Gender en mentale gezondheid Flashcards

1
Q

Mentale gevoelens

A

Je slecht voelen heeft een effect op uw levenstevredenheid.
DSM
Georganiseerde groepen van deskundigen uit verschillende disciplines schrijven een omschrijving van mentale ziektes.

Het onderscheid dus tussen normaal en abnormaal is uiteindelijk willekeurig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Common mental disorders ( CMD)

A

Internatiliserende stoornissen : angststoornissen
Stemmingstoornissen : gedragsstoornissen
Middelengebruik : alcoholgebruik, drugs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gender verschil in mentale gezondheid

A

Dit is afhankelijk hoe het gemeten wordt
Vrouwen kampen meer met cmd dan mannen.
Mannen en vrouwen, kampen met evenveel mentale problemen, alleen verschillen ze in het type stoornis, waarmee ze te kampen

Bij adoloscentie hebben jongens meer kans op depressief te worden.
In volwassenheid is er een hoger niveau van depressie en angst bij vrouwen dan mannen.
Maar er is geen groot verschil bij chizofrenie en bipolaire depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zelfdoding

A

Mannen op middelbare leeftijd en wit, bij hun is de grootste kans op zelfdoding én mensen die een laag inkomen hebben, gaan minder snel in behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Samenvatting epidemiologie

A

Vrouwen ondernemen sneller zelfdoding, maar mannen sterven hier sneller aan.
Er is een hoge prevelantie van umned need. Dus diegene die echt hulp hebben, verkrijgen geen hulp.
Vrouwen maken meer gebruik van eerstelijnszorg, deze zorg wordt verkleind vanaf gespecialiseerde zorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Meting van CMD

A

Er is een drempel, want vrouwen rapporteren sneller dan mannen. Vrouwen uiten hun symptomen anders dan mannen en veel meetinstrumenten omvatten enkel de vrouwelijke symptomen.
Vrouwelijk gedrag wordt meer gemedicaliseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Determinanten van genderverschillen : biologische factoren

A

Doorgaans een wisselwerking tussen biologische factoren en sociale kwetsbaarheid.
VB: Gemoedschommeling tijdens menstruatie, pre en postnatale hormoon schommelingen

maar biologische factoren meer uitgesproken in ernstige, mentale stoornissen op ouder leeftijd.

Stress kan biologische diathesis activeren en kan deze hervormen: blootstelling aan hoge niveau van stress tijdens kritiekmoment in kindertijd, dit zorgt ervoor dat iemand een uitgesproken reactie heeft op stress.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Determinanten van genderverschillen : psychologische factoren

A

Sociotropische persoonlijkheid : geeft hoge waarden aan interpersoonlijke relaties. Meer gevoelig voor persoonlijke gebeurtenissen binnen het sociaal netwerk.

Autonomische persoonlijkheid : geeft hoge waarden aan onafhankelijkheid, keuzevrijheid, prestatie. Dus meer gevoelig voor gebeurtenissen die te maken heeft met persoonlijke doelen en falen.

Volgens Beck zijn deze kenmerken aangeboren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aangeleerde hulpeloosheid : Seligman

A

Inherent menselijke nood om het gevoel te hebben van controle over eigen leven.

Bij gebrek aan controle ontwikkelen mensen een mentale stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Coping style theorie ( Lerus en Folkman)

A

Probleem gerichte coping:
Gericht op het wegwerken van de coping. Dus door oplossingen te zoeken van het probleem.

Emotie gerichte coping: gericht op het wegwerken de emotionele reactie op de stressor. Bv hart luchten, piekeren, probleem negeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Genderverschillen in psychologische factoren

A

Mannen en vrouwen hebben andere persoonlijkheidskenmerke en dus ook andere copingstoelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sociologische factoren

A

Social stress model van Pearlin
Stressor –> Stress –> COPING –> MH disorder

Social stressors :
Major life events
Chronic Strains ( spanningen)
Daily things

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Social strains

A

Stress dat ontstaat door iemands positie in ongelijke systemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Role strains

A

stressoren die ontstaan in de context van institutionele rollen : dus werk, school
Rol gevangenschap: wanneer iemand een rol aanneemt of behoudt, zonder deze te willen.
Dus zorgt ook voor overbelasting van rollen

Maar role inoccupancy kan ook zijn dat je graag kinderen wil, maar geen kinderen krijgt etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Contextual strains

A

stress dat onstaat door de omgeving waar men leeft, denk aan buurtomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Coping resourses

A

Coping strategies
Sociaal support : social capital of bourdiea
Social stressors as identity :
stressoren die de meest gekoesterde zelfbeeld van individuen schaden, bedreigen, moeten worden gezien als meer bedreigen en dus meer voorspellend voor pyschische nood

17
Q

Empirisch bewijs geslachtsverdeling van sociale stressoren

A

Gove : tewerkgestelde vrouwen hebben minder stress dan werklozen, maar ze hebben wel stress dan mannen.
Kesslee : werk voor vrouwen is alleen gunstig voor gezondheid van vrouwen, als mannen hun steentje bijdragen in het huishouden