Frans hfst. 5-A1 (links woordjes) Flashcards
1
Q
ziek
A
malade
2
Q
in vorm zijn
A
être en forme
3
Q
ernstig
A
grave
4
Q
gevaarlijk
A
dangereux
5
Q
rust goed uit
A
repose-toi bien
6
Q
pas op
A
fais attention
7
Q
hou op
A
arrête
8
Q
ga je gang
A
vas-y
9
Q
kom
A
viens
10
Q
het is beter
A
c’est mieux