H 5 Flashcards
Ben je zeker ?
Vous êtes sûr
Ben je er zeker van
vous en êtes sûr
En êtes vous sûr
Echt ?
vraiment
sûr
Hou je me voor de gek ?
tu te moque de moi
tu veux me faire marcher
Ik ben niet zeker
Je ne suis pas sûr(e)
Ik twijfel
Je doute
Ik heb twijfels
J’ai des doutes
Ik twijfel eraan
J’en doute
Best mogelijk
Sans doute
Het is mogelijk
C’est possible
Het kan
Ça se peut
Misschien
Peut-être
Waarschijnlijk
Probablement
Ik steek er mijn handen niet voor in het vuur
Je n’en mettrais pas ma main au feu
Daar zou ik mijn hoofd niet op durven wedden
Je n’en donnerais pas ma tête
Ik veronderstel dat het waar is.
Je suppose que c’est vrai
Ik vermoed dat het zo verlopen is.
j’imagnine que ça s’est déroulé comme ça/ ansi
Ik vrees dat het klopt
je crains que ce soit le cas
je crains que ce soit vrais
Als ik me niet vergis, heeft hij dat gezegd.
Si je ne me trompe pas, il a dit cela
Zonder twijfel
Sans aucun doute
Ik ben overtuigd
je suis convaincu