Grammatica Flashcards
wat gebeurt er met ay?
ayi of ē
wat gebeurt er met aw?
awe of ō
wat is het bestaanspartikel?
יֵשׁ
wat is het ontkenningspartikel?
אֵין / לֹא
hoe kun je een bijzin ontdekken?
אֲשֵׁר
–שֶׁ
–שַׁ
wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden?
ms: זֶה
fs: זֹאת
cp: אֵלֶּה
hoe kondig je een vraag aan?
algemeen: ה
hoe: אֵיכָה
wie: מִי
wat: מה
waar: אַיֵּה / אֵי
wat gebeurt er met het aanwijzend voornaamwoord als er een bijvoeglijk naamwoord in de zin staat?
gaat naar het eind van de zin
hoe kun je een vergelijking trekken met aanwijzende voornaamwoorden?
herhalen van aanwijzend voornaamwoord
hoe zou je een bijzin als voegwoord kunnen vertalen?
dat, zodat, sinds, vanwege, voor
welke vraagwoorden kunnen worden gelezen als een uitroeping?
wat en hoe
wanneer wordt een bijvoeglijk naamwoord predicatief gebruikt?
als het geslacht en getal overeenkomen, maar er geen lidwoord wordt gebruikt én het bijvoeglijk naamwoord staat vóór of achter het zelfstandig naamwoord
wanneer wordt een bijvoeglijk naamwoord attributief gebruikt?
als zowel geslacht, getal, lidwoord overeenkomen met het zelfstandig naamwoord en het bijvoeglijk naamwoord áchter het zelfstandig naamwoord is geplaatst
op welke manieren kan het voorzetsel מִן ook worden gebruikt?
vergelijkend en delend
waarvoor wordt het voorzetsel מְאֹד gebruikt?
om een overdrijving te maken: ‘erg’
welke woordpatronen zijn er voor bijvoeglijke naamwoorden?
qātōl, qātēl, qātāl, qall en qāte(h)
wanneer wordt een sewa uitgesproken?
begin van woord, 2e opeenvolgend, na een dages forte en na een lange klinker
wanneer wordt een sewa níet uitgesproken?
eind van woord, 1e opeenvolgend, na een korte onbeklemtoonde klinker, na een beklemtoonde klinker