H10 Flashcards

amperometrie en voltammetrie

1
Q

amperometrie?

A

een variant van coulometrie waarbij de elektrische stroomsterkte wordt gebruikt als maat voor de concentratie van een van de reagentia in een elektrolysereactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

definitie van amperometrie

A

we meten de stroomsterkte ifv de aangelegde potentiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

techniek van amperometrie

A

de stroom wordt gemeten tussen 2 elektroden die in een oplossing geplaatst zijn waarbij er een opgelegde spanning heerst tussen deze elektroden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voorbeeld van ampermetrie

A

glucosemonitor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voltammetrie

A

= verzamelnaam van technieken waarbij de stroom en spanning wordt geregistreerd gedurende elektrochemische processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lineaire voltammetrie

A

stroom wordt gemeten bij lineair variërende potentiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

cyclische voltammetrie

A

stroom wordt gemeten bij lineair opwaartse variërende scan en vervolgens bij lineaire neerwaartse scan tot terug aan het beginpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

steady state:
De aangelegde spanning is laag

A

er wordt geen analiet geoxideerd als het voltage niet positief genoeg is. We meten altijd wel een bepaalde reststroom

We kunnen nog geen [analiet] bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

steady state:
De aangelegde spanning is net hoog genoeg

A

er wordt een fractie van het analiet A geoxideerd tot product P aan de oppervlakte. We meten een hogere stroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

steady state:
De aangelegde spanning is hoog genoeg voor oxidatie

A

Alle analiet A aan de oppervlakte wordt geoxideerd tot product P.
We meten plots een veel hogere stroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

steady state:
De limietstroom wordt bereikt

A

Een verdere verhoging van de potentiaal heeft geen verhoging van stroom tot gevolg. De stroom die gemeten wordt, hangt af van hoe snel het analiet tot aan de elektrode geraakt = diffusie-gelimiteerde limietstroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

steady state:
De potentiaal is nu zo hoog dat ‘alles’ wordt geoxideerd

A

Een nog verdere verhoging van de potentiaal aan de werkelektrode heeft tot gevolg dat andere moleculen, zoals solvent, ook worden geoxideerd waardoor de stroom opnieuw plots sterk stijgt.

Als solvent begint te oxideren, meten we een relatief zeer hoge stroom omdat solvent in grote mate aanwezig is. Is de potentiaal dus te hoog, dan kunnen we niets besluiten ivm het analiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

diffusie

A

netto-verplaatsing van deeltjes oiv een concentratiegradiënt

hoge [ ] -> lage [ ]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

migratie

A

netto-verplaatsing van deeltjes oiv een elektrisch veld

= hoe snel deeltjes bewegen in een bepaalde richting als gevolg van een elektrisch veld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

convectie

A

netto-verplaatsing van deeltjes oiv de beweging van de oplossing

Ilimiet ~ [analiet]
limietstroom is evenredig aan de analietconcentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

oxidatie aan werkelektrode dus stroom is
reductie aan werkelektrode dus stroom is

A

positief
negatief

17
Q

de rotatiesnelheid (werkelektrode)

A

Hoe hoger de rotatiesnelheid, hoe hoger de convectie, hoe hoger de aanvoer van analiet = hogere limietstroom

18
Q

cyclische voltamogram =

A

combinatie van 2 voltamogrammen bekomen tijdens niet-steady state voltammetrie

19
Q

voordelen van cyclische voltammetrie?

A

o Toepasbaar op redox, neerslag + complextitraties
o Zeer nauwkeurig + gemakkelijk te automatiseren
o Gekleurde, troebele + gevaarlijke oplossingen mogelijk
o Onzuiverheden gemakkelijk te vinden door storingen in potentiaalcurven

20
Q

Karl-Fischer titratie

A

Bepalen van H2O-gehalte in organische oplossingen

I2(opl) + SO2 (opl) + H2O (opl) –> 2HI (opl) + SO3 (opl)