H2E AK begrippen hfst. 7 Flashcards
actieve balans
balans waarin de inkomsten groter zijn dan de uitgaven
arbeidsintensief
bedrijf dat veel arbeiders nodig heeft
arbeidmigrant
iemand die ergens anders gaat werken vanwege gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied. Heet ook economische migrant.
bevolkingsdiagram
staafdiagram met de leeftijdsopbouw van de bevolking
bevolkingskenmerk
kenmerk van de bevolking van een gebied. er zijn vier groepen: demografische, economische, culturele en politieke kenmerken.
bnp per inwoner
het gemiddelde inkomen per inwoner per jaar. je berekent het door het bnp te delen door het aantal inwoners van een gebied.
bondsstaat
een land met één centrale regering met daarnaast in elke deelstaat een eigen regering. heet ook federatie
chaebol
groot Koreaans familiebedrijf
communistisch land
land waar één partij de macht heeft en waar de productie centraal wordt geleid door de staat.
consumptiegoederen
goederen ide direct kunnen worden gebruikt, zoals voedsel, kleding en huishoudelijke apparaten.
cultuur
alles wat je hebt aangeleerd
demografisch kenmerk
kenmerk van de groei en de afname van de bevolking en de herkomst van mensen.
demografisch transitiemodel
model dat de overgang laat zien van een samenleving met hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage geboorte- en sterftecijfers.
demografische druk
de verhouding tussen de productieve en de niet-productieve leeftijdsgroep
dictatuur
staatsvorm waarin één persoon de absolute macht heeft.
economisch kenmerk
kenmerk dat gaat over de bestaansmiddelen van mensen; de manier waarop mensen geld verdienen.
economisch systeem
manier waarop in een staat de productie van goederen is geregeld.
exploitatiekolonie
kolonie die de (meestal) Europeanen gebruikten om er zelf voordeel van te hebben.
export
uitvoer van goederen en diensten naar een ander land.
federatie
een land met één centrale regering met daarnaast in elke deelstaat een eigen regering. heet ook bondsstaat
geboortecijfer
het gemiddelde aantal levengeborenen per duizend inwoners per jaar.
grijze druk
de verhouding tussen de groep 65-plussers en het aantal 20- tot 65-jarigen.
groene druk
de verhouding tussen de groep van 0- tot 20-jarigen en het aantal 20- tot 65-jarigen
grondstof
ruw materiaal (zoals ijzererts of cacaobonen) dat bewerkt moet worden om er een product van de maken.
grondstofgebonden industrie
bedrijven die gevestigd zijn dicht bij de vindplaats van de grondstoffen of bij de plek waar die goedkoop kunnen worden aangevoerd.
handelsbalans
de waardeverhouding tussen de totale invoer en de totale uitvoer van een land.
hightechindustrie
industrie die gebaseerd is ophoogstaande technische kennis.
human development index (hdi)
cijfer dat aangeeft hoe hoog een land scoort op het bnp per inwoner, levensverwachting en het analfabetisme. heet ook index menselijke ontwikkeling. (imo)
importsubstitutie
producten dieeerst werden ingevoerd, nu zelf gaan maken.
index menselijke ontwikkeling (imo)
cijfer dat aangeeft hoe hoog een land scoort op het bnp per inwoner, levensverwachting en het analfabetisme. heet ook human development index (hdi)
internationale arbeidsverdeling
de verdeling van het werk over de verschillende landen.
kapitalistisch land
land waar de productie wordt geleid door particuliere ondernemers.
kolonie
gebied in een ander werelddeel dat in het bezig is van (meestal) een Europees land.
laagland
gebied met een hoogteligging lager dan 200m
lagelonenland
land met lage arbeidskosten
landklimaat
klimaat waarbij de gemiddelde temperatuurin de koudste maand lager is dan -3℃
leeftijdopbouw
de samenstelling van de bevolking in verschillende leeftijdsgroepen
levensverwachting
het gemiddelde aantal te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd
lichte industrie
bedrijven die veel halffabricaten gebruiken
locatiefactor
reden waarom een bedrijf zich op een bepaalde plaats vestigt. heet ook vestigingsplaatsfactor
marktgebonden industrie
bedrijven die gevestigd zijn in de buurt van hun afzetmarkt
passieve balans
balans waarin de uitgaven groter zijn dan de inkomsten
planeconomie
economisch systeem waarin de productie door de staat wordt bepaald, waarbij voor elk bedrijf een productieplan wordt gemaakt; communistisch productiesysteem.
politiek kenmerk
kenmerk dat gaat over het bestuur van een land
politiek systeem
de manier waarop een staat wordt bestuurd.
primaire sector
werk waarbij producten regelrecht uit de natuur worden gehaald.
primate city
een stad die veel groter en belangrijker is dan elke andere stad in het land.
regionale ongelijkheid
verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied.
schiereiland
een gebied dat aan drie kanten is omringd door zee
secundaire sector
werk waarbij producten uit de primaire sector worden bewerkt
sociaal kenmerk
kenmerk dat gaat over hoe mensen voor elkaar zorgen
sociale ongelijkheid
verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen verschillende groepen mensen in een gebied
staat
een gebied met duidelijke grenzen en een bestuur dat eigen baas is (soeverein)
tertiaire sector
alle bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten, in het bijzonder commerciële dienstverlening
urbanisatiegraad
het percentage stedelingen in een land
urbanisatietempo
de snelheid waarmee de urbanisatiegraasg toeneemt
vergrijzing
toename van het aandeel ouderen (65+) in de totale bevolking
vestigingskolonie
kolonie waar (meestal) Europeanen zich blijvend vestigen
vestigingsfactor
reden waarom een bedrijf zich op een bepaalde plaats vestigt. heet ook locatiefactor
vrijemarkteconomie
economisch systeem waarbij bedrijven eigendom zijn van personen en de ondernemers zelf bepalen wat ze maken of welke diensten ze aanbieden; kapitalistisch productiesysteem
vruchtbaarheidscijfer
het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw krijgt
zware industrie
bedrijven die veel (ruwe) grondstoffen gebruiken, zoals steenkool, ijzererts of ruwe olie