AANSPRAKELIJKHEID VAN DE KREDIETGEVER Flashcards

1
Q

Welke aansprakelijkheidsrisico’s loopt de kredietgever/-bemiddelaar wanneer deze kredieten verstrekt?

A

De kredietgever/-bemiddelaar loopt verschillende aansprakelijkheidsrisico’s bij het verstrekken van kredieten. Deze aansprakelijkheid kan zich voordoen in drie fasen:

Aansprakelijkheid bij de toekenning van het krediet: Hierbij is de relatie tussen de kredietgever en de kredietnemer van belang. Afhankelijk van het type krediet (gereglementeerd of niet-gereglementeerd) zijn er specifieke wetgevingen die van toepassing zijn, zoals Boek VII van het Wetboek van Economisch Recht (WER) voor consumentenkredieten, de KMO Financieringswet voor KMO's en het gemeen recht voor niet-consumenten en niet-KMO's. Het vergelijken van deze wetgevingen kan inzicht geven in de specifieke aansprakelijkheidsregels die van toepassing zijn.

Aansprakelijkheid bij de handhaving van het krediet: Dit heeft betrekking op situaties waarin de kredietgever verplicht is om de kredietrelatie te beëindigen. Hierbij kan de aansprakelijkheid contractueel zijn, bijvoorbeeld als de kredietgever nalatig is bij het handhaven van de kredietovereenkomst en de relatie onterecht laat voortduren.

Aansprakelijkheid bij de beëindiging van het krediet: Dit omvat gevallen waarin de kredietovereenkomst wordt opgezegd of ontbonden, mogelijk als gevolg van wanprestatie. In deze fase kan de aansprakelijkheid zowel contractueel als extracontractueel zijn, afhankelijk van de omstandigheden.

De aansprakelijkheid van de kredietgever/-bemiddelaar kan zowel contractueel als extracontractueel zijn in alle drie de fasen. Contractuele aansprakelijkheid kan voortvloeien uit foutieve handhaving of beëindiging van de kredietovereenkomst, zoals het niet naleven van opzegtermijnen. Extracontractuele aansprakelijkheid kan ontstaan uit het niet nakomen van precontractuele informatieverplichtingen.

Het begrijpen van deze aansprakelijkheidsrisico’s is essentieel voor kredietgevers/-bemiddelaars om hun verantwoordelijkheden en potentiële aansprakelijkheid bij het verstrekken van kredieten te begrijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de criteria waarmee rekening wordt gehouden bij het bepalen van de informatieplicht?

A

Bij het bepalen van de informatieplicht wordt rekening gehouden met de volgende criteria:

Hoedanigheid van de partijen: De informatieplicht kan variëren afhankelijk van de specifieke hoedanigheid van de betrokken partijen. Bijvoorbeeld, een kredietgever kan meer informatie moeten verstrekken aan een kredietnemer die geen ervaring heeft met het sluiten van kredietovereenkomsten dan aan een ervaren kredietnemer.

Voorwerp van het contract: De complexiteit van het kredietcontract kan ook een rol spelen bij de informatieplicht. Hoe complexer de transactie, des te meer informatie de kredietgever mogelijk moet verstrekken. Een eenvoudig kredietcontract met een bekende kredietnemer die vaker dergelijke overeenkomsten heeft gesloten, kan minder vereisten voor actieve informatieverstrekking met zich meebrengen.

Redelijke verwachtingen van de partijen: De redelijke verwachtingen die partijen kunnen hebben bij het sluiten van het contract worden ook in overweging genomen. Dit houdt in dat de kredietgever informatie moet verstrekken die relevant is voor de specifieke situatie en behoeften van de kredietnemer.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de impact van het nieuwe Boek 5 BW op de informatieplicht bij kredietverstrekking?

A

Het nieuwe Boek 5 BW codificeert het bestaande recht met betrekking tot de informatieplicht. Volgens artikel 5.16 BW moeten de partijen elkaar tijdens de precontractuele onderhandelingen de informatie verstrekken die de wet, de goede trouw en de gebruiken, in het licht van de hoedanigheid van de partijen, hun redelijke verwachtingen en het voorwerp van het contract, hen opleggen te geven.

