Gezinsdiagnostiek Flashcards
Wat zijn de 4 principes van HGD?
- diagnostiek is gericht op hulpverlening
- diagnostiek is gericht op interacties tussen kind en ouders
- de attitude van de diagnosticus is cliëntgericht
- het diagnostisch proces verloopt systematisch
Wat is bufferdenken? Welke bufferprocessen zijn er?
= ouders hebben ten alle tijde buffers nodig om zich te kunnen handhaven in ongunstige tijden
- 4 bufferprocessen:
* samenleving
* sociaal netwerk en goede taakverdeling
* metapositie
* ‘goede ouderervaringen’
Wat zijn aanleidingen voor gezinsdiagnostiek?
- probleem van het kind/jongere
- individuele diagnostiek van het kind/jongere
- gezinsdiagnostiek: verklarend, krachten/risicofactoren - opvoedcompetentie van de ouder
- Is de ouder competent om veiligheid en ontwikkelingskansen te bieden?
- Kan dit kind thuis blijven of terugkeren?
Wat zijn een aantal diagnostische instrumenten die frequent gebruikt worden in de psychopedagogische sector?
- het balans model
- de Familie Relatie Test
- de Gezins Systeem Test
- de Gezinsklimaatschaal II
- de Nijmeegse Ouderlijke Stress Index
- Familie-in-Dieren
Hoe is men tot het balansmodel gekomen en wat is het uitgangspunt?
- ontstaan uit de vraag: Wat zijn de pedagogische gevolgen van groeiende diversiteit? => Negatieve invloed op kinderen? Hoe beoordeling?
- opvoeding is een transactioneel proces (ouder-kind-omgeving) met risicofactoren (cumulatie) en protectieve factoren (buffer)
Wat zijn bufferfatoren?
- een positieve gezinssituatie hangt samen met verschillende kwalitatieve voorwaarden, als hieraan voldaan is, spreken we van bufferfactoren
- vb. materieel levenspeil, tevredenheid ouders met gekozen leefvorm, vertrouwen en communicatie tussen verschillende ouderfiguren, sociale steun, …
Wat zijn risicofactoren?
= factoren die de opvoeding kunnen bedreigen of de kans verhogen dat problemen ontstaan
vb.
- kind: moeilijk temperament, vroeggeboorte, …
- ouders: conflicten, echtscheiding, mishandeling, …
- omgeving: andere culturele achtergrond, slecht behuizing, …
“Naarmate het aantal problemen en stressfactoren toeneemt/afneemt, neemt de draagkracht van de ouders om de problemen zelf aan te kunnen evenredig toe/af.”
toeneemt - neemt af
Wat is draagkracht?
= het geheel van competenties en beschermende factoren waarmee ouders en kinderen de draaglast het hoofd bieden
positief opvoedingsproces is afhankelijk van de draagkracht:
- de mate waarin ouders opvoeding aankunnen
- de manier waarop ze de opvoeding beleven
Wat is draaglast?
- beïnvloedt het opvoedingsproces: het geheel van taken dat ouders en kinderen te vervullen hebben (vb. voorzien in primaire en levensbehoeften, huishoudelijke en maatschappelijke taken, opvoeding, enz…
Wat bepaalt het ‘aankunnen’ van de opvoeding?
de verhouding of het evenwicht tussen draagkracht en draaglast
Hoe wordt deze verhouding weergegeven?
door 2 assen:
- levenstaken en vaardigheden
* twee centrale dimensies: ondersteuning en controle
- risico- en beschermende factoren
=> instrument om als hulpverlener gezinssituatie van buitenaf te evalueren
Welke instrumenten worden er gebruikt in de psychopedagogische context?
- Gezinsvragenlijst (GVL)
- GezinsSysteem Test (GEST)
- Gezinsklimaatschaal (GKS-II)
- Vragenlijst gezinsfunctioneren (VGF) (gratis te downloaden)
- Nijmeegse Ouderlijke Stress Index (NOSI of verkort NOSIK)
- Leuvense Gezinsvragenlijst
- Familie Relatie Test (FRT)
- Verkennende methodieken
- 3 huizen methodiek
- Levenslijn
- Familie in dieren (projectieve test)
Wat is het uitgangspunt van de Gezinsvragenlijst (GVL)?
- opvoedingsinvloed van het gezin verloopt niet alleen via de ouder-kindrelatie
- vaak ten onrechte uitsluitend hiervan uitgegaan (in andere instrumenten)
- het gezin bestaat uit meerdere relaties:
- relatie tussen de ouders en het kind
- relatie tussen de ouders onderling
- relatie tussen het gezin en zijn omgeving
- in kaart brengen van het functioneren van het gezin: uitgaan van deze verschillende relaties
Geef nog achtergrond van de GVL?
- bepaalt welke relaties er zijn tussen:
- de ouders en het kind (opvoedingsdimensies)
- de ouders onderling (partnerdimensie)
- het gezin en de omgeving (sociale netwerkdimensie)
- context waarbinnen deze relaties zich afspelen (organisatie en gezinsstructuur
- dus uitgangspunt:
- meervoudige relaties in het gezin
- zowel opvoedingsgedrag van de ouders als functioneren van het gezin
- vanuit inzicht in het gezinsfunctioneren komen tot aanknopingspunten voor eventuele interventies
Wat is het doel van de GVL?
- de kwaliteit van de gezins- en opvoedingsomstandigheden van kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar bepalen
A.d.h.v. welke basisschalen geeft de GVL het totale gezinsfunctioneren weer?
- responsiviteit
= opvoedingsrelatie van de ouders met het kind - communicatie
= de communicatie van de ouders met het kind - organisatie
= de context waarbinnen de gezinsrelaties plaatsvinden - partnerrelatie
= de onderlinge relatie tussen de ouders - sociaal netwerk
= de relaties van het gezin met de omgeving
Wat is het gezinsfunctioneren?
= omstandigheden in de gezins- en opvoedingssituatie die de gedrags- en emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren kunnen begunstigen dan wel bedreigen
(daarin worden 5 basisaspecten onderscheiden)