Geneeskunde 1A HC week 7 Flashcards
Wat is de functie van bloed in het lichaam?
- transportfunctie (voedingsstoffen, gassen, afvalstoffen, signaalstoffen) (diffusie over een groot oppervlak) t.b.v. homeostase
- thermoregulatie (transport warmte)
- afweersysteem (bloedstolling en immuniteit)
Wat is het milieu interieur?
Extracellulaire vloeistof/
weefselvocht/ interstitiële vloeistof
- vloeistof waarin cellen en organen zitten
- bij volwassenen 10-15 L
Wat is het milieu exterieur?
Vloeistoffen in zweetklieren, darmstelsel en urine. Hele andere samenstelling dan in milieu interieur
Wat is homeostase en op welke aspecten heeft het betrekking?
Constant en optimaal houden van de samenstelling van het milieu interieur:
- Thermoregulatie
- Ionensamenstelling
- Zuurgraad
Volgens welke soort regelkringen werkt homeostase en wat houden deze in?
- Positieve feedback: product heeft een stimulerende werking op zijn eigen regelkring
- Negatieve feedback: product heeft een demotiverende werking op zijn eigen regelkring
Hoe werkt thermoregulatie?
- Sensoren meten een verandering van temperatuur in de directe omgeving
- Centrale thermoreceptoren in de hypothalamus nemen dit waar (autonoom zenuwstelsel)
- Vergelijken het met de setpoint (36,8 graden Celsius)
- Bij een verschil sturen ze een signaal naar effectoren (proportioneel aan grootte verschil)
- Warmteproductie en warmteafgifte worden bijgesteld
Wanneer is er sprake van een constante temperatuur en in welke 2 gevallen niet?
Constant: warmteafgifte = warmteproductie
- Hyperthermie: warmteafgifte < warmteproductie (verhoging kerntemperatuur)
- Hypothermie: warmteafgifte > warmteproductie (lichaamstemperatuur is <35 graden Celsius)
Welke mechanismen zijn er ten behoeve van de warmteafgifte?
- Straling (radiatie): met voorwerpen op afstand
- Geleiding (conductie): contact met stilstaand medium
- Stroming (convectie): contact met bewegend medium (lucht)
- Verdamping (evaporatie): onttrekking warmte via vocht
Waardoor kan de warmteafgifte gereguleerd worden door het autonoom zenuwstelsel?
- Verhoogde/verlaagde huiddoorbloeding
- Zweetproductie
Wat gebeurt er bij de sympatische warmteregulatie?
- Activatie van cholinerge sympatische huidvezels: zweten, komt door acetylcholine (dit is een uitzondering)
- Activatie van adrenerge sympatische vezels: vasoconstrictie in de huid, komt door (nor)adrenaline (dit is normaal)
Welke neurotransmitters zijn betrokken bij de sympatische regulatie?
- (Nor)adrenaline: leidt tot vasoconstrictie (Ca2+ omhoog –> spieren contraheren –> vaten nauwer –> huid minder doorbloed in glad spierweefsel)
- Acetylcholine: activatie postganglionaire huidvezels leidt tot zweten (normaal neurotransmitter van parasympatische regulatie)
Wat zijn thermosensoren en welke 2 verschillende soorten heb je?
Meten hoe warm/koud het is
- Centrale sensoren: in area preoptica in hypothalamus (midden in de hersenen)
- Perifere sensoren: in vrije zenuwuiteinden
Wat doen centrale sensoren voor de thermoregulatie?
- Meten of het warmer/kouder is dan de standaard temperatuur
- Maken een correctiesignaal afhankelijk van het verschil
- Harder vuren bij warmte en minder bij kou
- Kunnen vasoconstrictie en vasodilatie reguleren
- Kunnen warmteproductie reguleren
Wat is het effect van vasoconstrictie en wat die van vasodilatie?
Vasoconstrictie: alfa1-receptoren in glad spierweefsel van vaten –> noradrenaline bindt –> vaten worden smaller –> slechtere bloeddoorstroming –> minder warmteverlies
Vasodilatie: Vaten verwijdden, bloeddoorstroming wordt beter en dus meer warmteafgifte vanuit bloedvaten
Wat doen perifere sensoren voor de thermoregulatie?
- Koudereceptoren en warmtereceptoren (met fasische component (verandering) en tonische component (constant))
- Maken gebruik van koude- (TRPM8-kanalen gevoelig voor kou en menthol) en warmtegevoelige (TRPM2-kanalen gevoelig voor warmte en capsaïcine (peper)) ionkanalen
- Bij activering van warmtegevoelige ionkanalen ontstaat een actiepotentiaal
Welke mechanismen zijn er ten behoeve van de warmteproductie?
- Verhoogde spiertonus
- Klappertanden/rillen
- Onnodige/willekeurige bewegingen
- Verbranding bruin vetweefsel
Waarom zorgen klappertanden, rillen en onnodige/willekeurige bewegingen voor warmteproductie?
Het zet spieren aan tot verbranding, de warmte die hierbij vrijkomt wordt afgegeven aan het bloed en de kerntemperatuur wordt verhoogd
Hoe zorgt verbranding van bruin vetweefsel voor regulatie van de warmteproductie?
- verbranding o.i.v. sympathisch zenuwstelsel
- vrijmaking noradrenaline –> bindt op bèta-adrenerge receptoren –> verbranding bruin vetweefsel –> afgifte warmte
Wat zijn effecten van sympatische activatie aan de verschillende receptoren?
- alfa1-receptoren: verlaagde bloedflow naar spijsverteringsorganen
- bèta2-receptoren:relaxatie gladde spieren in bronchiën
- bèta1-receptoren: verhoogde geleidingssnelheid en contractiekracht hart
Wat is het verschil tussen vasoconstrictie/vasodilatie in apicale (oorlellen en vingertoppen) en niet-apicale huid?
- Apicale: glomus lichaampjes die bij sympatische activatie doorstroom bloed tussen arteriolen en venulen aanpassen (zitten in arterioveneuze anastomose (spoelvormige directe verbinding tussen arteriën en venulen)) –> laten bij kou minder en bij warmte meer bloed door
- Niet-apicale: op de ‘normale’ manier zonder arterioveneuze anastomose
Wat gebeurt er in het lichaam bij koorts?
- pyrogene cytokines (ontstaan bij ontsteking) veranderen warmtegevoeligheid van centrale thermosensoren door verhoogde productie prostaglandine E2
- Setpoint temperatuur hierdoor verhoogd
- Centrale sensoren merken dit niet
- Vasoconstrictie en verminderde zweetsecretie en verhoogde stofwisseling (rillen bij een warm lichaam)
- Na aanpassing een verhoogde doorbloeding en versterkte zweetsecretie om warmte kwijt te raken (bleek zien)
- Vorming prostaglandine E2 wordt geremd door cyclo-oxygenase remmers (paracetamol)
Hoeveel bloed pompt het hart per jaar rond?
Zo’n 2,5 duizend kuub (een heel olympische zwembad door de kleine EN de grote bloedsomloop
Wat is het mediastinum?
- Holte tussen linker- en rechterlong, borstbeen en wervelkolom waarin het hart ligt (soort omgedraaide pompoen)
- In transversale vlak iets meer links (rechterlong groter)
- Boven en achter liggen grote vaten en oesophagus (mediastinum superior en posterior)
- Voor veel vetweefsel (mediastinum anterior)
- Hart in mediastinum medium en rust op diafragma
- Longen liggen aan de zijkanten in de pleuraholten
Wat is thymusweefsel en waar zit het?
- Op het hart, sterk vervet weefsel
- Bij jonge kinderen/baby’s herkenbaar is
- Belangrijke rol bij ontwikkeling van T-lymfocyten (produceert hormonen)
Wat is thymusweefsel en waar zit het?
- Op het hart, sterk vervet weefsel
- Bij jonge kinderen/baby’s herkenbaar is
- Belangrijke rol bij ontwikkeling van T-lymfocyten (produceert hormonen)
Wat is het pericard en uit welke lagen bestaat het?
Hartzakje
* Fibreuze pericard: buitenzijde, stevig, collagene vezels
vocht ertussen
* Sereuze pericard: binnenzijde, dubbelgevouwen zak om de hartspier, 2 lagen:
1. Pariëtaal blad (buitenste, vergroeit met fibreuze pericard)
2. Visceraal blad/epicard (binnenste, strak om het hart)
Wat zijn de sinus obliquus en sinus transversus?
- Sinus obliquus: ruimte tussen venen uit de longen, binnen pericardholte, doorlopende ruimte in de achterwand van het pericard
- Sinus transversus: doorgang binnen pericard tussen grote venen en arteriën
Hoe verliep de embryonale ontwikkeling van het pericard en de sinus obliquus en -transversus?
Het hart was eerst aangelegd als buis met een veneuze (onder) en arteriële pool (boven) en hieromheen een omliggend zakje, daarna wurmt deze veneuze pool zich omhoog en vormt het de sinus transversus en later de sinus obliquus. Het hart heeft zich later zelf in het pericard gewurmd.
Wat is het verschil tussen een twee-, drie- en vierkamerhart?
- Wij hebben een vierkamerhart met 2 atria en 2 ventrikels
- Vissen hebben een tweekamerhart (na de ventrikel gaat het eerst naar de kieuwen)
- Sommige dieren hebben een driekamerhart met 2 atria en 1 kamer, het heeft dus geen septum interventriculare waardoor zuurstofarm en -rijk bloed gemengd worden.
Wat betekend de dubbele bloedsomloop van de mens en waarom is deze er?
We hebben een grote en kleine bloedsomloop: kleine door de longen waardoor het bloed zuurstofrijk wordt, grote langs alle organen om het zuurstof af te geven
Dit is om de diffusieafstand te verkleinen
Hoe verloopt het drukverschil in de kleine en grote bloedsomloop en waar heeft het drukverschil mee te maken?
Voor diffusie is een lage druk nodig, voor een grote afstand een hoge druk
- druk in de longcirculatie relatief laag (veel diffusie, kleine afstand)
- druk in de grote circulatie relatief hoog (zeer grote afstand)
Drukverschil heeft te maken met dikteverschil ventrikelwanden, niet met volume weggepompt bloed
Wat zijn de stappen van een gehele bloedsomloopcyclus?
- Bloed komt via de vena cava superior/inferior in het rechter atrium (boezem)
- Daarna stroomt het naar de rechter ventrikel (kamer)
- Via de truncus pulmonalis gaat het de longen in
- Terug via de vv. pulmonalis in het linker atrium
- Stroomt naar de linker ventrikel
- Met grote kracht wordt het via de aorta naar alle organen gepompt
Hoe is het hart gedraaid?
- Hart ontstaat uit een buis met een want eromheen ontwikkeld –> hart wordt dubbelgevouwen –> hart draait en kantelt over het diafragma naar links (door zwaarte veneuze punt)
- Het hart is gedraaid doordat wij rechtop zijn gaan lopen
- Aan de auricula (oortjes) van de atria is de ventrale zijde te bepalen
- Hierdoor licht RV ventraal, RA opzij, LV naar achteren en LA helemaal aan de achterkant
Wat is er speciaal aan de ventrikelwanden?
- Die van het LV is veel dikker dan die van het RV, want deze moet bloed door heel het lichaam pompen
- De scheidingswand (septum) tussen LV en RV hoort bij LV (goed te zien aan de dikte)
Wat zijn je atrioventriculaire kleppen, wat doen ze en welke 2 verschillende heb je?
Hartkleppen tussen atria en ventrikels
Verhinderen terugstroom van bloed tijdens contractie in de ventrikels (actieve manier), dus open tijdens de diastole
Rechts valva tricuspidalis (3 slippen) en links valva mitralis (2 slippen)
Wat doen de papillairspiertjes?
Voorkomen dat de kleppen tijdens de ventrikelcontractie doorschieten
Elke slip is aan een papilairspier verbonden met een chordae tendineae (verbinding)
Wat zijn je arteriële kleppen, wat doen ze en welke 2 verschillende heb je?
Hartkleppen tussen ventrikels en bloedvaten
Voorkomen dat bloed terug de ventrikel instroomt en de goede richting (naar organen) gaat (werken passief)
Valva polmonalis rechts en valva aortae links
Wat zijn halvemaanvormige zakjes/valvula semilunaris en waar zorgen ze voor?
Hieruit bestaan de arteriële kleppen i.p.v. slippen
Openen als druk ventrikel > druk arterie, ze worden aan de kant gedrukt waardoor een opening ontstaat
Ze zijn dus open bij de systole
Wat is de sinus coronalis?
Het veneuze bloed vanuit de aderen rondom het hart komt hierin samen, deze mondt uit in het rechter atrium via de ostium sinus coronarii met de vena cava superior en -inferior
Te zien als een groeve tussen atria’s en ventrikels
Wat wordt bedoeld met het ventrikel vlak?
Doorsnelde die door alle vier de kleppen van het hart gaat
Je ziet de AV-kleppen, arteriële kleppen en 2 arteriën ter hoogte van de valva aortae die het hart voorzien van bloed
Wat is de systole en wat is de diastole?
Diastole: Ontspannen ventrikels (arteriële kleppen sluiten)
Systole: Samentrekking ventrikels (AV-kleppen sluiten)
Wat wordt bedoeld met het hart ‘skelet’?
Stevig (hard) vet met bindweefsel dat ringen creëert, deze geven stevigheid aan kleppen, dit zit ook in het ventrikelvlak
Wat is ausculatie en wat heeft het lub-dub geluid hiermee te maken?
Het beluisteren van harttonen, er zijn een paar bepaalde punten op de borst waar dit goed kan, want het geluid verplaatst zich in de richting van naar waar het bloed stroomt
- Lub-dub geluid: Bekend van het hart. De eerste lub is het sluiten van AV-kleppen (einde diastole) en de dub is het sluiten van de arteriële kleppen (einde systole)
Waarvoor zijn de coronairvaten?
Zorgen voor bloedtoevoer naar de hartspier zelf, eerste aftakkingen van de aorta
- De arteria coronaria dexter vertakt in ramus interventricularis posterior
- De arteria coronaria sinistra splitst in ramus interventricularis anterior en ramus circumflexus
- Beide rami interventricularis lopen evenwijdig aan het septum
- De sinus coronarius (vena) loopt langs de arteriën terug naar het hart
Door welke cellen gebeurt de prikkelgeleiding in het hart?
Gemodificeerde spiercellen die zelf prikkels kunnen opwekken en doorgeven aan hartspiercellen
–> het is dus geen zenuwweefsel!
Hoe verloopt in het kort de prikkelgeleiding van het hart?
- SA-knoop wekt prikkel op en geeft hem door aan rechter atrium
- Samentrekking in beide atria door verspreiding prikkel
- Hartskelet zorgt de prikkelgeleiding tijdelijk wordt onderbroken
- AV-knoop vangt prikkel op
- Van AV-knoop via grote zenuwbundels verder als de bundel van His
- Linker en rechter bundeltak naar beide ventrikels vertakken tot purkinjevezels
- Ventrikels trekken hierdoor samen
Waaruit bestaat het geleidingssysteem van het hart en wat doen de onderdelen?
- SA-knoop: (primaire) pacemakerfunctie, kan zonder prikkels van buitenaf actiepotentialen vuren (spontane frequentie hoger dan de rest van het gespecialiseerde weefsel)
- AV-knoop: enige doorgang voor impulsen in het ventrikelvlak
- Bundel van His: zorgen voor overdracht impulsen
- Netwerk van Purkinje: vertakte bundel van His voorbij de apex
Wat is de trabecula septomarginalis en wat doet deze?
Aparte zenuwbundel die het enige papillairspiertje van de valva tricuspidalis aanstuurt dat niet aan het septum zit
Welke aanpassingen zijn er tijdens het prenatale stadium in de tractus circulatorius om de zuurstofvoorziening zo efficiënt mogelijk te laten verlopen?