Dit betekent dat de informatieplicht voortvloeit uit de wet, de goede trouw en de gebruiken. In situaties waarin de wet geen specifieke regels bevat, moeten partijen rekening houden met de hoedanigheid van de betrokken partijen, het voorwerp van het contract en de redelijke verwachtingen die partijen kunnen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de vereisten voor aansprakelijkheid bij het niet naleven van de informatieplicht?

A

Om aansprakelijkheid vast te stellen bij het niet naleven van de informatieplicht, moeten de volgende elementen worden aangetoond:

Fout: Er moet worden bewezen dat de kredietgever een fout heeft gemaakt door geen adequate informatie te verstrekken. Het niet verstrekken van informatie kan als een fout worden beschouwd.

Schade: Er moet worden aangetoond dat de kredietnemer schade heeft geleden als gevolg van de schending van de informatieplicht. Het bewijzen van de omvang van de schade kan echter moeilijk zijn, vooral in vergelijking met de forfaitaire vergoedingen die worden voorzien in Boek VII van het Wetboek van Economisch Recht (WER) voor consumenten.

Causaal verband: Er moet een causaal verband worden aangetoond tussen de schending van de informatieplicht en de geleden schade. Dit betekent dat de schade direct voortvloeit uit het niet verstrekken van de vereiste informatie.

Het begrijpen van deze vereisten is essentieel om de verplichtingen en potentiële aansprakelijkheid van kredietgevers bij het verstrekken van kredieten te begrijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bestaat de verplichting tot adviesverlening en solvabiliteitsonderzoek bij toepassing van het gemeen recht voor kredieten die niet onder de KMO Financieringswet of Boek VII WER vallen?

A

Nee, bij toepassing van het gemeen recht bestaat er geen specifieke verplichting tot adviesverlening en solvabiliteitsonderzoek voor kredieten die niet onder de KMO Financieringswet of Boek VII WER vallen. In deze gevallen moet de commerciële onderneming zelf om advies vragen en heeft de kredietgever geen verplichting om de solvabiliteit van de kredietnemer te beoordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is er een aansprakelijkheidsrisico voor de kredietgever als deze krediet verstrekt aan een niet-kredietwaardige kredietnemer onder het gemeen recht?

A

Onder het gemeen recht is er geen aansprakelijkheidsrisico voor de kredietgever ten opzichte van de kredietnemer als deze krediet verstrekt aan een niet-kredietwaardige kredietnemer. De kredietgever kan niet worden verweten dat de kredietnemer niet werd gewaarschuwd voor onvoldoende terugbetalingsmogelijkheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kan de kredietgever aansprakelijk worden gesteld door derden als deze krediet verstrekt aan een niet-kredietwaardige kredietnemer onder het gemeen recht?

A

Ja, onder het gemeen recht kan de kredietgever aansprakelijk worden gesteld door derden die schade lijden als gevolg van het verstrekken van krediet aan een niet-kredietwaardige kredietnemer. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn voor leveranciers of borgstellers. Het verstrekken van krediet aan een niet-kredietwaardige kredietnemer kan een foutieve schijn van solvabiliteit creëren bij derden, waardoor de kredietgever aansprakelijkheid kan riskeren. Hierdoor ontstaat de facto een verplichting om de kredietwaardigheid te controleren, om aansprakelijkheid ten opzichte van derden te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de informatie-inwinningsverplichting volgens Boek VII WER (consumenten- en hypothecair krediet)?

A

De informatie-inwinningsverplichting, zoals vastgelegd in Artikel VII.69 (consumentenkrediet) en Artikel VII.126 (hypothecair krediet) van het Wetboek van Economisch Recht (WER), heeft twee doelen. Ten eerste heeft het als doel het bestrijden van overmatige schuldenlast door het voorkomen van het aangaan van extra krediet dat tot een onhoudbare schuld kan leiden. Ten tweede dient het ter bescherming van de consument tegen zichzelf, door kredietgevers te verbieden om contracten af te sluiten met insolvente kredietnemers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is er een onthoudingsverplichting en wordt de keuze niet aan de consument overgelaten?

A

De onthoudingsverplichting, waarbij kredietgevers worden verboden om te contracteren met insolvente kredietnemers, is ingesteld omdat consumenten vaak hun eigen kredietwaardigheid niet kunnen beoordelen en hun mogelijkheden overschatten. Door consumenten te beschermen tegen het aangaan van onhoudbare schulden, wordt voorkomen dat situaties zoals de financiële crisis van 2008 zich herhalen. Tijdens die crisis werden te veel kredieten toegekend aan niet-kredietwaardige consumenten, wat leidde tot het uitwinnen van onderpanden en een sterke daling van de woningprijzen. De onthoudingsverplichting helpt dit te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie is gebonden aan de informatie-inwinningsverplichting volgens Boek VII WER?

A

De informatie-inwinningsverplichting geldt zowel voor de kredietgever als voor de kredietbemiddelaar. Beiden zijn verplicht om de nodige informatie in te winnen bij de kredietnemer en andere beschikbare bronnen om de kredietwaardigheid en financiële situatie van de kredietnemer te beoordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voor wie geldt de informatie-inwinningsverplichting nog meer?

A

De informatie-inwinningsverplichting geldt niet alleen ten opzichte van de kredietnemer, maar ook ten opzichte van de persoon die persoonlijke zekerheid verstrekt, zoals een borgsteller. Het doel is om ervoor te zorgen dat de persoonlijke zekerheid in verhouding staat tot de terugbetalingsmogelijkheden van de borgsteller. Dit is met name belangrijk bij kosteloze borgstelling, waarbij de borgsteller geen direct of indirect economisch voordeel ontvangt. Een kosteloze borgtocht kan nietig worden verklaard als het bedrag van de borgtocht kennelijk niet in verhouding staat tot de terugbetalingsmogelijkheden van de borgsteller. Dit komt neer op een onthoudingsverplichting met als sanctie de nietigheid van de borgtocht, waardoor de borgsteller wordt vrijgesteld van elke betalingsverbintenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de belangrijkste elementen die moeten worden opgenomen in de vragenlijst voor het inwinnen van informatie bij de kredietnemer?

A

De vragenlijst voor het inwinnen van informatie bij de kredietnemer moet minimaal de volgende elementen bevatten, zoals bepaald in de wet en nader ingevuld door de Guidance:

Inkomsten: De kredietnemer moet informatie verstrekken over zijn inkomsten, waaronder loon en andere inkomsten zoals huurprijs. Het inkomen van een eventuele borgsteller mag echter niet worden nagegaan.
Lopende financiële verbintenissen: De kredietnemer moet informatie verstrekken over het aantal lopende kredieten en het openstaande bedrag daarvan, zelfs als deze informatie al beschikbaar is in de centrale van kredieten aan particulieren. Ook andere financiële verbintenissen, zoals huur en alimentatie, moeten worden vermeld.
Personen ten laste: De kredietnemer moet informatie verstrekken over personen ten laste, rekening houdend met leeftijd, aantal kinderen en de kosten van onderhoud van kinderen. Hierbij moet men niet vanuit gaan dat kinderbijslag voldoende is om in de kosten te voorzien.
Doel van het krediet: De kredietnemer moet aangeven met welk doel het krediet wordt aangevraagd, tenzij het gaat om een kredietopening van onbepaalde duur. Hoewel dit element niet direct nodig is voor het beoordelen van de kredietwaardigheid, dient het vooral om te voldoen aan de adviesverplichting met betrekking tot het meest geschikte krediet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt de informatie ingewonnen bij de kredietnemer en welke verificatieverplichting heeft de kredietgever?

A

Het inwinnen van informatie bij de kredietnemer gebeurt volgens de Guidance van de FOD Economie, met als doel rechtszekerheid te bieden over de administratieve handhaving en als maatstaf voor het naleven van wettelijke verplichtingen. De Guidance vult de wettelijke regels strikt in, wat kritiek heeft ontvangen omdat het verplichtingen oplegt die niet expliciet in de wet zijn opgenomen.

