928): de behavioristische en empiristische benaderingen leggen veel te strenge methodologische inperkingen aan taalkundige theorieën op, waardoor de principieel tekortschieten in het karakteriseren van het menselijke taalvermogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly