General - Antibiotics 2 Flashcards

1
Q

Gentamycine
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benzylpenicilline
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sulfadiazine
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Trimetoprim
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tetracycline
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Polymyxine
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ceftiofur
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Enrofloxacine
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Metronidazol
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rifampine
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chlooramfenicol
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gamithromycine
a. remmen de synthese van DNA en mRNA, hierdoor worden pathogene bacteriën snel gedood afhankelijk van de concentratie van het middel.
b. Het remt de DNA-afhankelijke RNA-polymerasen in de bacterie.
c. gaat een irreversibele binding aan met de subunit van ribosomen, waardoor de eiwitsynthese verstoord wordt. Ook heeft het een effect op de cytoplasmatische membraan, waardoor de permeabiliteit verstoord wordt.
d. Het werkt bacteriostatisch door in te grijpen op de
foliumzuur synthese bij gevoelige bacteriën.
e. Het gaat een irreversibele binding aan met penicillin binding proteins (PBP), waardoor de peptidoglycaansynthese in de celwand geremd wordt.
f. De werking berust op een binding aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, waardoor de synthese van polypeptiden wordt verhinderd door onderdrukking van peptidyltransferase.
g. dat een interactie aangaat met fosfolipiden in de buitenmembraan van de celwand waardoor de permeabiliteit verstoord wordt met cellysis als gevolg.
h. Het remt de bacteriële eiwitsyn-these door binding aan de subunits van ribosomen.
i. remt het enzym dihydrofolaatreductase dat
dihydrofoliumzuur in tetrahydrofoliumzuur omzet.
j. Het gaat een irreversibele binding aan met ‘penicillin binding proteins’ (PBP’s), waardoor de peptidoglycaan-synthese in de celwand geremd wordt.
k. op reductie van de nitro-groep (onder anaërobe omstandigheden), waardoor DNA- en RNA-polymerasen geremd worden en DNA desintegreert.
l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

A

l. Het remt de eiwitsynthese door binding aan subunits van de ribosomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly