H15 - Waarnemen

Question 1

receptoren

Answer 1

zintuigcellen die prikkels ontvangen, allemaal gevoelig voor eigen type prikkel (adequate prikkel)

Question 2

4 soorten receptoren

Answer 2

1- mechane (vormverandering celmembraan, buigen zintuigharen), thermo (temperatuurverandering)
na prikkel gaan na+ poorten open, verandering membraanpotentiaal
2- chemo (bepaalde stoffen, smaak/geur), foto (lichtverandering)
binden aan receptor, G-eiwit, cascade, secundaire boodschapper aan doelwitmolecuul, na+ poorten open, verandering membraanpotentiaal

Question 3

adaptatie

Answer 3

prikkeldrempel gaat omhoog als je tijdje blootgesteld staat aan zelfde prikkel , receptorcel reageert minder op adequate prikkel

Question 4

ooglens

Answer 4

platte lens is scherp in verte, lensbandjes staan strak

bolle lens is scherp dichtbij, lensbandjes zijn los

Question 5

accomoderen

Answer 5

vormverandering van lens, scherpstellen

Question 6

staafjes

Answer 6

grijstinten en beweging, lage prikkeldrempel dus hebben weinig licht nodig

Question 7

kegeltjes

Answer 7

kleurenbeeld, hogere prikkelwaarde dus je ziet pas kleur bij licht
3 typen, elk voor andere kleur

Question 8

3 soorten zintuigen

Answer 8

spierspoeltjes, peeslichaampjes, rekreceptoren

Question 9

spierspoeltjes

Answer 9

leveren info over hoe erg spier is samengetrokken
spier ontspannen, (langgerekt) spierpoeltje ook langgerekt, impulsfrequentie komt vanaf, depolarisatie
spier aangespannen, (kort) spierpoeltje ook samengetrokken, minder impulsen, hyperpolarisatie

Question 10

peeslichaampjes

Answer 10

reageren op uitrekking van spier

als kracht op pees toeneemt gaat impulsfrequentie omhoog, te grote kracht –> spier verslapt en antagonist spant aan