- In de navelstreng lopen 2 zuurstofarme arteriën en een zuurstofrijke vene (loopt via lever naar v. cava inferior)
- Er is een verbinding van tractus pulmonalis met aorta, waardoor bloed van RV gelijk naar de aorta kan –> later komt hier een stevig ligament tussen (lig. arteriosum)
- Er is een opening (foramen ovale) tussen RA en LA –> dit wordt later een litteken (fossa ovalis)
Wat wordt bepaald door de hartkleppen?
De stroomrichting van het bloed (voorkomen terugstroming)
- instroomkleppen: AV-kleppen (v. tricuspidalis en v. mitralis)
- uitstroomkleppen: SL-kleppen (v. pulmonalis en v. aortae)
Wanneer openen hartkleppen en wanneer sluiten ze?
Op de afbeelding sluiten ze als P1 < P2 en openen ze als P1 > P2, het bloed moet namelijk altijd van onder naar boven en hierdoor voorkomt het terugstroming
Hoe verloopt de hartcyclus?
Diastole
* Begint met isovolumetrische relaxatie fase (ventrikels ontspannen, volume gelijk)
* Daarna snelle ventriculaire vullingsfase
* Dan langzame ventriculaire vullingsfase
* Als laatst atriale systole (atria contraheren)
Systole
* Begint met isovolumetrische contractiefase (volume binnen ventrikel gelijk)
* Dan snelle ejectiefase (ventrikel leging)
* Dan langzame ejectiefase
Hoe verloopt het openen en sluiten van de kleppen tijdens de hartcyclus?
Paars + groen = diastole
Rood + oranje = systole
Hoe verloopt de druk tijdens de hartcyclus?
- Druk LV > LA: start isovolumetrische contractiefase, druk ventrikel neemt snel toe
- Opening v. aortae: ejectiefase, snelle uitstroom, neemt af als druk in aorta de overhand krijgt
- Start isovolumetrische relaxatiefase
- Druk ventrikel < atrium: start diastolische fase
- Opening v. mitralis: vullingsfase, snel en langzaam als druk ventrikel > atrium
- Atriale systole: druk atrium en druk ventrikel omhoog, druk ventrikel > atrium, start stap 1
Wat is het slagvolume en hoe verloopt deze tijdens de hartcyclus?
Volume die per harthelft per cyclus wordt weggepompt (in beide ventrikels gelijk), het is het verschil tussen einddiastolisch volume (EDV) en eindsystolisch volume (ESV)
Wat is het hartminuutvolume?
Hoeveelheid liter dat het hart per minuut rondpompt, in rust 4-5 L. Bij inspanning sterke verhoging (tot wel 7x)
Berekenen: HMV = SV (slagvolume) x HF (hartfrequentie)
Waardoor worden drukveranderingen in de vena jugularis veroorzaakt en wat betekenen de 3 toppen in de grafiek?
Door het wegvallen van druk door de contractie van het hart, NIET door drukschommelingen in arteriën
- A-top: contractie atrium
- C-top: snelle ejectiefase
- V-top: openen instroomkleppen
Wat doet een elektrocardiogram (ECG) en welke pieken meet deze?
Meet prikkels (elektrische activiteit) tijdens de hartcyclus en worden hierin weergegeven
- P-top: atria trekken samen, einde diastole
- QRS: contractie ventrikels, begin systole
- T-top: repolarisatie ventrikels, einde systole
Weergave impulsen, NIET weergave contractie spier
Welke harttonen zijn er te horen tijdens de hartcyclus?
Eerste harttoon:
* Door sluiting AV-kleppen
* S1 toon bij begin systole
Tweede harttoon:
* Door sluiting SL-kleppen
* S2 toon bij einde systole
Waardoor kunnen cellen in de SA-knoop spontaal elektrisch actief worden en welke fasen zijn hierin te onderscheiden?
Ze depolariseren vanzelf doordat calciumkanalen open gaan staan, waardoor de SA-knoop actiepotentialen vuurt
O. Depolarisatie: opening spanningsafhankelijke Ca2+-kanalen, calcium stroomt binnen
3. Repolarisatie: opening K+-kanalen, kalium verlaat de cel
4. Diastolische depolarisatie fase: If (funny current (kationkanaal)) wordt geprikkeld, waardoor een langzame depolarisatie (natrium) wordt gestart
Wat zijn belangrijke eigenschappen van de AV-knoop?
