Fouten Flashcards

1
Q

Wat is de ‘attribution theory’?

A

Betrokken met hoe mensen info waarnemen, gebeurtenissen interpreteren en hoe ze causale beoordelingen vormen. Er wordt nagedacht over de oorzaak van een gebeurtenis/uitkomst (vooral bij negatieve uitkomsten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Frijda nam aan dat onze emoties bepaalde wetten volgen. Hoe definieert hij emoties (wat is emotie en hoe is het geïnitieerd) en wat bedoelt hij met dat emoties bepaalde wetten volgen?

A

Volgens Frijda zijn emoties (veranderingen in) actieneiging/readiness (neiging om deel te nemen aan gedrag) geïnitieerd door de interpretatie van gebeurtenissen en omvatten affectieve (wel/niet leuk vinden) en lichaamsveranderingen (autonome/hormonale). Deze initiatie, sterkte en richting van zulke veranderingen hangen af van bepaalde universele regels (wetten) die resulteren van (relateren aan) de operatie van emotie mechanismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de ‘law of care for consequences’?

A

In meeste gevallen kunnen we uitdrukking van emoties onder controle houden, soms niet en dan barsten we uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de ‘law of conservation of emotional momentum’?

A

Emotionele gebeurtenissen behouden kracht in uitlokken van emoties, totdat ze herhaald worden en zorgen voor habituatie (herhaling verzacht emoties i.p.v. tijd).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de ‘law of hedonic asymmetry’?

A

Plezier kan altijd veranderd worden en verdwijnen bij herhaling, terwijl pijn kan blijven bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn limitaties van de attribution theory?

A
  • Kan fundamentele probleem van motivatie (help-giving) niet oplossen.
  • Voorspelde verbindingen zijn logisch.
  • Overschat rationaliteit van emoties en houdt geen rekening met onbewuste motivatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe is de amygdala betrokken bij emoties?

A
  • De amygdala verwerkt emotionele gezichtsuitdrukkingen en vocale uitdrukkingen (vooral angst) –> betrokken bij vroege verwerking van onbewuste emoties en detecteren van dreigingen (niet verantwoordelijk voor gevoel van angst).
  • Belangrijk bij emotionele aspecten van verhalen (geheugen).
  • Betrokken bij angstconditionering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke impliciete processen liggen ten grondslag aan bewuste emotionele ervaringen volgens LeDoux?

A

Automatische appraisal, emotionele conditionering, impliciet geheugen en bottom-up sensorische inputs.
- Werken buiten het bewustzijn en kunnen manier waarop mensen emotionele stimuli waarnemen, interpreteren en op reageren sign. beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zijn LeDoux’s pathways betrokken in angststoornissen?

A

Angst wordt een stoornis als de frequentie en intensiteit van ervaren angst niet matcht met het echte ontstaan van dreigingen –> is in feite de onzekerheid over een dreiging.
- Hyperactivatie/disregulatie van BSNT (=verantwoordelijk voor verwerking van onzekere dreigingen) is veelvoorkomend in angststoornissen –> verhoogde gevoeligheid en reactiviteit op dreiging-gerelateerde cues en overdreven angstreactie.
- Bij onzekere dreiging wordt BNST geactiveerd, wat zorgt voor bewuste ervaringen van angst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is de hypothalamus betrokken bij emoties?

A

Het verwerken van belonende stimuli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is kritiek op single-systems model?

A

Amygdala controleert gedrags- en fysiologische reacties op dreigingen, maar dat betekent niet dat ervaring van angst in amygdala ontstaat.
- Patiënten met amygdala schade kunnen nog steeds angst, paniek en pijn voelen (als amygdala angst veroorzaakt, zou dit niet moeten kunnen).
- Dreigingen verhogen amygdala activiteit, zelfs onbewust of bij gebrek aan gevoel van angst.
- Subjectieve ervaringen van angst correleren niet goed met metingen van fysiologische reacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is angst niet wat dreiging reacties veroorzaakt?

A

Angst is hogere-order proces die bewustzijn vereist, terwijl dreiging reacties (bv. fight-or-flight) meer primitief en automatisch zijn.
- Angst is gevolg van het interpreteren van dreigende stimuli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt het angst netwerk (=aversive conditioning network) in mensen met angststoornissen?