De informatie-inwinningsverplichting houdt in dat de kredietnemer volledige en correcte informatie moet verstrekken. De kredietgever heeft op zijn beurt de verplichting om de verstrekte informatie te verifiëren, in de mate van het mogelijke. Voor hypothecair krediet is deze verificatieverplichting wettelijk verankerd in Boek VII van het WER. Voor consumentenkrediet is deze verplichting niet expliciet opgenomen in Boek VII, maar volgens Belgische rechtspraak moet de kredietgever wel verifiëren wanneer dit op een eenvoudige manier kan gebeuren. Het niet naleven van deze verificatieverplichting kan zowel de consument als de kredietgever fouten aanrekenen.

De Centrale voor kredieten aan particulieren moet worden geraadpleegd binnen 20 dagen voorafgaand aan de toekenning van het krediet. Deze timing is belangrijk omdat er nog wijzigingen kunnen optreden. Bij het niet naleven van deze raadplegingsverplichting kan er een sanctie worden opgelegd, zoals een vermindering van het ontleende bedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke informatieverplichtingen gelden er voor de kredietgever en wat zijn de aandachtspunten hierbij?

A

De kredietgever heeft een informatieverplichting jegens de consument voordat deze gebonden is aan het krediet. Deze gepersonaliseerde informatie moet op een duurzame drager worden verstrekt aan de hand van een standaardinformatieformulier, ook wel bekend als de SECCI (Standard European Consumer Credit Information) voor consumentenkrediet of de ESIS (European Standardised Information Sheet) voor hypothecair krediet. Het doel van deze informatie is om de consument in staat te stellen een geïnformeerd besluit te nemen en om vergelijkingen mogelijk te maken.

Belangrijke aandachtspunten zijn onder andere:

De inhoud van de informatie moet gepersonaliseerd zijn en kan pas worden verstrekt nadat de kredietgever informatie heeft ingewonnen over de consument.
Kredietbemiddelaars hebben specifieke informatieverplichtingen.
Er moet een passende toelichting worden gegeven aan de consument, waarbij algemene informatie wordt verstrekt om ervoor te zorgen dat de consument voldoende begrip heeft van het krediet, inclusief de gevolgen van wanbetaling. Bij consumentenkrediet zijn er extra toelichtingsverplichtingen voor kredietopeningen op afstand en buiten de verkoopruimte, waarbij specifieke informatie moet worden verstrekt over de verschillen met leningen of verkopen op afbetaling en de voor- en nadelen ervan.
Bij hypothecair krediet zijn er extra informatieverplichtingen met betrekking tot nevendiensten, zoals schuldsaldoverzekeringen en brandverzekeringen die van invloed kunnen zijn op het kredietcontract. De consument moet op de hoogte worden gesteld van de impact van het beëindigen van deze nevendiensten op het kredietcontract, zoals het verlies van rentekortingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de belangrijke aandachtspunten bij de informatieverplichtingen voor de kredietgever?

A

Belangrijke aandachtspunten bij de informatieverplichtingen voor de kredietgever zijn onder andere:

De inhoud van de informatie moet gepersonaliseerd zijn, wat betekent dat deze specifiek moet zijn afgestemd op de individuele consument. Dit kan pas gebeuren nadat de kredietgever relevante informatie heeft ingewonnen over de consument.

Kredietbemiddelaars hebben specifieke informatieverplichtingen die ze moeten nakomen.

Naast het verstrekken van informatie, moet de kredietgever een passende toelichting geven aan de consument. Dit houdt in dat de kredietgever algemene informatie verstrekt om ervoor te zorgen dat de consument een goed begrip heeft van het krediet en de mogelijke gevolgen van wanbetaling. Bij consumentenkredieten zijn er extra toelichtingsverplichtingen voor kredietopeningen op afstand en buiten de verkoopruimte. Hierbij moet specifieke informatie worden verstrekt over de verschillen met leningen of verkopen op afbetaling, evenals de voor- en nadelen ervan.

Voor hypothecair krediet gelden aanvullende informatieverplichtingen met betrekking tot nevendiensten, zoals schuldsaldoverzekeringen en brandverzekeringen die verband houden met het krediet. De consument moet op de hoogte worden gesteld van de mogelijke impact van het beëindigen van deze nevendiensten op het kredietcontract, zoals het verlies van eventuele rentekortingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt de inschatting van de terugbetalingskansen in?

