De opvoeder Flashcards

1
Q

Wat is de opvoeder?

A

1 van de 3 cruciale beïnvloedende factoren in de wijze van het opvoeden van het kind alsook de mogelijke (psychologische) gevolgen van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 3 beïnvloedende factoren betreffende de wijze waarop het kind opgevoed kan worden?

A
  • verantwoordelijkheid
  • rentmeesterschap
  • competente opvoeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de functie van verantwoordelijkheid in opvoeden?

A
  • bepaalde opvoeding nastreven met de nodige vaardigheden van de opvoeder en weten wat gevolg zal zijn (voorspelbaar)
  • bij een probleem is de opvoeder onverantwoord bezig
  • opvoeden is relationeel bepaald en dus onvoorspelbaar, toekomst open laten en kind ruimte geven om toekomst in te vullen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van rentmeesterschap in opvoeden?

A
  • opvoeders zijn verantwoordelijk voor de opvoedingsrelatie door hun engagement (hun keuze!)
  • stewardship
  • instemming kind! (zou het kind er als volwassene mee akkoord gaan?)
  • link met IVRK
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is stewardship?

A

opvoeders krijgen het kind toevertrouwd met opdracht om dit zo goed mogelijk te doen met ook oog voor ontwikkeling op alle vlak van talenten en mogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de link tussen rentmeesterschap en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind?

A
  • het geeft opvoeders een houvast om het samenleven met kinderen vorm te geven en te beoordelen
  • kinderen moeten opgevoed worden in de geest van vrede, respect voor de menselijke waardigheid, verdraagzaamheid, vrijheid, gelijkheid en solidariteit (een democratische, geweldloze opvoeding)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de functie van de competente ouder in opvoeden?

A
  • er bestaat geen eenduidige, universele omschrijving van ‘de goede opvoeding’
  • een evenwicht vinden tussen de eisen van de situatie en de aanwezige mogelijkheden
  • competentie: flexibiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar verwijst ‘competentie’ naar?

A

de bekwaamheid om op grond van een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en persoonsgebonden houdingen in complexe situaties adequaat te handelen (= op een zelfstandige, reflexieve en verantwoordelijke manier succesvol uitvoeren van taken en oplossen van problemen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Competentie verwijst naar een samenhang van 3 elementen? Welke?

A
  • kennis
  • vaardigheden
  • houding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk soort opvoeders zijn er?

A
  • bewust reflecterende opvoeder: 4 niveaus
  • leerbereide opvoeder (perspectieven)
  • zelfregulerende opvoeder (Triple P, M. Sanders)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de vijf principes van positief ouderschap?

A
  1. veilige en stimulerende omgeving
  2. positief ondersteunende leeromgeving
  3. aansprekende discipline
  4. realistische verwachtingen
  5. goed voor zichzelf zorgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk model visualiseert de verschillende opvoedingsvaardigheden?

A

de opvoedingspiramide (Webster-Stratton Hancock)
- bovenste lagen: enkel bij ernstig storend gedrag
onderste lagen: inzetten om de band met het kind aan te halen en om gewenst gedrag te stimuleren en te bekrachtigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de algemene basisvaardigheden van de opvoeder?

A
  • observeren
  • voorkomen van problemen in risicosituaties
  • gevoelens/emoties kunnen reguleren
  • communicatievaardigheden
  • relatievaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Emotioneel competente opvoeder zijn in staat tot een …?

A

positieve emotiecoaching, met empathie als kern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is emotiecoaching in vijf stappen? (Gottman & DeClaire)

A
  1. Wees bewust van gevoelens van kinderen.
  2. Beschouw hun gevoelens als gelegenheid voor intimiteit en als leermogelijkheid.
  3. Luister empathisch naar kinderen en hun gevoelens en communiceer je gevoelens van erkenning en begrip.
  4. Help kinderen bij het verwoorden van gevoelens.
  5. Help, indien nodig, bij het oplossen van problemen. Stel grenzen vanuit de idee dat gevoelens steeds legitiem zijn, maar niet alle gedrag aanvaardbaar is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke houding wordt er verondersteld van de opvoeder?

A
  • geduldig
  • eerlijk met zichzelf en de kinderen
  • vermijdt negatieve kritiek, vernederende en ridiculiserende commentaar
  • benoemt kinderen niet op een algemene en negatieve manier
  • zijn bewust van en staan open voor de eigen gevoelens
17
Q

Welke zijn de vier opvoedingsstijlen gebaseerd op twee dimensies: ontvankelijkheid (betrokkenheid, nabijheid) en veeleisendheid (controle, loslaten)?