A
  • Angst netwerk is verstoord in patiënten met angststoornis
    –> Verhoogde amygdala reactiviteit –> hogere activiteit in amygdala op negatieve stimuli.
    –> Verhoogde activiteit in frontale gebieden –> verminderde top-down controle voor reguleren van angstreactie.
    –> Verminderde activiteit in hippocampus –> verminderd vermogen om veilige contexten te identificeren.
  • In gezonde patiënten hebben hogere-order structuren een regulerend effect op amygdala, wat de uitdrukking van angst als reactie op een angstige stimulus remt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe is de PFC betrokken bij emoties?

A
  • Leren van emotionele en motivatie waarden van stimuli.
  • Zenden signalen naar andere breingebieden om gedrag te begeleiden naar meest adaptieve doelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar bestaat het two-systems model van LeDoux uit?

A
  • High road (bewust): stimulus –> sensorische thalamus –> sensorische cortex –> amygdala –> emotionele reactie.
    –> Langzamer en uitgebreider pad (thalamo-cortico-amygdala), omvat corticale breinstructuren.
    –> Stimuli worden verder verwerkt –> contextuele betekenis –> bewuste gevoelens.
  • Low road (onbewust): stimulus –> sensorische thalamus –> amygdala –> emotionele reactie.
    –> Snel en direct pad (thalamo-amygdala), omvat subcorticale breinstructuren.
    –> Bij dreiging wordt info snel naar de amygdala vervoerd –> snelle verwerking van stimulus zonder bewustzijn (defensieve reacties).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waaruit bestaat het ‘Papez-circuit’?

A
  • Gedachte stroom: thalamus –> sensorische cortex –> cingulate cortex –> hippocampus ==> hypothalamus –> anterieure thalamus.
  • Gevoelens stroom: thalamus –> hypothalamus –> anterieure thalamus –> cingulate cortex.
17
Q

Wat voor impact heeft hogere EI op situatie selectie?

A
  • Beter in voorspellen.
  • Gebruiken minder avoidant coping –> confrontatie is beter voor lange-termijn doelen bereiken.
  • Worden niet gedemotiveerd door obstakels.
18
Q

Welke hersengebieden zijn betrokken bij gebruiken van emoties om gedrag en gedachten te vergemakkelijken?

A
  • Empathie en prosociaal gedrag: VLPFC, insula.
  • Emotioneel geheugen: amygdala.
19
Q

Wat voor impact heeft hogere EI op cognitieve verandering?

A
  • Hoge self-efficacy.
  • Zien gebeurtenissen als uitdaging i.p.v. dreiging.
  • Minder ontkenning, meer humor.
20
Q

Door welke 2 verschillende routes in het brein worden dreiging-gerelateerde stimuli geprioriteerd voor verdere verwerking? (benoem de amygdala, sensorische cortex en pariëtale cortex)

A

Amygdala bepaalt eerst snel de relevantie van stimuli (voor iemands doelen, motieven etc.). Als het relevant is kan amygdala direct activiteit in sensorische cortex versterken (via amygdala-V1 verbindingen), waardoor de neurale representatie van emotionele stimulus versterkt wordt vergeleken met andere omringende neutrale stimuli.
Amygdala heeft ook direct verbindingen met fronto-pariëtale aandachtsnetwerken (amygdala-inferior temporal-pariëtale verbindingen) betrokken in allocatie van aandacht naar bepaalde spatiale locaties (via deze route wordt aandacht naar bepaalde emotie-initiërende locatie in ruimte kan versterkt worden en stimuli die in die locatie ontstaan zullen beter verwerkt worden).

21
Q

Op welke manier en via welke biologische mechanismes/routes beïnvloeden emoties het geheugen consolidatie proces?

A

Emoties kunnen de consolidatie van bepaalde herinneringen verbeteren. Dit is verkregen door een sterke emotionele reactie die versterkte fysiologische activiteit aanwakkert, waardoor de amygdala hippocampale activatie (via beta-adrenerge receptoren) kan moduleren. Wat weer kan leiden tot een vergroting van specifieke geheugen traces.