A

De inschatting van de terugbetalingskansen houdt in dat de kredietgever beoordeelt of de consument in staat zal zijn om aan zijn verplichtingen onder de kredietovereenkomst te voldoen. Dit wordt gedaan op basis van verschillende factoren, zoals de raadpleging van het Centraal Kredietregister (CKP) en de informatie die de consument heeft verstrekt. Het doel is om overmatige schuldenlast te vermijden en verantwoord lenen te bevorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het verschil tussen kredietwaardigheid en kredietrisico?

A

Kredietwaardigheid heeft betrekking op de mogelijkheid van de consument om aan zijn verplichtingen onder de kredietovereenkomst te voldoen. Kredietrisico daarentegen is het risico dat de kredietgever loopt met betrekking tot de betreffende overeenkomst. Kredietwaardigheid kan verschillen van kredietrisico wanneer er voldoende zekerheden zijn, zoals een onroerend goed met een hypotheek.

18
Q

Wat is de algemene onthoudingsverplichting van de kredietgever?

A

De algemene onthoudingsverplichting houdt in dat als de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument negatief is, de kredietgever geen krediet mag verstrekken. Deze verplichting is van toepassing op alle soorten kredieten en heeft tot doel overmatige schuldenlast te voorkomen. In België bestaat deze verplichting sinds 1991 voor alle kredieten, terwijl op Europees niveau deze verplichting alleen geldt voor hypothecaire kredieten.

19
Q

Hoe wordt de onthoudingsverplichting ingevuld?

A

De invulling van de onthoudingsverplichting is vastgesteld in de rechtspraak en de Guidance van de Economische Inspectie. Bij de beoordeling van de kredietwaardigheid moet rekening worden gehouden met eventuele onverwachte gebeurtenissen die de consument kunnen treffen. Er is een lijst van negatieve signalen opgesteld die kunnen wijzen op een verhoogd risico op wanbetaling. Het naleven van de onthoudingsverplichting is van essentieel belang om verantwoord lenen te bevorderen en overmatige schuldenlast te voorkomen.

20
Q

Wat houdt de bijzondere onthoudingsplicht in?

A

De bijzondere onthoudingsplicht (artikel VII.77 WER) vereist dat de kredietgever geen nieuw consumentenkrediet of hypothecair krediet met roerende bestemming toekent aan een kredietnemer die al een geregistreerde betalingsachterstand heeft van meer dan 1000 euro met betrekking tot een consumentenkrediet of hypothecair krediet met roerende bestemming. Deze verplichting geldt niet voor hypothecaire kredieten met onroerende bestemming. Het doel is om te voorkomen dat consumenten kredieten verkrijgen die ze mogelijk niet kunnen terugbetalen.

21
Q

Wat als de geregistreerde betalingsachterstand minder is dan 1000 euro?

A

In het geval van een geregistreerde betalingsachterstand van minder dan 1000 euro moet de kredietgever specifiek motiveren waarom de consument in staat zal zijn om het krediet in de toekomst terug te betalen. Dit kan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op factoren zoals aankomende schenkingen, tijdelijke werkloosheid of andere omstandigheden die wijzen op een verbetering van de financiële situatie van de consument.

22
Q

Wat houdt de jaarlijkse kredietwaardigheidsbeoordeling in?

A

: Bij kredietovereenkomsten van onbepaalde duur (artikel VII.77 en VII.133 WER) moet er jaarlijks een kredietwaardigheidsbeoordeling plaatsvinden. Dit gebeurt door het raadplegen van het Centraal Kredietregister (CKP). Er kunnen verschillende vaststellingen worden gedaan tijdens deze beoordeling, waaronder geen wijzigingen, betalingsachterstanden bij andere kredieten of het aangaan van nieuwe kredietovereenkomsten. De exacte gevolgen of acties die de kredietgever moet nemen in deze situaties zijn echter niet gespecificeerd in de wetgeving.

23
Q

Wie draagt de bewijslast met betrekking tot de verplichtingen van de kredietgever in het kader van de kredietwaardigheidsbeoordeling en onthoudingsverplichting?

A

De bewijslast van de verplichtingen rust altijd op de kredietgever. Dit wordt bevestigd in artikel VII.2 §4, lid 2 van het Wetboek van Economisch Recht. Hoewel slechts enkele bepalingen van verplichtingen in dit artikel worden vermeld, betekent dit niet dat andere verplichtingen automatisch de bewijslast van de consument zijn. De rechtspraak van het Hof van Justitie, met name het arrest Consumer Finance, bevestigt dat het plaatsen van de bewijslast op de consument in strijd zou zijn met de richtlijn consumentenkrediet.

24
Q

Kunnen standaardclausules in de kredietovereenkomst de bewijslast omkeren?

A

Nee, standaardclausules in de kredietovereenkomst kunnen de bewijslast niet omkeren. Het Hof van Justitie heeft bevestigd dat standaardclausules in kredietovereenkomsten niet kunnen leiden tot een omkering van de bewijslast. Een standaardbeding volstaat niet. Volgens de richtlijnen kan een actieve handeling, zoals het aanvinken van een checkbox, wel als bewijs dienen. Dit betekent dat de kredietgever actief moet aantonen dat de consument op de hoogte was van bepaalde verplichtingen en hiermee heeft ingestemd.

25
Q

Wat wordt bedoeld met de beoordeling van de kredietwaardigheid?

A

De beoordeling van de kredietwaardigheid heeft betrekking op de mogelijkheid van de consument om de verplichtingen onder de kredietovereenkomst na te komen. Hierbij wordt gekeken naar elementen die op het moment van toekenning van het krediet al bekend waren of door een normaal zorgvuldige kredietgever bekend hadden moeten zijn. Het is belangrijk op te merken dat de beoordeling van de kredietwaardigheid niet hetzelfde is als de beoordeling van het kredietrisico. Kredietwaardigheid richt zich op de mogelijkheid van de consument om het krediet terug te betalen, terwijl kredietrisico verwijst naar het risico dat de kredietgever loopt met betrekking tot de kredietovereenkomst, los van de kredietwaardigheid als er voldoende zekerheden zijn

26
Q

Welke gevolgen heeft het arrest Schryns van het Hof van Justitie voor de onthoudingsverplichting in België?

A

Het arrest Schryns van het Hof van Justitie heeft bevestigd dat de Belgische onthoudingsverplichting niet in strijd is met de Richtlijn Consumentenkrediet, ondanks de maximale harmonisatie die de richtlijn beoogt. De Richtlijn bepaalt namelijk niet specifiek wat er moet gebeuren na een negatieve beoordeling van de kredietwaardigheid. Daarom hebben de lidstaten de vrijheid om de gevolgen van een negatieve beoordeling te bepalen. De Belgische regeling voldoet aan de richtlijn, omdat het de kredietgever verbiedt krediet te verstrekken na een negatieve beoordeling. Het voorstel voor de nieuwe Richtlijn Consumentenkrediet kan echter gevolgen hebben voor de algemene onthoudingsverplichting en de specifieke en gerechtvaardigde omstandigheden waarin krediet toch kan worden verstrekt.

27
Q

Wat houdt de jaarlijkse kredietwaardigheidsbeoordeling in bij kredietovereenkomsten van onbepaalde duur?

A

Bij kredietovereenkomsten van onbepaalde duur moet de kredietgever jaarlijks de kredietwaardigheid van de consument beoordelen. Dit houdt in dat de kredietgever de financiële situatie van de consument opnieuw beoordeelt en kijkt of er betalingsachterstanden zijn bij andere kredieten of dat er nieuwe kredietovereenkomsten zijn gesloten. Hoewel de wet geen specifieke gevolgen of richtlijnen bepaalt voor de kredietgever, kan de kredietgever besluiten om verdere kredietopnames op te schorten als er betalingsachterstanden zijn of nieuwe kredieten zijn afgesloten.

28
Q

Wat zijn de privaatrechtelijke sancties die kunnen worden opgelegd bij overtredingen van de verplichtingen van de kredietgever?

