H 6A

Question 1

Wat is uw naam/voornaam ?

Answer 1

Comment vous appelez-vous ?
Quel est votre prénom/ nom (de famille) ?

Question 2

Wat is uw adres ?

Answer 2

1. Quelle est votre adresse?

Question 3

Op welk nummer woont u ?

Answer 3

1. Vous habitez à quel numéro ?

Question 4

Wat is de postcode ?

Answer 4

Quel est votre code post

Question 5

In welke stad woont u ?

Answer 5

Où habitez-vous?

Question 6

Vanwaar bent u ?

Answer 6

Vous venez de (quel pays)?

Question 7

Wat is uw telefoonnummer/GSM nummer/emailadres ?

Answer 7

1. Quel est votre numéro de téléphone ?
2. Vous avez une adresse mail?

Question 8

Hoe oud bent u ?

Answer 8

1. Quel âge avez-vous?

Question 9

Wat is uw geboortedatum/geboorteplaats ?

Answer 9

1. Quelle est votre date de naissance ?
2. Où êtes-vous né(e)?

Question 10

Wat is uw nationaliteit?

Answer 10

1. Quelle est votre nationalité ?

Question 11

Wat is uw burgelijke staat ?

Answer 11

1. Vous êtes marié / célibataire ?

Question 12

Hoeveel kinderen heeft u ?

Answer 12

1. Combien d’enfants avez-vous ?

Question 13

Hij is enig kind

Answer 13

il est enfant unique

Question 14

hij is student

Answer 14

il est étudiant

Question 15

Hij is getrouwd, maar zij is vrijgezel.

Answer 15

Il est marié mais elle est célibataire

Question 16

Ze zijn gescheiden

Answer 16

Ils sont divorcés

Question 17

Hij is weduwnaar, zij is weduwe

Answer 17

il est veuf
elle est veuve

Question 18

Ze is zwanger

Answer 18

elle est enceinte

Question 19

Ik woon in de stationsstraat.

Answer 19

J’habite rue de la Gare.

Question 20

Ik woon in Hasselt.

Answer 20

J’habite à Hasselt.

Question 21

Ik kom van Brussel

Answer 21

Je viens de Bruxelles.

Question 22

Ik woon in Marokko

Answer 22

J’habite au Maroc.

Question 23

Ik woon in België

Answer 23

J’habite en Belgique.

Question 24

Ik woon in Nederland

Answer 24

Ils habitent aux Pays-Bas.

Question 25

Ik kom uit Frankrijk

Answer 25

Je viens de France

Question 26

Ik ben 18, ik word 19.

Answer 26

J’ai 18 ans.
J’aurai 19 ans

Question 27

Ik ben net twintig geworden

Answer 27

Je viens d’avoir 20 ans.

Question 28

Ik ben geboren op 1 mei

Answer 28

Je suis né(e) le premier mai.

Question 29

Ik ben geboren op 2 mei

Answer 29

Je suis né(e) le deux mai.

Question 30

Ik ben geboren in 1999

Answer 30

Je suis né(e) en 1999

Question 31

We zijn verhuisd in 1998

Answer 31

Nous avons déménagé en 1998.

Question 32

Wij zijn getrouwd in 1996

Answer 32

Nous nous sommes mariés en 1996.

Question 33

We zijn 3 jaar geleden getrouwd

Answer 33

Nous nous sommes mariés il y a 3 ans.

Question 34

We zijn al 5 jaar getrouwd.

Answer 34

Nous sommes marié(e) depuis 5 ans.

Question 35

Ik ben afkomstig uit België.

Answer 35

a) Je suis originaire de Belgique.
b) Je suis d’origine belge.

Question 36

Kan je me even zeggen hoe je naam ook alweer was ?

Answer 36

c) Pourriez-vous me rappeler votre nom?

Question 37

Wanneer ben je jarig ?

Answer 37

Quand fêtez-vous votre anniversaire

Question 38

Wij zijn even oud

Answer 38

d) Nous avons le même âge.

Question 39

Ik ben ouder dan mijn zus.

Answer 39

e) Je suis plus âgé(e) que ma sœur.

Question 40

Woon je bij je ouders ?

Answer 40

f) Vous vivez chez vos parents ?

Question 41

Ik woon alleen.

Answer 41

Je vis seul

Question 42

Ik woon samen met mijn vriend.

Answer 42

Je vis avec mon copain

Question 43

Ik heb een vriendin.

Answer 43

g) J’ai une copine.

Question 44

Wij zijn uit elkaar.

Answer 44

h) Nous nous sommes quittés.

Question 45

Wij wonen apart

Answer 45

i) Nous vivons séparément.

Question 46

Mijn man is overleden.

Answer 46

j) Mon mari est décédé.

Question 47

Zeg dat je MMA studeert

Answer 47

Je fais des études de secretariat medical

Question 48

Vraag of je een bachelor gedaan hebt ?

Answer 48

vous faites un bachelor ?

Question 49

Zeg dat het een opleiding is van 3 jaar

Answer 49

Il s’agit d’une formation de trois ans

Question 50

Vraag in welk jaar iemand zit

Answer 50

En quelle année êtes-vous ?

Question 51

Vraag wanneer hij/zij zijn studies beëindigt

Answer 51

quand aurez-vous terminé vos études?

Question 52

Over 2 jaar

Answer 52

dans deux ans

Question 53

Zeg dat je ingeschreven bent bij hogeschool PXL

Answer 53

Je suis inscrit à la haute école PXL à hasselt

Question 54

Zeg dat je een cursus Spaans volgt.

Answer 54

j’y suis un cours d’espagnol

Question 55

Welke richting volg je?

Answer 55

Quelle orientation/formation suivez-vous

Question 56

Zeg dat je een bachelor OM hebt.

Answer 56

J’ai un bachelor professionnel en gestion de bureau