22
Q

Wat zijn 3 verschillende geheugenprocessen en hoe heeft affect hier invloed op?

A
  • Encoding (=initiële representatie van gebeurtenis).
    –> Amygdala bepaalt relevantie van stimulus –> moduleert aandacht bias in frontopariëtale gebieden –> verbetert codering.
  • Consolidatie (=opslag en stabilisatie van herinneringen).
    –> Amygdala zendt feedback naar corticale gebieden en moduleert hippocampus –> sterkere consolidatie.
  • Retrieval (=ophalen van herinneringen).
    –> Affect beïnvloedt geheugen door het retrieval proces te moduleren.
    –> Neutrale scène verhoogt parahippocampale activatie, terwijl emotionele scène amygdala activatie verhoogt.
23
Q

Wat voor invloed heeft slaap op emotie regulatie?

A

Slaapgebrek zorgt voor:
- Beperkte prestatie op EF (nodig voor succesvolle ER).

ER proces: slaapgebrek veroorzaakt:
- Situatie selectie: minder motivatie in deelname sociale activiteiten, meer ervaring van negatieve emoties.
- Situatie aanpassing: slechtere besluitvorming, slechtere impulscontrole, minder begripvol en empathisch.
- Aandachtige inzet: verhoogde aandacht voor negatieve info, minder effectief reguleren d.m.v. aandacht.
- Cognitieve verandering: lagere cognitieve reappraisal.
- Respons modulatie: minder positieve en meer negatieve woorden worden gebruikt, stress.

24
Q

Belang van goede slaap voor gezonde emotionele functionering is ondersteund door neuroimaging studies, vooral door verschillen in verbinding tussen betrokken breingebieden bij slechte vergeleken met goede slaap. Verklaar deze breinverbindingsverschillen tussen de 2 slaapsituaties.

A

Normale/goede slaap versterkt de functionele verbinding tussen PFC systemen en limbische structures (amygdala), terwijl slaapgebrek deze verbinding vermindert, wat resulteert in versterkte amygdala reactiviteit op emotionele en neutrale gebeurtenissen (vermindert top-down controle van emoties).

25
Q

Welke breingebieden zijn betrokken bij empathie en compassie?

A
  • Affectieve empathie: anterior insula en aMCC.
  • Cognitieve empathie: TPJ, MPFC, PCC.
  • Compassie: VS, NAcc, VTA, ACC, MOFC.
26
Q

Hoe verschillen negatieve gevolgen voor eigen mentale welzijn als je kijkt naar affectieve VS cognitieve empathie?

A

Cognitieve empathie:
- Bij lage emotionele onderdrukking –> hoe hoger de cognitieve empathie, hoe minder vatbaar voor angst.
- Bij hoge emotionele onderdrukking –> hoe hoger de cognitieve empathie, hoe vatbaarder voor angst.

Affectieve empathie:
- Bij lage emotionele onderdrukking –> hoe hoger, hoe vatbaarder voor angst (tot gemiddeld, minder vatbaar voor angst).
- Bij hoge emotionele onderdrukking –> hoe hoger affectieve empathie, hoe vatbaarder voor angst.

27
Q

Wat is de ‘effect-recovery theory’?

A

Bereiken van werk-gerelateerde doelen kost moeite –> produceert fysieke en fysiologische kosten.
- Kosten zijn vaak korte-termijn.
- In sommige gevallen kan herstel niet voldoende zijn, waardoor korte-termijn lasten (bv. vermoeidheid) zich opstapelen en leiden tot lange-termijn problemen (chronische moeheid, slaapgebrek).

28
Q

Wat voor rol speelt mindfulness in emotieregulatie (surface acting)?

A

Surface acting: externe emotionele uitdrukking veranderen zonder de echte gevoelens te veranderen (onderdrukken van negatieve en het faken van positieve emoties).
- Beïnvloedt baantevredenheid en emotionele uitputting negatief –> is effortful, verlaagt mentale middelen.
- Mindfulness negatief gerelateerd aan surface acting –> beïnvloedt negatieve evaluatie van werkgebeurtenis en trigger van responsneigingen.

Dus mindfulness promoot baantevredenheid en voorkomt emotionele uitputting.