H2: Psychologische betekenis van (on)macht Flashcards

1
Q

Onderzoek: computerspel, symbolen en keuzevrijheid (Leotti en Delgado, 2011)
–> kan macht aangenaam zijn?

A

Conclusie: keuzevrijheid geeft aangenaam gevoel, dat op zijn beurt geassocieerd wordt met aanvankelijk neutrale prikkels (symbolen)

+ keuzevrijheid kan ook tevredenheid verhogen simpelweg omdat men kan kiezen wat men het liefste wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onderzoek: baby’s en genieten van macht (Watson en Ramey, 1972)
–> kan macht aangenaam zijn?

A

Opstel:
- OV: bewegingen van mobiel boven wieg (3 situaties)

Conclusies: meer bewegingen in machtconditie naar einde toe
- Baby’s met macht konden verband tussen macht en hoofdbewegingen waarnemen
- Macht over mobiel als primaire versterker => gingen meer en meer bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Evolutionaire verklaring voor macht als aangenaam gevoel

A
  • Wie geneigd is omgeving te bewerken, kan makkelijker gevaar ontlopen dan iemand die het laat gebeuren
    => natuurlijke selectie
    => men streeft naar macht, want heeft overlevingswaarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onderzoek: macht en kleine kinderen (Singh, 1970)

A
  • Kinderen kregen snoepjes; kiezen tussen 2 kanten
    1) Machine met hendel=> macht over hendel
    2) Machine waaruit automatisch snoepje kwam
  • Hendel machine werd vaker gebruikt => moesten werken voor snoepje, en toch kozen ze ervoor
    => mogelijke verklaring: macht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onderzoek: macht en ratten voor voedsel (Singh, 1970)

A
  • Ratten in 2 open kooien
    -> 1 kooi gratis voedsel
    -> 1 kooi met hendelsysteem (conditionering)
  • Gratis kooi meer voedsel uit
  • Groot deel verkoos hendelkooi; pas vanaf het enorme verschil van voedsel in gratis kooi, ging grote hoop naar gratis kooi toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderzoek: macht en ratten in weg kiezen (Voss en Homzie, 1970)

A

Ratten in kooi, 2 mogelijke wegen naar eten
- 1 weg rechtdoor
- Andere weg splitste op
Groot merendeel v ratten verkoos splitsing => impliceert drang naar keuzevrijheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aangeboren voorkeur voor macht?

A
  • Sterke aanwijzingen voor assumptie –> macht aangeboren is
  • Verkiezen v situaties waar macht heeft boven situaties waar zaken buiten hun macht is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Subjectieve macht

A

Het gevoel hebben dat we invloed hebben op bv. aversieve prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Onderzoek: lawaaistoten met of zonder subjectieve macht (Glass et al., 1969)

A
  • Mensen indruk geven dat ze macht kunnen uitoefenen, maar hen overtuigen die niet te gebruiken
  • Vrouwen taak maken met soms lawaaistoot (subjectieve macht vs. geen controle)
  • Na lawaaifase kreeg men 2 taken
    -> vrouwen met subjectieve macht toonden meer volharding en concentratie op die taken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Onderzoek: lawaaistoten met of zonder subjectieve macht, gradaties van subjectieve macht (Sherrod et al., 1977)

A
  • Opdrachten tijdens de lawaaifase
  • Opdeling in geen macht, macht over begin
    =>resultaat: hoe meer macht, hoe meer volharding: volledige macht > macht einde > macht begin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderzoek: macht remedie en mate van lijden onder koud water (Rasinski et al., 2013)

A
  • Dekmantel: cold pressure task
  • Manipulatie adhv olie op handen
  • Vaststelling: keuzevrijheid had minste pijn en niet keuzevrijheid had meeste pijn

=> Macht over remedie tegen aversieve prikkel kan invloed hebben op mate van lijden onder die prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onderzoek: machtsverlies bij baby’s (DeCasper en Carstens, 1981)

-> Is onmacht een bron van leiden?