A

Bij overtredingen van de verplichtingen van de kredietgever kan de consument privaatrechtelijke sancties opleggen. Dit houdt in dat de consument de kredietgever aansprakelijk kan stellen voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van de overtreding. Zelfs als de kredietbemiddelaar in de fout is gegaan, blijft de kredietgever aansprakelijk. In veel overeenkomsten met bemiddelaars is bepaald dat de kredietbemiddelaar het geld moet terugbetalen aan de consument. De sanctie die wordt opgelegd, is de vermindering van de verplichtingen tot het ontleende bedrag, waarbij de termijnen behouden blijven. Dit betekent dat de consument blijft terugbetalen volgens het afgesproken schema met betrekking tot het kapitaal, maar wordt vrijgesteld van het betalen van rente en kosten van het krediet. Bovendien worden eventueel reeds betaalde rentebedragen retroactief in mindering gebracht op het kapitaal. Dit resulteert in een “gratis” krediet voor de consument. Het is belangrijk op te merken dat de vrederechters, die bevoegd zijn voor consumentenkrediet, doorgaans deze sanctie toepassen, ongeacht de aard van de overtreding. De consument hoeft geen schade of causaal verband te bewijzen. Deze sanctie heeft een ontradend effect, maar er is discussie over de proportionaliteit ervan in relatie tot de ernst van de overtreding.

29
Q

Wat zijn de publiekrechtelijke sancties die kunnen worden opgelegd bij overtredingen van de verplichtingen van de kredietgever?

A

Publiekrechtelijke sancties, zoals boetes, worden niet direct opgelegd bij overtredingen van de verplichtingen van de kredietgever. Het is echter een punt van discussie of het eerlijk is dat de consument het voordeel van de privaatrechtelijke sanctie krijgt, terwijl er geen specifieke boetes bestaan. Het uiteindelijke doel is om kredietinstellingen te ontmoedigen om overtredingen te begaan, zodat alle belangen die in de wet worden beschermd, worden nageleefd. Publieke handhaving kan echter onder druk komen te staan vanwege budgettaire beperkingen en bezuinigingen. Het is dus belangrijk dat privaatrechtelijke remedies blijven bestaan om consumenten te beschermen.

30
Q

Wie houdt toezicht op de naleving van de verplichtingen van de kredietgever?

A

Het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de kredietgever wordt uitgevoerd door de Federale Overheidsdienst Economie. Zij zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen en kunnen ingrijpen bij ernstige overtredingen. Daarnaast is de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) verantwoordelijk voor de erkenning en inschrijving van kredietgevers. In geval van ernstige overtredingen kan de FOD Economie contact opnemen met de FSMA om de vergunning van de kredietgever in te trekken. Het is belangrijk op te merken dat de FSMA niet zelf de inbreuken beoordeelt, maar dat de FOD Economie deze beoordeling uitvoert.

31
Q

Wat is het doel van de KMO-financieringswet met betrekking tot de relatie tussen kredietgever en kredietnemer?

A

Wat is het doel van de KMO-financieringswet met betrekking tot de relatie tussen kredietgever en kredietnemer?

32
Q

Hoe verschilt de regeling voor informatie-inwinning onder de KMO-financieringswet van het consumentenkrediet?

A

De regeling voor informatie-inwinning onder de KMO-financieringswet is vaak minder gedetailleerd dan bij consumentenkrediet. Er zijn geen specifieke vereisten voor de minimuminformatie die moet worden ingewonnen. Bovendien bestaat er geen onthoudingsverplichting ten opzichte van de kredietnemer, maar wel gevolgen ten opzichte van derden.

33
Q

Welke verplichtingen gelden er voor de kredietgever bij toekenning van het krediet onder de KMO-financieringswet?

A

De kredietgever heeft een informatie- en toelichtingsverplichting en een adviesverplichting. De KMO heeft echter de vrijheid om uiteindelijk zelf te beslissen welk krediet hij neemt, vergelijkbaar met consumentenkrediet.

34
Q

: Wat zijn de sancties voor overtredingen onder de KMO-financieringswet?

