H10: Het endocrien stelsel Flashcards
Welke functie hebben het zenuwstelsel en hormoonstelsel gemeen?
Ze maken beiden communicatie tussen verschillende groepjes cellen in het lichaam mogelijk.
Hoe verschilt de communicatie van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel?
- Manier waarop
> Zenuwstelsel via prikkelgeleiding over celwanden van zenuwcellen
> Hormoonstelsel via klierproducten die afgegeven worden aan het bloed (chemisch) - Regulering van processen
> Zenuwstelsel reguleert op korte termijn
> Hormoonstelsel op lange termijn - Bestemming
> Zenuwstelsel heeft erg specifieke bestemming: van cel A naar cel B waar een draadje tussen wordt gevormd om info door te geven
> Hormoonstelsel geeft klierproducten af aan het hele lichaam. Enkel cellen met juiste receptoren zullen reageren.
Wat is een hormoon?
Een chemische signaalstof die
> door een cel wordt afgegeven,
> getransporteerd wordt via bloed
> en activiteiten van cellen in andere delen van het lichaam beïnvloedt
Welke scheikundige structuren kunnen hormonen aannemen?
AMINOZUURDERIVATEN
Kleine moleculen die op aminozuren lijken.
- (Nor)adrenaline
- Schildklierhormonen T3 en T4
- Melatonine
PEPTIDEHORMONEN
Ketens van aminozuren
ADH, OXY
Hormonen van hypofyse voorkwab: ACTH, TSH, PRL, GH, FSH, MSH, LH
VETDERIVATEN
> Steroïden: afgegeven door voortpl-stelsel en bijnieren (vb testosteron)
> Eicosanoïden: verbindingen op basis van vetzuren (prostaglandinen)
Welke twee werkingsmechanismen gebruiken hormonen?
Membraanreceptoren en intracellulaire receptoren
Leg de werking van membraanreceptoren uit.
> Receptoren bevinden zich op celmembraan
Hormonen: (nor)adrenaline, peptidehormoon en eicosanoïden
- Hormoon bindt zich aan membraanreceptor
- G-eiwit (signaalstof) wordt geactiviteerd
- Activering zorgt voor 2de signaalstof cyclisch AMP (c-amp)
- C-amp verandert enzymatische activiteit van de cel
- Enzymen hebben invloed op chemische processen > metabolisme van cel gaat anders verlopen > reactie van de cel
Leg de werking van intracellulaire receptoren uit
> Receptoren in de cel (gaan door het membraan)
Hormonen: steroïdhormonen en thyroïdhormonen
STEROÏDHORMONEN
Vormen hormoon-receptor-complex in cytoplasma of celkern
Zorgt ervoor dat er transcriptie gebeurt van sommige genen > Eiwitsynthese gaat wijzigen
SCHILDKLIERHORMONEN
Vormen hormoon-receptor-complex in celkern of bij mitochondriën
> In celkern wijzigt dat de snelheid van transcriptie (en dus eiwitsynthese)
> Bij mitochondriën wijzigt dat de snelheid van aanmaak ATP > meer energie voor de cel
Op welke manieren worden hormonen getransporteerd in het bloed
Afgifte waar ze snel bloedstroom kunnen binnengaan: plek met veel capillairen.
Circuleren vrij of binden zich aan transporteiwitten.
Hoe reguleert de hypothalamus de werking van het hormoonstelsel?
- Productie ADH en OXY
> Worden aangemaakt in hypothalamus en afgegeven aan het bloed door hypofyse achterkwab - Afgifte van regulerende hormonen om activiteit van hypofyse voorkwad te regulren
- Reguleren van sympatische output naar medulla suprarenalis
Welke hormonen produceert de hypothalamus? Wat doen ze?
ADH: antidiuretisch hormoon.
Invloed op permeabiliteit van wanden nefron en verzamelsysteem. Zorgt voor constante bloeddruk, bloedvolume en vocht in weefsels
OXY: oxytocine.
> Samentrekking baarmoeder bij bevalling of orgasme
> Samentrekking melkklieren (TSR)
> Gevoel van verbondenheid
REGULERENDE HORMONEN
> Releasinghormonen: stimuleren synthese en secretie van hormonen in hypofyse voorkwab
Inhibiting hormonen: remmen synthese en secretie van hormonen in hypofysevoorkwab
Bespreek de verschillende fases van stress en hun verschillende hormonen.
ALARMFASE (kort)
> Hypothalamus heeft rechtstreekse zenuwlink naar bijniermerg, endocriene cellen maken daar adrenaline aan
WEERSTANDSFASE (enkele uren)
> Hypothalamus maakt regulerend hormoon ACTHF-RF (adrenocorticotroop hormoon releasing factor).
>Dat werkt in oop hypofyse voorkwab. >Endocriene cellen geven ACTH aan bloed. >ACTH vindt receptor in bijnierschors.
> Endocriene cellen in bijnierschors maken
1. mineralcorticoïden,
Aldosteron; vasthouden van natrium>meer waterretentie in bloed
2. glucorticoïden
Steroïden met oa cortisol: hoger bloedsuikerspiegel en dus verhoogde spierspanning. Werkt ook ontstekingsremmend
3. en androgenen aan. (werking onbekend)
UITPUTTINGSFASE
Weerstandsfase te lang > minder cortisol, minder ontstekingsremmend > veralgemeende chronische pijn
Bespreek de invloed van hormonen op het suikerspiegel in het bloed
TE LAAG
> Alfacellen op eilandjes van Langerhans (receptor) in pancreas geven hormoon GLUCAGON af
> Lever, skeletspieren en vetweefsel (effector) reageren
> Toename synthese en afgifte glucose; toename afbraak vetten in vetzuren; toename afbraak glycogeen in glucose
TE HOOG
> Bètacellen op eilandjes van Langerhans in pancreas geven hormoon INSULINE af
> Alle cellen reageren
> Toename vorming ATP; toename omzetting glucose naar glycogeen ; toename aminozuuropname en eiwitsynthese; toename vetsynthese
Bespreek de invloed van hormonen op de aanmaak/afbraak van botweefsel
Regulering van calcium in het bloed.
- CALCITONINE wordt aangemaakt door C-cellen in schildklier
> Remt osteociasten > calciumafgifte vanuit beenderen naar bloed wordt geremd
> STERKERE botten - PARATHYROIDHORMOON wordt aangemaakt door chief-cellen van bijschildklier
> Stimuleert osteociasten > calciumafgifte vanuit beenderen naar bloed wordt versneld
> ZWAKKERE botten - CALCITRIOL wordt aangemaakt door nieren (obv vitD3)
> Remt osteociasten > calciumafgifte vanuit beenderen naar bloed wordt geremd
> STERKERE botten
Welke hormonen produceert de hypofyse voorkwab?
EFFECT OP GROEP ENDOCRIENE CELLEN:
- TSH: thyroïdstimulerend hormoon
- ACTH: adrenocorticotroop hormoon
- Gonadotropinen
- FSH: follikelstimulerend hormoon
- LH: lutheïniserend hormoon
RECHTSTREEKS EFFECT OP CELLEN
- PRL: prolactine
- GH: groeihormoon
- MSH: melanocytstimulerend hormoon
Bespreek het hormoon TSH.
Thyroïdstimulerend hormoon werkt in op schildklier
Effect: afgifte van schildklierhormonen T3 en T4.