A
  • Macht => onmacht: sterke toename negatief affect
  • Onmacht => macht: relatief constante (normale) aanwezigheid negatief affect
    => baby’s kunnen lijden onder verlies van macht over aangename prikkel
    => evidentie voor machtsverlies als primaire straf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onderzoek: machtsverlies bij volwassenen (Crombez et al., 2008)

-> Is onmacht een bron van leiden

A
  • Taak + elektrische schokken
  • Resultaat: bij dns macht => onmacht werd angst voor schokken veel groter na ervaring van machtsverlies + ervaren meer pijn dan deelnemers in onmachtspositie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Lijden onder machtsverlies en constante onmacht

A

Machtsverlies veroorzaakt doorgaans meer lijden dan vaste toestand van onmacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Reactantie

A

Motivatie om bedreigde of aangetaste macht te beschermen of herstellen
-> door machtsverlies of bedreiging van macht
- Door natuurlijke inperking (bv. boom op parking)
- Door sociale inperking: waarnemen van anderen die macht proberen uit te oefenen over jou

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Machtservaring

A
  • Machtservaringen als primaire versterker bij operant gedrag te beïnvloeden
    => gedrag dat machtservaring oplevert, zal in toekomst meer opkomen, des te meer als iemand zich in staat van reactantie bevindt
  • Elk gedrag waaraan individu bereiken van machtservaring komt, lijkt aantrekkelijker (vb. verboden vruchten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe kan reactantie macht aantrekkelijker maken

A
  • elk gedrag dat machtservaring oplevert zal in toekomst meer voorkomen, des te meer als iemand in reactantietoestand is
  • Gedrag waaraan individu bereiken van machtservaring komt, lijkt aantrekkelijker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Reactantie leidt soms tot boemerangeffect

A

Tegenovergestelde doen van wat bron van bedreiging/inperking van je macht verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Paradox van reactantie

A

Soms leidt reactantie tot nep gevoel van macht
- Alles lijkt in handen is, maar eigenlijk wordt stuur ‘overgenomen’
- vb. bij boemerangeffect; was niet van plan iets in eerste instantie te doen => impliceert dat ander juist wel invloed over je heeft

20
Q

Welke gedragingen leveren machtservaring

A
  • Gedrag met waarneembaar effect
  • Maar relatief verschil in waarneembaar effect
21
Q

Aangeleerde machteloosheid

A

Ontstaat doordat individu wordt blootgesteld aan ingrijpende ervaring van onmacht
- Belangrijke gebeurtenis blijkt oncontroleerbaar, individu ervaart steeds opnieuw onmacht

22
Q

Onderzoek als identificatie: honden in shuttlebox (Maier en Seligman, 1976)

A
  • Deel 1: 3 groepen honden blootgesteld aan voorbehandelingen (schokken + controle, schokken en geen schokken)
  • Deel 2: Shuttle box in 2, honden naar andere kant gaan
    => Honden controlegroep en basislijn leerden sneller dan honden van niet-controlegroep
23
Q

Angeleerde-machteloosheidtheorie van Maier en Seligman

A
  • Geleden hebben niet per se invloed op leergedrag
    => ervaring van onmacht (oncontroleerbare ervaringen) in combinatie met lijden veroorzaken storing in leergedrag
24
Q

Onderzoek: lawaaistoten en anagrammentaak (Hiroto en Seligman, 1975)
=> Aangeleerde machteloosheid bij mensen aangetoond

A
  • Resultaten: idem als bij de honden; niet-controlegroep deed er veel langer over en maakte meer fouten, draait niet om de prikkel maar om de mate van macht over die prikkel
25
Q

Motivatieprobleem

A
  • 1 vd 3 problemen van aangeleerde-machteloosheidssyndroom
  • Individu doet geen moeite meer om erachter te komen welk gedrag versterkers in de hand kan werken en straffen kan verminderen/te ontvluchten
26
Q

