Fysieke veranderingen bij veroudering Flashcards
Verschijning: de huid (3)
Vanaf midden 30: eerste tekenen van veroudering:
- kleine rimpels
- beetje afhangen
- veerkracht kwijt
- kleurveranderingen
- transparantie (handen: aders en beenderen)
- age spots (lentigo senilus)
- angioma
- spatader op benen
Oorzaken: 3 lagen in de huid
- epidermis: bovenste laag
- dermis: middelste laag: (collageen en elastine: verminderde elasticiteit en flexibiliteit) (talgklier: minder actief in het produceren van vet/olie: huid wordt droger en kwetsbaarder)
- subcutane vetlaag
–> negatief beïnvloed door de zon (photo-aging zorgt voor cross linking van collageen en vergroot de productie van vrije radicalen)
Oplossing:
- niet teveel blootstelling aan zon (zonnecrème)
- cosmeticaproducten (vochtinbrengers)
- botox
Verschijning: de nagels, oren en tanden (3)
Teennagels groeien trager, worden dikker en krijgen een geelachtige kleur
Veranderingen in het kraakbeen van de neus en oren (lijken groter)
Tanden verkleuren en vallen uit
Verschijning: het haar (3)
Het haar wordt grijs (productie van melanine vermindert of stopt) is niet hetzelfde als procedure van uitgroei geverfd haar
Het haar wordt dunner (androgenetic alopecia)
Haargroei op andere plaatsen
Lichaamsbouw (2)
Mensen worden kleiner/krimpen (ongeveer 2,5 cm) door verzwakking van de wervels en samenvouwen van de wervelkolom
Vorm verandert (BMI stijgt tot middelvolwassenheid en daalt dan weer = omgekeerde U-vorm)
Bewegingsstelsel (4)
Graduele afname in snelheid van wandelen, door veranderingen in:
- beenderen
- gewrichten
- pezen
- spieren
- ligamenten
Spieren: sarcopenie: leeftijdsgerelateerde afname in het spierweefsel (spiersterkte neemt af)
Beenderen (bot = levend weefsel):
- meer afbreuk dan regeneratie van cellen: grotere porositeit (minder calcium)
- mineraalhoudend bot vermindert (oestrogeen en testosteron veranderingen)
–> meer breuken (heupbreuken)
Gewrichten: kraakbeen degenereert: gewrichten worden niet beter door fysieke oefening
Vitale lichaamsfuncties: cardiovasculaire systeem (3)
Hart: linkerventrikel (structuur wordt dikker) dat bloed in de slagaders pompt functioneert minder, minder bloed in aorta bij samentrekking
Opstapeling van plaques in de wanden en slagaders
Aerobic capacity en cardiale output daalt (=metingen van het cardiovasculaire systeem)
Vitale lichaamsfuncties: ademhalingsstelsel
Zuurstof in lichaam brengen en CO2 verwijderen:
Bemoeilijkt door:
- spieren van de borstkas minder in staat om borstkas te laten uitzetten en inkrimpen
- longweefsel zelf minder in staat om uit te zetten en in te krimpen
Vitale lichaamsfuncties: Urinestelsel (2)
Urinestelsel bestaat uit
- blaas
- urineleiders en urinebuis
- nieren
Bij het ouder worden:
- GRF volume daalt = volume afval dat door de nieren kan gefilterd worden (Glomerular Filtration Rate)
- Elasticiteit van de blaas daalt en urge incontinentie
- mannen: groter wordende prostaat duwt op blaas
Vitale lichaamsfuncties: spijsverteringsstelsel (2)
Praktisch geen negatieve invloeden van het ouder worden
Wel:
- verminderde speekselproductie
- maag minder vlug leeg
- verminderde secretie van sappen
Controlesystemen van het lichaam: endocriene stelsel (7)
Growth Hormone (groeihormoon) (+ insuline like growth factor 1)
- SOMATOPAUSE of aging: vermindering van mineralen in de beenderen, toename van vetten, afname van spiermassa
Cortisol:
- stresshormoon: te hoge cortisol leidt tot cognitieve problemen
- GLUCOCORTICOÏDE CASCADE: chronisch verhoogde cortisollevels leiden tot neuronale verliezen in de hippocampus
Schildklierhormoon: kan leiden tot gewichtstoename
Melatonine: veranderingen in de slaap-waakcyclus en het circadiaans ritme
DHEA = Dehydroepiandrosterone (= voorloper van de sexhormonen: oestrogeen en testosteron)
ADRENOPAUZE = vermindering van de DHEA (kanker, obesitas, cardiovasculaire aandoeningen, immuunziekten
Immuunlymfocyten (T-cellen en B-cellen beschermen het lichaam tegen “invallers”) –> ouderen zijn minder resistent tegen infecties
Zenuwstelsel: CZS (2)
Centrale zenuwstelsel:
- NEURONALE FALL OUT MODEL (voornamelijk cortex en temporale kwab)
- WHITE MATTER HYPERINTENSITIES (voornamelijk frontale cortex)
MAAR plasticiteitsmodel: positief beïnvloed door fysieke inspanningen
Zenuwstelsel: slaap (5)
Ouderen hebben evenveel slaap nodig
Meer slaapproblemen:
- inslaapmoeilijkheden
- meer wakker worden ‘s nachts
- meer gefragmenteerde slaap
Circadiaans ritme: ouderen zijn ochtendmensen
Daytime napping: vicieuze cirkel
Slaapapneu
Zenuwstelsel: temperatuur (2)
Hyperthermie: daling van zweetoutput
Hypothermie: bij koude slecht temperatuur behouden
Sensatie en perceptie: zicht (3)
Presbyopie: focussen op dingen dichtbij wordt moeilijker (ouderdomsverziendheid)
Moeilijkheden om details op afstand te zien
Stoornissen:
- cataract (clouding, wazig zien)
- age-related macular degeneration (destructie van de fotoreceptoren in de retina)
- glaucoom (door drukverschillen op het oog)
Sensatie en perceptie: gehoor (2)
Presbyacusis: vooral hoge tonen gaan verloren (degeneratie cochlea en gehoorszenuw = ouderdomsslechthorendheid)
Tinnitus (fluittoon, zonder externe bron)