GELDREKENINGEN & INFORMATIEVERPLICHTINGEN Flashcards
Wat is de precontractuele informatieplicht omtrent het tarief van zichtrekeningen volgens Art. VII.4/1 WER?
Art. VII.4/1 van het Wetboek van Economisch Recht (WER) bevat een verplichting voor de aanbieder van diensten om de consument te informeren over het tarief van de aangeboden diensten. Deze verplichting geldt vóór het sluiten van de overeenkomst en heeft betrekking op het beheer van betaalrekeningen en de daaraan verbonden betalingsdiensten. Er zijn twee hoofdverplichtingen: het verstrekken van deze informatie op een actieve manier en het beschikbaar stellen van deze informatie voor elke geïnteresseerde consument.
Wat is de Payment Accounts Directive (PAD) en hoe beïnvloedt deze de inhoud van het informatiedocument?
De Payment Accounts Directive (PAD) is een Europese richtlijn die bepaalt dat het informatiedocument een lijst moet bevatten van ten minste 10 en maximaal 20 meest representatieve diensten die verbonden zijn aan een betaalrekening, met de bijbehorende vergoedingen. Het gebruik van gestandaardiseerde termen en symbolen is verplicht. Ook bepaalt de richtlijn dat er gedetailleerde voorwaarden zijn over de inhoud van het document, waaronder dat het beknopt en niet misleidend moet zijn en dat het geactualiseerd moet worden.
Wat is het toezichtsregime in België met betrekking tot de regelgeving over betalingsdiensten?
Antwoord: In België wordt het toezicht op de privaatrechtelijke bepalingen inzake betalingsdiensten, zoals inbreuken op Boek VII, uitgevoerd door de Federale Overheidsdienst Economie. Het toezicht op het statuut van de instellingen, zoals het verkrijgen van een vergunning als instelling, wordt uitgevoerd door de Nationale Bank. De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) is niet verantwoordelijk voor toezicht op verrichtingen, maar is wel verantwoordelijk voor de vergelijkingswebsite, omdat ze ervaring heeft met dergelijke websites.
Wat zijn de informatieverplichtingen met betrekking tot eenmalige betalingstransacties volgens Art. VII.7 WER?
Artikel VII.7 van het Wetboek van Economisch Recht (WER) legt informatieverplichtingen op voor eenmalige betalingstransacties, d.w.z. transacties die niet leiden tot het sluiten van een raamcontract. Deze verplichting kan van toepassing zijn bij bijvoorbeeld een betaling aan iemand in een ander land, waarbij bedrijven zoals Western Union gespecialiseerde diensten kunnen aanbieden tegen lagere kosten dan traditionele banken.
Wat zijn de vereisten voor het opstellen van een raamcontract volgens Art. VII.21-22 WER?
Voor transacties die niet eenmalig zijn, vereist het WER het opstellen van een raamcontract. Voordat de betalingsdienstgebruiker gebonden is door het contract, moet de aanbieder informatie verstrekken aan de gebruiker. Deze informatie moet op papier of op een duurzame gegevensdrager worden verstrekt. Het doel is om de gebruiker in staat te stellen een geïnformeerd besluit te nemen.
Welke informatie moet worden verstrekt volgens Art. VII.22 WER en wie draagt de bewijslast voor het verstrekken van deze informatie?
De informatie die moet worden verstrekt omvat zaken als geschillenbeslechting, de duur van de overeenkomst, voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het betaalinstrument, en de vermelding van de debetrentevoet in het raamcontract bij overschrijding. De bewijslast voor het verstrekken van deze informatie rust op de instelling.
Hoe wordt de naleving van deze verplichtingen gehandhaafd?
De naleving van deze verplichtingen kan zowel privaatrechtelijk als publiekrechtelijk worden gehandhaafd. In het privaatrecht kan het niet nakomen van informatieverplichtingen leiden tot het kosteloos opzeggen van het contract door de gebruiker. De Federale Overheidsdienst Economie kan daarnaast publiekrechtelijke handhaving toepassen en administratieve sancties opleggen na het geven van een waarschuwing.
Wat zijn de belangrijkste elementen van de regeling voor gereglementeerde spaarrekeningen volgens het Koninklijk Besluit van 18 juni 2013?