Cognitief/intellectueel probleem

A
  • 1 vd 3 problemen van aangeleerde-machteloosheidssyndroom
  • Als individu wordt blootgesteld aan gedrag dat invloed heeft op lijden (wat het net kan verminderen of versterken) neemt individu die contingentie niet (of toch veel trager) waar
27
Q

Emotioneel probleem

A
  • 1 vd 3 problemen van aangeleerde-machteloosheidssyndroom
  • individu is apathisch, teneergeslagen en toont stressreacties
28
Q

Kritiek op theorie van aangeleerde-machteloosheid

A

+ logisch samenhangende concepten hoe verschijnsel tot stand komt
MAAR
- Theorie algemener dan bevindingen
- Gebruikte concepten analytischer dan wat de bevindingen verantwoorden
- Theorie die voort uit hypothese die wel te onderzoeken, maar nog niet geobserveerd was

29
Q

Actie van onderzoekers om theorie meer volmaken

A
  • Veronderstelde concepten/problemen moesten op zuiverdere manier gemeten worden
    => resultaat: blootstelling aan oncontroleerbare prikkels leidt tot apathie, veroorzaakt leerproblemen en emotionele problemen
  • Nagaan of machteloosheid algemeen geldt over verschillende soorten, metingen en prikkels
    => resultaat: zowel bij mensen als dieren, bij verschillende metingen, bij alle soorten prikkels
    + hoeft niet zelfde prikkel te zijn in voorbehandelingsfase en testfase
    + draait niet om met welk gedrag macht wordt aangeleerd, maar enkel om ervaring van macht
30
Q

Inzichten over aangeleerde machteloosheid hebben implicaties voor hoe men denkt over volhouden en opgeven

A
  • samenleving hecht waarde aan volhouden bij tegenslagen en opgeven als teken van zwakte maar moreel oordeel is onjuist want opgeven/volhouden is obv eerdere ervaringen
  • Ervaringen van onmacht leiden tot subjectief onaangename affectieve toestanden, en zorgen voor onaangepast gedrag tov aspecten uit omgeving die in principe deels bemeesterd zouden kunnen worden
  • Ervaringen van macht leiden tot subjectief aangename affectieve toestanden, en zorgen voor onaangepast gedrag tov aspecten uit omgeving die zich aan macht onttrekken
  • Opgeven is soms beter, omdat je zelf beslist (=macht); indien blijven volhouden en alles proberen en dan nog falen, zal je net onmacht ervaren bij => paradox
31
Q

Moreel oordeel is onjuist

A
  • Samenleving hecht veel waarde aan volhouden bij tegenslagen (moreel oordeel: bewonderd, gewaardeerd) ⬄ opgeven is teken van zwakte
  • MAAR: opgeven of volhouden is gebaseerd op eerdere ervaringen die individu heeft meegemaakt (succes of net niet) => moreel oordeel dus onjuist
32
Q

Verwenning van ouders zorgt voor machteloosheid

A
  • Sommige ouders zorgen ervoor dat kinderen alles krijgen wat ze willen
    => vorm van machteloosheid, want aversieve prikkels blijven weg en appetitieve prikkels komen er
33
Q

Mishandeling-door-verwenning

A

Gevolg is aangeleerde machteloosheid, waardoor men in de toekomst minder snel problemen zal kunnen oplossen (kunnen aversieve ervaringen dan niet goed controleren) en uitdagingen niet aangaan (appetitieve prikkels maximaliseren)

34
Q

Regels worden gevolgd, ook al zorgen ze voor reactantie

A
  • Aan sommige overtredingen hangen sancties vast => overtreding kan aversieve prikkel uitlokken
  • Manier waarop advies of voorschrift geformuleerd is heeft ook invloed
  • Niet iedereen even vatbaar voor reactantie
35
Q

werkstress en macht

A
  • Op werkplek minder stress als macht heeft (hiërarchisch of vorm van autonomie in werkactiviteiten)
  • MAAR: indien vrijheid teruggeschroefd moet worden ervaren ze meer stress door de terugschroeving, dan als ze nooit deze vrijheid hadden gehad
36
Q

werkloosheid en machtsverlies

A
  • Onderzoek toonde aan dat meteen na ontslag veel mensen waarnamen een controledaling te hebben over eigen leven
    => hoe groter daling, hoe lager kans dat ze snel weer aan het werk waren, en hoe meer subjectief ongeluk ze in de vijf volgende jaren ervaarden
37
Q