- Op de grens van atria en ventrikels
- Heeft pacemakereigenschappen, maar fungeert pas als impulsfrequentie als de SA-knoop verstoord is
- Vertraagt impulsgeleiding zodat ventrikels langer kunnen volstromen
- Lange refractaire periode
–> beschermt het hart tegen een te hoge hartslagfrequentie
Wat zijn belangrijke eigenschappen van de AV-knoop?
- Op de grens van atria en ventrikels
- Heeft pacemakereigenschappen, maar fungeert pas als impulsfrequentie als de SA-knoop verstoord is
- Vertraagt impulsgeleiding zodat ventrikels langer kunnen volstromen
- Lange refractaire periode
–> beschermt het hart tegen een te hoge hartslagfrequentie
Welke verbindingen tussen spiervezels en hartspiercellen zorgen voor een goede prikkelgeleiding?
- Desmosomen: spiervezels op hun plek houden
- Gap-junctions: zorgen dat cellen naast depolariserende cellen ook gaan depolariseren, want ze laten ionen door die het veroorzaken
Hoe ontstaat een stroomkring in de extracellulaire ruimte bij hartspierweefsel?
Doordat cellen d.m.v. gap-juctions gaan depolariseren als de naastgelegen cel dit doet ontstaat een stroomkring die impulsgeleiding mogelijk maakt
Hoe vindt de elektrische activiteit van het contraherende myocard plaats en welke fasen zijn er te onderscheiden?
Duurt langer –> veel calcium naar binnen voor een sterkere samentrekking, wel maar 1 actiepotentiaal per systole
O. Snelle depolarisatie fase: opening Na+-kanalen
2. Plateaufase: membraanpotentiaal blijft gelijk door Ca2+-kanalen en lang actiepotentiaal
3. Repolarisatie: door actieve K+-kanalen
Waardoor kunnen veranderingen in het interne milieu optreden?
- Interne veranderende waarden (pH, temperatuur)
- Prikkels, beschadigingen of micro-organismen van buitenaf
- Interne voedingsstoffen- en afvalstoffen concentraties
- Interne communicatie
Waaruit bestaan bloedvaten en welke 3 verschillende soorten heb je (+ eigenschappen)?
Altijd afgedekt door 1 cellaag endotheel, om grote vaten spierlagen voor transport
- Arteriën: gespierde wand (drukbewegingen)
- Venen: kleppen (terugstroom verhinderen)
- Capillairen: 1 cellaag dikke endotheel wand (stofwisseling)
Welke 3 soorten capillairen heb je en wat is hun eigenschap?
- Continue capillairen: kleine gaatjes voor kleine stoffen
- Gefenestreerde capillairen: hebben dunnere gedeelten
- Sinusoïdale capillairen: grote gaatjes
Wat is de samenstelling van bloedplasma?
- 92% water
- 8% plasmaeiwitten, organische moleculen en zouten
Wat is het verschil tussen bloed, plasma en serum?
Bloed: Plasma + cellen
Plasma: Met stollingsfactoren
Serum: Plasma – stollingsfactoren
Welke 3 soorten cellen zitten in het bloed?
- Erytrocyten (rode bloedcellen)
- Trombocyten (bloedplaatjes)
- Leukocyten (witte bloedcellen)
Wat is hematocriet en wat zijn de normale waarden hiervoor?
Hoeveelheid rode bloedcellen in het bloed
Vrouw: 0,4-0,5
Man: 0,45-0,55
Wat zijn de normale bloedwaardes van cellen in het bloed?
- Erytrocyten: vrouw: 3,7-5,0 x10^12 / L en man: 4,3-5,5 x 10^12 / L
- Trombocyten: 140-360 x 10^9 / L
- Leukocyten: 5-10 x 10^9 / L
Op basis van wat kun je de verschillende eiwitten in het bloed scheiden?
Op grond van lading, met elektroforese krijg je dan een eiwitspectrum, van positief naar negatief:
1. Albumine
2. Alfa-globuline
3. Bèta-globuline
4. Gamma-globuline
Wat zijn de belangrijkste bloedeiwitten en waar zijn deze nuttig voor?
