Frans hfst. 5-B1 (woordjes links) Flashcards
1
Q
het ziekenhuis
A
l’hôpital
2
Q
naar de dokter
A
chez le docteur
3
Q
het medicijn
A
le médicament
4
Q
genezen
A
guérir
5
Q
behandelen
A
traiter
5
Q
moe
A
fatigué
6
Q
gebruiken
A
utiliser
7
Q
het advies
A
le conseil
8
Q
overal
A
partout
9
Q
tegen
A
contre