A

Privaatrechtelijk zijn er geen specifieke sancties voor overtredingen van informatie-inwinning. De KMO moet overtreding, schade en causaal verband aantonen. Er is echter wel een specifieke sanctie bij miskenning van de adviesverplichting. Publiekrechtelijk is de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving, in tegenstelling tot de Economische Inspectie bij consumentenkrediet.

35
Q

Wat is het onderscheid bij het verlenen van krediet aan ondernemingen in moeilijkheden en virtueel failliete ondernemingen volgens de KMO-financieringswet?

A

Bij het verlenen van krediet aan ondernemingen in moeilijkheden, waarbij er betalingsmoeilijkheden zijn maar er nog hoop is op herstel, is het niet per se in strijd met de algemene zorgvuldigheidsnorm. Voor virtueel failliete ondernemingen, waarbij het duidelijk is dat de onderneming zal falen, is het foutief om de schijn van solvabiliteit op te wekken.

36
Q

Is er een a posteriori beoordeling door de rechter bij de onderscheiding tussen kredietverlening aan ondernemingen in moeilijkheden en virtueel failliete ondernemingen?

A

Nee, de rechter baseert zich op wat gegeven was op het moment van kredietverlening en niet op wat er nadien is gebeurd. Hoewel dit soms moeilijk kan zijn om abstractie van te maken.

37
Q

Speelt het hebben van zekerheden een rol bij de beoordeling van het risico door de kredietgever?

A

Ja, het hebben van zekerheden kan een rol spelen bij de beoordeling van het risico door de kredietgever. Het loutere feit dat er voldoende zekerheden zijn, is echter geen argument om aan aansprakelijkheid ten opzichte van derden te ontsnappen.

38
Q

Wie kunnen de derden zijn die mogelijk aanspraak maken op aansprakelijkheid van de kredietgever?

A

De derden kunnen onder andere leveranciers zijn die betalingsuitstel hebben toegestaan aan de betrokken kredietnemer op basis van de veronderstelling van solvabiliteit. Daarnaast heeft de borg een bijzondere positie, waarbij de wettelijke regeling omtrent kosteloze borgtocht (art. 2043 bis ev BW) van toepassing kan zijn. Het ondernemingsbegrip is ook een belangrijke discussie in dit verband.

39
Q

Wat is de toezichtverplichting en wat is de rol van de feitelijk bestuurder volgens artikel XX.225 WER?

A

De toezichtverplichting houdt in dat de kredietgever verplicht is om toezicht te houden op de situatie van de kredietnemer. De feitelijk bestuurder speelt hierbij een belangrijke rol en kan aansprakelijk gesteld worden als deze zijn toezichtverplichting niet naleeft.

40
Q

Welk onderscheid is belangrijk bij schade en causaal verband in het geval van ten onrechte toegekend krediet?

A

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen derden die na de toekenning van het krediet gecontracteerd hebben en derden die voor de toekenning gecontracteerd hebben. Derden die na de toekenning gecontracteerd hebben, zouden zonder het toegekende krediet niet eens kunnen contracteren. De schadevergoeding voor hen is het bedrag van de vordering verminderd met wat ze uit de boedel ontvangen. Voor derden die voor de toekenning gecontracteerd hebben, kan de schade bestaan uit een toename van hun passief en daardoor minder krijgen uit de boedel.

41
Q

: Wat is het probleem met betrekking tot het tijdstip van de fout bij ten onrechte gehandhaafd krediet?

A

Het probleem is dat het tijdstip van de fout cruciaal is. Als het krediet ten onrechte is gehandhaafd, rijst de vraag wanneer de fout precies heeft plaatsgevonden. Dit kan moeilijk te bepalen zijn en kan invloed hebben op de aansprakelijkheid en schadevergoeding.

42
Q

Flashcard 3:
Vraag: Wat is het argument van de kredietgever in het geval van fout van de derde?

A

De kredietgever kan als argument aanvoeren dat de leverancier, als deelnemer aan het economisch verkeer, niet uitsluitend had moeten vertrouwen op de beslissing van de kredietgever. Als er sprake is van een fout aan beide zijden, kan er sprake zijn van gedeelde aansprakelijkheid waarbij de aansprakelijkheid verdeeld wordt op basis van het aandeel van elke partij.