- albumine (osmotische druk constant houden)
- alfa-globuline (transporteiwitten en enzym-inhibitoren)
- bèta-globuline (transferrine, cholesterol)
- gamma-globuline (immunoglobuline (antistof)
in totaal 60-80 g/L aanwezig
Wat bepaald je bloedgroep in het bloedgroepensysteem (ABO-systeem)?
Wordt bepaald door aan- / afwezigheid van bepaalde antigenen (bijv. als je A hebt, heb je antistoffen voor B, als je AB hebt, heb je geen antistoffen), je hebt altijd antistoffen voor de antilichamen die niet op jouw molecuul zitten
Leer de tabel goed
Wie kan aan wie bloed doneren binnen het bloedgroepensysteem en wat doneer je dan?
Bloedgroep O is de universele donor
Bloedgroep AB is de universele ontvanger
Leer de tabel goed
Alleen erytrocyten worden doorgegeven (geen antistoffen (leukocyten) en bloedplaatjes)
Waarom hebben erytrocyten een biconcave vorm en wat is hier zo belangrijk aan?
- Vergroting oppervlak –> betere gasuitwisseling
- Gemakkelijk door capillairen verplaatsen
- Gecreëerd door membraanskelet (bestaat uit spectrine en ankyrine)
- Bestaan voor een groot deel uit hemoglobine (1/3 van de eiwitten) dat O2 kan binden
Wat gebeurt er bij een koolstofmonoxide vergiftiging?
Koolstofmonoxide bindt aan hemoglobine i.p.v. zuurstof of koolstofdioxide, deze binding is inressesibel en laat niet meer los, hierdoor kan zuurstof niet meer binden en de organen niet meer bereiken
Hoe ontstaan trombocyten en wat is de functie van ze?
Ontstaan door een afsnoering van cytoplasma en membraan van een megakaryocyt in het beenmerg
Hebben een belangrijke functie bij de bloedstolling
Wat gebeurt er met trombocyten/wat doen ze als er ergens schade aan een bloedvat is?
- Endotheel scheidt iets uit wat trombocyten opmerken
- Trombocyten hechten aan beschadigde deel en een plug ontstaat hier
- Activeren de stollingscascade: protrombine omgezet naar trombine, hierdoor fibrogeen omgezet in fibrine
- Fibrine zorgt dat een stolsel kan ontstaan, het vormt een netwerk van fibrinedraden dat herstel bevordert en bacteriën buiten houdt
Wat zijn leukocyten, de verschillende soorten en hoe vaak komen die voor?
Witte bloedcellen
- Neutrofiele granulocyt: 40-80%
- Eosinofiele granulocyt: 0-6%
- Basofiele granulocyt: 0-2%
- Lymfocyt (B- en T-cellen): 15-50%
- Monocyten: 6-10%
Wat zijn kenmerken van neutrofiele granulocyten?
Betrokken bij acute reactie op een ontstekingsprikkel door fagocyteren en doden bacterie via:
- collagenase (door bindweefsel dringen)
- lysozym (celwand doorknippen)
- lactoferrine (binding aan groeifactor)
Continue productie door korte halfwaardetijd
Wat zijn de kenmerken van eosinofiele granulocyten?
- Betrokken bij parasitaire infecties en allergische reacties
- Remming van acute ontstekingen
- Internalisatie van Ag-Ab complexen
Wat zijn de kenmerken van basofiele granulocyten?
- Zetten IgE-respons in gang –> vorming histamine –> vasodilatatie
- Stimuleren (via chemotaxis) activiteit van neutrofiele en eosinofiele granulocyten
Wat zijn de kenmerken van lymfocyten en welke verschillende soorten heb je?
B- en T-cellen
- kleine lymfocyten: inactief, gerecirculeerd via bloed- en lymfevaten
- grote lymfocyten: actief, migreren vanuit lymfeklier naar de plaats van ontsteking
- plasmacellen: eindstadium van B-cel activatie, kunnen veel antistoffen produceren, zitten in het beenmerg