H2: Historiek Flashcards

1
Q

Horizontale arbeidsdeling

A

Complexe uitvoerende taken

-> opgesplitst: zo klein mogelijke, kortdurende deeltakenk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Prestatieloon

A

Beloning van arbeid obv prestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

One best way

A

1 optimale routine om het werk efficiënt uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verticale arbeidsdeling

A

Uitvoerend werk vs controlerend/regelend werk

-> strakke scheiding!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fordisme

A
  • grote fabrieken
  • duizenden (ongeschoolde) arbeiders
  • grote hoeveelheden van 1 product
  • > model van de lopende band
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welzijnsafdelingen

A

doel: invloed vakbonden beperken
- -> lid van vakbond? –> je mag geen lid van welzijnsafdeling zijn
- loonpolitiek
- sociological department
- educational department

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Humanistisch perspectief bestaat uit…

A
  • human relations
  • hawthorne experiment
  • industrial psychology
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Human relations

A

Sociale relaties op de werkvloer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hawthorne-experiment

A

In welke mate een verandering van de arbeidsomstandigheden een effect heeft op de output en efficiëntie van de arbeiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Aandacht personeelsbeleid tussen 1945 en 1970 ging uit naar

A
  • kwaliteit van het arbeidsleven

- kwaliteit van de arbeids verhoudingen (–> vakbonden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken traditioneel personeelsbeleid

A
  • personeel is ondergeschikt
  • aanpassingsgericht: eerder genezen dan voorkomen
  • geïsoleerd: personeelsbeleid streeft eigen doelstellingen na die niet geïntegreerd zijn in de bedrijfsstrategie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kenmerken modern HRM

A
  • personeel = belangrijkste kapitaal
  • doelstellingen zijn geïntegreerd
    in strategie van onderneming
    –> verticale fit
    –> horizontale fit
  • HR manager is eerder coach van de lijnmanager
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verricale fit

A

HRM is afgestemd op strategie van onderneming

–> werkt ondersteunend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Horizontale fit

A

Alle HRM domeinen zijn afgestemd op elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Internalisering van het personeelsbeleid

A

Integratie van HR functies in het lijnmanagement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Human capital betekenis

A

Kennis, ervaringen en motivationele elementen dat de werknemers bezitten

17
Q

Human Capital kan opgesplitst worden in

A
  • intellectueel kapitaal: kennis, patenten,…
  • sociaal kapitaal: temas, netwerken tussen personen,…
  • klantenkapitaal: economische waarde van relaties en netwerken buiten het bedrijf
18
Q

Verschil HRM en HCM

A

HCM: verdere ontwikkeling HRM
HCM: proberen economische waarde van menselijk kapitaal via maatstaven aan te tonen

19
Q

Balanced Scorecard

A

Strategische methode om bedrijfsprestaties te meten

–> (niet) tastbaar en (niet) financieel

20
Q

HR scorecard

A

Hoe kan HR ervoor zorgen dat het bedrijf over het personeel(ssysteem) beschikt om de bedrijfsstrategie te verwezenlijken?

21
Q

Onderdelen HR scorecard

A

Deliverables: HR resultaten die direct verband houden met de bedrijfsstrategie

HR performance drivers: cruciale persoonsgebonden vaardigheden

HR enablers: versterken of verminderen de performance drivers

HR doables: HR aspecten die eenvoudig te meten zijn, maar niet helpen de bedrijfsstrategie te realiseren

22
Q

Model van Ulrich (idee)

A

Als een organisatie vanuit haar eigen unieke kerncompetenties vertrekt zal ze een competitief concurrentievoordeel verwezenlijken

23
Q

Model van Ulrich (opstellen)

A

Strategische/operationele focus
Processen/mensen

Strategische partner: vertaalt een organisatiestrategie in een HR-strategie
–> zorgt voor verticale integratie

Veranderingsagent: richt zich op veranderingstrajecten

Administratief expert: uitvoering en processen van HR- organisatie

Werknemerskampioen: verantwoordelijk voor personeelszorg

24
Q

HR modellen

A
  • Michigan Matching model
  • Harvard model
  • New Yorkse model
25
Q

New Yorkse model

A

variatie op michigan model

Strategieën: kwaliteitsverbetering, innovatie en kostenbeheersing

Behavorial consistency: HR managers moeten strategische keuzes maken

26
Q

Beleidsdomeinen van HRM

A
  • HR stroom
  • Beloningssystemen
  • Werknemersinvloed
  • Werksystemen
27
Q

Harvard model leidt tot

A
  • Competentie
  • Betrokken heid
  • Congruentie
  • Kosten effectiviteit
28
Q

Tijd- en bewegingsstudies

A

Handelingspatronen van arbeiders vastleggen –> voor elke functie is er ‘one best way’

29
Q

Perspectieven Balanced Scorecard

A

Perspectieven:

  • intern business
  • financieel
  • klanten
  • innovatief- en leer