De regeling voor gereglementeerde spaarrekeningen, vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 18 juni 2013, bevat verschillende belangrijke elementen. Ten eerste moeten informatieverplichtingen worden nageleefd ten opzichte van spaarders, waaronder consumenten, maar ook kleine en middelgrote ondernemingen. Ten tweede moet de commercialisering van gereglementeerde spaarrekeningen in acht worden genomen, dat wil zeggen, het aanzetten van spaarders om een rekening te openen of geld te storten. Ten derde is er ook een verplichting tot het ter beschikking stellen van een gestandaardiseerd informatiedocument.
Hoe ziet de handhaving van deze regeling eruit?
De handhaving van deze regeling houdt in dat het gestandaardiseerd informatiedocument vooraf moet worden goedgekeurd door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Deze goedkeuring betekent echter niet dat het document niet misleidend is of dat de kredietinstelling solvabel is. Die verantwoordelijkheden liggen bij de kredietinstelling zelf en de Nationale Bank. Als er geen verzoek om voorafgaande goedkeuring is ingediend, kan de FSMA administratieve sancties opleggen. Daarnaast kan de Federale Overheidsdienst Economie ook optreden als het document volgens Boek VI van het Wetboek van Economisch Recht misleidend is.
Wat is het doel van het gestandaardiseerd informatiedocument en hoe wordt het verstrekt?
Antwoord: Het doel van het gestandaardiseerd informatiedocument is om ervoor te zorgen dat spaarders goed geïnformeerd zijn voordat ze beslissen om een spaarrekening te openen. Het document moet vooraf worden verstrekt, behoudens uitzonderingen. Het document wordt in principe op papier verstrekt, maar onder bepaalde voorwaarden kan het ook op een andere duurzame drager zoals een PDF worden verstrekt. In sommige gevallen kan het ook volstaan om het document op een website te plaatsen. Dit is het geval als de aanbieder en de spaarder regelmatig via elektronische weg met elkaar communiceren.
Wat zijn overeenkomsten op afstand betreffende financiële diensten volgens art. VI.54 e.v. WER?
: Overeenkomsten op afstand betreffende financiële diensten, zoals vastgelegd in art. VI.54 e.v. WER, zijn overeenkomsten die online worden gesloten met consumenten. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het openen van een bankrekening. Deze regels zijn specifiek voor financiële diensten en zijn niet hetzelfde als de algemene regels voor overeenkomsten op afstand (art. VI.45 e.v. WER).
Wie valt onder het personeel van toepassing voor deze overeenkomsten?
De overeenkomsten op afstand voor financiële diensten zijn van toepassing op consumenten en aan de andere kant van de overeenkomst op ondernemers. Dit kan zowel aanbieders van financiële diensten zijn als professionele tussenpersonen zoals bemiddelaars. De term “ondernemer” wordt gebruikt om informatieverplichtingen op te leggen, terwijl “aanbieder” verwijst naar de partij met wie de consument uiteindelijk contracteert.
Wat wordt verstaan onder het materieel toepassingsgebied van art. VI.54 WER?
Het materieel toepassingsgebied van art. VI.54 WER heeft betrekking op de informatieverplichtingen die gerespecteerd moeten worden bij een “Initieel akkoord”, zoals het openen van een rekening. Dit heeft echter niet betrekking op transacties die volgen op het initiële akkoord, zoals overschrijvingen.
Hoe wordt niet-naleving van deze regels gesanctioneerd?
Het niet naleven van de regels voor overeenkomsten op afstand voor financiële diensten kan leiden tot sancties. Deze kunnen zowel op publiekrechtelijk niveau door de economische inspectie als op privaatrechtelijk niveau worden opgelegd. Een specifieke sanctie in art. VI. 60 WER stelt dat de consument de overeenkomst via een aangetekende brief kan opzeggen als de informatieverplichtingen niet worden nageleefd. Echter, de effectiviteit van deze sanctie is beperkt, omdat een consument altijd het recht heeft om op te zeggen.
Wat zijn diensten van de informatiemaatschappij volgens Boek XII: elektronische economie?
Diensten van de informatiemaatschappij, zoals gedefinieerd in Boek XII: elektronische economie, zijn diensten die doorgaans tegen betaling op afstand via elektronische weg op individueel verzoek worden geleverd. Een voorbeeld hiervan is het online openen van een rekening, dat op afstand gebeurt, elektronisch wordt uitgevoerd, en op individueel verzoek gebeurt. Zelfs als er geen kosten aan verbonden zijn, bijvoorbeeld voor jongeren, wordt dit nog steeds als een dienst beschouwd.