H11 Flashcards
chromatografie
chromatografie
een techniek waarmee verschillende stoffen in een mengsel gescheiden worden
heterogeen mengsel
stoffen zijn onderling te onderscheiden
homogeen mengsel
stoffen zijn onderling niet te onderscheiden
aggregatietoestand
de fysische staat waarin materie zich bevindt
4 eigenlijk 5 met Bose-Einstein condensaat
(vast, vloeibaar, gas, plasma, Bose-Einstein)
Stationaire fase <-> mobiele fase
Het mengsel wordt meegevoerd met de mobiele fase en de stoffen worden gescheiden obv hun affiniteit met de stationaire fase
chemische affiniteit
de neiging om chemische verbindingen te maken
hoge affiniteit
lage affiniteit
stof blijft lang hangen aan de stationaire fase
stof blijft kort hangen aan de stationaire fase
eluens
de mobiele fase. Het gas of de vloeistof dat het analiet meevoert
eluaat
de mobiele fase die de kolom verlaat
chromatogram
voorstelling van de signalen die gemeten worden ifv de retentietijd
retentietijd
de tijd nodig om een bepaald analiet te meten aan de detector.
De tijd die het analiet spendeert in de scheidingskolom
gaschromatografie
- = scheiden van gassen (of dampen)
- De mobiele fase bevindt zich in de gasfase-toestand
- Het gas met slechtste affiniteit wordt het eerst gemeten
- Het gas met beste affiniteit zal het laatst gemeten worden
vloeistofchromatografie
- = scheiden van vloeistoffen
- De mobiele fase bevindt zich in de vloeistof-toestand
- HPLC = high performance liquid chromatography
- LPLC = low performance liquid chromatography
- De vloeistof met slechtste affiniteit wordt het eerst gemeten
- De vloeistof met beste affiniteit zal het laatst gemeten worden
verdelingschromatografie
- Een kolom met daarin een vloeistof op een vaste drager
- Een andere vloeistof is het eluens (= de mobiele fase)
- Beide vloeistoffen hebben een verschillende polariteit
polarisatie
= de mate waarin lading gedeeltelijk gescheiden is. Bij een polaire molecule ontstaan er + en – polen
like dissolves like
o Polaire stoffen lossen goed op in polaire solventen
o apolaire stoffen lossen goed op in apolaire solventen
o Polaire stoffen lossen slecht op in apolaire solventen
o apolaire stoffen lossen slecht op in polaire solventen
normal phase
= stationaire fase is polair + mobiele fase is apolair
reversed phase
= stationaire fase is apolair + mobiele fase is polair
adsorptie
= proces waarbij gas/vloeistofmoleculen zich tijdelijk hechten aan een vast oppervlak
adsorptiechromatografie
- Een kolom met daarin een pakking (= vaste stof) als stationaire fase
- De mobiele fase is een vloeistof of gas
ionenchromatografie
- Een kolom met daarin ionenwisselaars als stationaire fase
- De mobiele fase is een vloeistof of gas
- Scheiding gebeurt obv lading (+ of - )
- Ionenwisselaar = het oppervlak van de stationaire fase heeft een welbepaalde lading. Analieten van tegengestelde lading worden aangetrokken en verblijven langer
uitsluitingschromatografie
- Een kolom met daarin een poreuze stof als stationaire fase
- De mobiele fase is een vloeistof of gas
- Scheiding gebeurt obv grootte van het analiet
- De vaste stationaire fase heeft veel poriën van verschillende grootte
- Grote deeltjes bewegen zich niet in de kleine poriën = korte retentietijd
affiniteitschromatografie
- 1 welbepaald analiet wordt gebonden aan de stationaire fase
- De mobiele fase is een vloeistof of gas
- Scheiding gebeurt obv identiteit van het analiet
- Uit een mengsel van vele stoffen kunnen we 1 welbepaalde isoleren door deze te laten binden met de stationaire fase