H2E Geschiedenis hfst. 4 begrippen Flashcards
Atheïst
iemand die niet in een god gelooft.
driemachtenleer (trias politica)
theorie over de drie onderdelen van de macht van een overheid: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht.
indirecte belasting
belasting die wordt betaald door aankoop van producten.
mensenrechten
rechten van alle mensen.
rationeel
met het vertand (de rede).
rechtsstaat
staat waarin iedereen zich aan de wet moet houden.
standenmaatschappij
maatschappij waarin de bevolking is verdeeld in standen met eigen rechten en plichten.
tijd van pruiken en revoluties
zevende tijdvak (1700-1800).
verlichting
beweging van mensen die het gebruik van het verstand willen bevorderen.
westers
West-Europees een Noord-Amerikaans.
bondstaat (federatie)
staat waarin het gezag is verdeeld tussen centrale overheid en de overheden van deelstaten.
dekolonisatie
het onafhankelijk worden van kolonies.
democratische revolutie
ingrijpende politieke verandering waarbij een democratische grondwet wordt ingevoerd.
grondrechten
belangrijkste rechten van burgers die in de grondwet zijn vastgelegd.
grondwet
wet waarin staat hoe een staat geregeerd wordt en wat de grondrechten van de burgers zijn.
kiesrecht
stemrecht, als iemand mag stemmen bij verkiezingen.
principe
basisidee.
burgelijk recht
wetten over de verhouding tussen overheid en burgers en tussen burgers onderling.
coalitie
verbond, samenwerking van landen of partijen.
constitutionele monarchie
koninkrijk waarin de koning zich moet houden aan de grondwet.
dienstplicht
als burgers de staat moeten dienen.
gematigd
voor beperkte veranderingen.
radicaal
voor grondige veranderingen.
referendum
volksstemming
scheiding van kerk en staat
als godsdienstige organisaties en overheid zich niet met elkaar bemoeien.
staatsgreep
plotselinge en gewelddadige overname van de staatsmacht.
tsaar
keizer van Rusland.
algemeen kiesrecht
als iedereen mag stemmen.
eenheidsstaat
staat waarin gemeente- en provinciebesturen het landbestuur moeten gehoorzamen.
Franse tijd
de jaren 1795-1813 toen Nederland onder sterke Franse invloed stond.
inlijven
opnemen in de eigen staat.
metriek stelsel
systeem met tiendelige getallen.
openbare school
door de overheid gestichte school.
patriot
in de 18e eeuw: voorstander van democratie in Nederland.
rijksoverheid (het Rijk)
landsbestuur
vazalstaat
onderworpen staat
vrijkorps