Generatiearmoede en onmacht

A
  • Ouders in armoede die kinderen niet motiveren om te gaan studeren, langdurig werklozen die geen job meer zoeken
  • in verleden veel moeite gedaan, maar machteloos tegenover ‘lot’, ‘arbeidsmarkt’, …
  • aangeleerde machteloosheid maakt dat deze mensen geen moeite meer doen
38
Q

Machtsverlies in ziekenhuis

A

Wanneer men ziek of hulpbehoevend wordt => verlies van keuzemogelijkheden over waar, hoe, wanneer en met wie men tijd doorbrengt => verlies kan soms pijnlijk en nadelig zijn

39
Q

Onderzoek rusthuis als toetsing hypothese

A
  • 1 groep met macht
  • 1 groep geen macht
  • 18 maanden later vervolgonderzoek bij die wat nog in leven waren naar algemene beoordeling
    => Tevredenheid nam toe bij controlegroep en nam af bij niet controle-groep (meer gestorven)
40
Q

Machtloosheid bij chronische zieken

A
  • Aangeleerde machteloosheid kan bijkomende belemmering vormen voor leren ermee te leven en bij herstel
  • Leren weinig bij in therapieën, vinden het nutteloos en willen geen moeite meer doen, bijkomend emotioneel lijden maakt het nog wanhopiger
  • In gezondheidszorg ingegrepen om aangeleerde machteloosheid bij kankerpatiënten zoveel mogelijk te vermijden
    -> patiënten zelf macht over behandeling en omstandigheden waarin ze die krijgen
41
Q

Macht van bedrijven

A
  • Bedrijven en aanbieders spelen in op verlangen naar macht van consument door keuzevrijheid te bieden=> het gevoel van keuzevrijheid helpt bij de verkoop
  • Soms product of dienst controleerbaar en flexibel laten overkomen
  • Bedrijven spelen in op ‘niet tevreden, geld terug’-garantie => koper lijkt macht te hebben omdat keuze (tijdelijk nog) omkeerbaar is
  • Drempel geld terug vragen is doorgaans hoog
  • Niet veel extra voordelen en tevredenheid bij deze garantie, de enige verklaring is dat ze macht houden die ze zouden verliezen bij onomkeerbare beslissing
42
Q

Aangeleerde machteloosheidstheorie van Maier en Seligman
-> MODEL

A

MODEL:
Blootstelling aan afwezigheid contingent gedrag
Perceptie van afwezigheid contingent gedrag
Veralgemening van afwezigheid contingent gedrag
Verwachting afwezigheid contingentie in toekomst
Aangeleerde machteloosheid

43
Q

Veel interacties gezien als wisselwerking macht uitoefenen en voorwerp zijn waarop macht wordt uitgeoefend

A
  • Ervaren van macht is aantrekkelijk
  • Macht uitoefenen gepaard met macht ondergaan; bij tevredenheid door stand brengen van effect, heeft waarneming van dat effect evengoed effect op jou
44
Q

Mate van macht ervaren is niet te koppelen aan objectief aantoonbare macht

A
  • Soms ervaart men onmacht terwijl objectief gezien wel controle in situatie
  • Soms ervaart men macht terwijl we objectief gezien in onmacht zit
45
Q

Macht over keuzemogelijkheden maar toch onmacht ervaren

A
  • Kiezen tussen veel mogelijkheid geeft achteraf gevoel van onmacht want keuze is onomkeerbaar
  • Kiezen tussen aversieve prikkels zorgt voor lijden en dus onmacht