A
  • autoritair
  • democratisch (autoritief)
  • verwaarlozend
  • toegeeflijk (permissief)
18
Q

Wat is belangrijk van een gezaghebbende, democratische, autoritatieve opvoedingsstijl?

A
  • duidelijke verwachtingen, redelijke afspraken
  • kind <=> ouders: luisteren en elkaar beluisteren, open communicatie (overlegmoment)
  • balans tussen:
  • gezag, warmte, affectie en begrip
  • controle en betrokkenheid
  • discipline en autonomie
19
Q

Wat zijn de gevolgen van een gezaghebbende opvoedingsstijl?

A

betere psychosociale ontwikkeling
- positief zelfbeeld
- wederzijds respect, vertrouwen en genegenheid
- meer kans op betere oplossingen, met gedeelde verantwoordelijkheid
- beste langetermijnresultaten

20
Q

Wat zijn de gedragsregels in het gezin?

A
  • regels essentieel
  • regels aangepast aan de leeftijd en capaciteiten van het kind
  • afspraken en regels maken
21
Q

Wat zijn belangrijke aspecten bij het maken van afspraken en regels?

A
  • duidelijkheid
  • redelijkheid
  • kort op de bal spelen

=> grenzen zijn nodig om kinderen een veilig opvoedingsklimaat te bieden

22
Q

Wat is de permissieve opvoedingsstijl?

A
  • toegeeflijk, weinig controle
  • alles goedpraten, kind krijgt steeds gelijk
  • alles wat mis gaat, wordt aan externe factoren gelinkt
  • onveilige sfeer !
  • gevoelens van wrok en vijandigheid bij opvoeder
23
Q

Wat is het effect van de permissieve opvoedingsstijl op het kind?

A
  • impulsief, ongehoorzaam, opstandig en agressief
  • moeilijk verantwoordelijkheid opnemen
  • veel zelfvertrouwen
  • erg gericht op leeftijdsgenoten
  • moeite met concentreren
  • vrienden maken en houden
    => moeite met emotieregulatie
24
Q

Wat is de verwaarlozende opvoedingsstijl?

A
  • alles wordt toegelaten maar niets goed gevonden
  • weinig eisen, weinig tijd, onverschilligheid
25
Q

Wat is het effect van een verwaarlozende opvoedingsstijl?

A
  • lokt veel conflicten uit
  • agressief gedrag en negatief zelfbeeld
  • emotionele achterstand
  • gebrek aan zelfvertrouwen
26
Q

Wat is de autoritaire opvoedingsstijl?

A
  • regelgeving en discipline: MACHT
  • weinig tot geen warmte
  • volledige gehoorzaamheid
  • beknotting van het eigen initiatief
27
Q

Wat is het effect van een autoritaire opvoedingsstijl?

A
  • fnuikt de ontwikkeling van het kind, initiatiefverlies, negatief zelfbeeld
  • negatieve gevoelens, escalatie
  • opstandigheid, verzet, terugvechten
  • liegen, achterbaksheid
28
Q

Welke is de ‘vijfde opvoedingsstijl’?

A

de overbeschermende stijl (helikopterouders)

29
Q

Wat is de overbeschermende stijl?

A
  • ‘Doe ik het goed?’
  • succes en geluk
  • fouten voorkomen
  • te hoge nabijheid en controle (bescherming)
30
Q

Wat is het effect van een overbeschermende stijl op het kind?

A

ANGST
- streven perfectie na, sterk zelfkritisch, minder zelfvertrouwen, minder probleemoplossingsgericht, kwetsbaar zelfbeeld, vertrouwen, in cocon, leren van fouten

31
Q

Welke 2 soorten overbeschermende opvoeders zijn er?

A
  • overbescherming door angst van ouders
  • overbescherming door kind op voetstuk te plaatsen/ prestaties kind voedt eigenwaarde ouder
32
Q

Opvoeden is een groeiproces, leg uit.

A
  • Bij baby’s en jonge kinderen: autoritair
  • Pubers: gezaghebbend
  • Jongvolwassenen: permissief
33
Q

Wat zijn enkele kernpunten van opvoeding?

A
  • Een kind heeft het nodig dat je kijkt, luistert en reageert (sensitiviteit en responsiviteit).
  • Hoe ouders/opvoeders omgaan met de intense emoties van hun peuters is een enorme factor in hoe gelukkig zij als volwassenen zullen zijn!
  • Kinderen zijn het gelukkigst als hun ouders veeleisend en warm zijn (zie democratische opvoedingsstijl).
  • Emoties moeten worden erkend en benoemd, maar niet veroordeeld.