FACTORANALYSE & BETROUWBAARHEIDSANALYSE (HC, Grasple, Weekopdracht) Flashcards
Welke soorten onderzoeksvaliditeit zijn er? Leg ze uit (HC)
- Externe validiteit: de mate waarin onderzoeksresultaten gegeneraliseerd kunnen worden naar de populatie en andere populaties, settings en tijden
- Interne validiteit: de mate waarin de onderzoeksmethode alternatieve verklaringen voor een effect/relatie kan uitsluiten
- Begripsvaliditeit: de mate waarin een conceptuele variabele accuraat is gemeten of gemanipuleerd
- Statistische validiteit: de mate waarin de resultaten van een statistische analyse accuraat en adequaat zijn
Hoe wordt begripsvaliditeit beoordeeld? (HC)
- Externe structuur: beoordeel of testscores theoretisch verwachte relaties met andere variabele vertonen
- Interne structuur: beoordeel of de theoretisch verwachte relaties binnen het instrument empirisch aanwezig zijn, dus samenhang intern beoordelen (factoranalyse)
Wat zijn de doelen van factoranalyse? (HC)
- Beoordelen dimensionaliteit: vind je het aantal theoretisch veronderstelde dimensies (factoren)? Je hebt een heleboel items en daar ga je er minder van maken, een heleboel variabelen ook minder maken, je gaat ze vertegenwoordigen in kleinere samenvatting.
- Data reductie: kun je een groot aantal variabelen reduceren tot kleiner aantal nieuw te construeren variabelen (factoren)? Van een heleboel items naar een paar factoren.
Definitie Confirmerende factoranalyse (HC)
Dit hoort bij het doel beoordeling van dimensionaliteit. Heleboel items samenvatten. Je probeert bevestiging te vinden over de verwachting van de structuur van een instrument; hier gebruik je PAF.
Definitie Explorerende factoranalyse (HC)
Dit hoort bij het doel data reductie. Van heleboek items naar een paar factoren. Factoranalyse wordt gebruikt om patronen in dataset te zoeken, hier gebruik je PCA.
Wat zijn de stappen van factoranalyse? (HC)
- Data verzamelen en data screening
- Keuze factormodel
o Hoofdcomponentenanalyse (PCA – Principle Components Analysis)
o Principal axis factoring (PAF) - Bepalen aantal factoren
o Eigenwaarde >1 criterium
o Knikcriterium screenplot - Interpreteren factoren
o Orthogonale rotatie / oblique rotatie
o Factorladingen - Beoordelen kwaliteit factor oplossing
o Proportie verklaarde variantie
o Correlatie tussen de factoren
Wat doe je in stap 0: Data verzamelen en screenen? (HC)
Je gaat kijken of het uberhaupt logisch is om te kijken naar een factoranalyse. Screenen is het kijken naar correlaties tussen alle verschillende variabelen. Hiervoor gebruik je een correlatietabel. De richting van verband maakt niet uit.
Wanneer is een factoranalyse zinvol? (HC)
Wanneer minstens één absolute correlatie groter is dan .30 (maakt dus niet uit welke kant op, -.30 of .30). Je kijkt vaak naar de diagonale streep.
Wanneer hangen variabelen goed samen? (HC)
Wanneer de correlaties hoog zijn
Wat doen de factormodellen PAF en PCA? (HC)
Zoeken binnen een verzameling items naar groepjes (clusters) van items die met elkaar samenhangen en minder samenhangen met overige items. Dus onderliggende factoren vinden.
a. Wat is het minimale meetniveau van de variabelen die we gebruiken in factoranalyse?
Interval: de factoranalyse wordt uitgevoerd op correlaties en voor correlaties is minimaal interval meetniveau nodig.
b. Wat is het meetniveau van een afzonderlijk Likert item?
Ordinaal. In de factoranalyse beschouwd als interval.
c. Wat is het meetniveau van de schalen die zijn samengesteld uit meerdere Likert items?
Interval (volgens afspraak)
d. Voor welke doelen kunnen we een factoranalyse inzetten?
- Ondersteuning vinden voor dimensionaliteit van meetinstrumenten (interne structuur)
- Datareductie bij veel items voor hetzelfde kenmerk, of bij meerdere variabelen die hetzelfde kenmerk meten
e. Wat is het verschil tussen een confirmerende en explorerende factoranalyse?
- Confirmerend: testen van een veronderstelde structuur. Dus bekijken of de (theoretisch) verwachte dimensionaliteit gevonden wordt
- Explorerend: onderzoeken hoeveel achterliggende dimensies we met een verzameling variabelen kunnen representeren, zonder verwachting vooraf
f. Wat moet je doen om te controleren of een factoranalyse zinvol is?
Om te controleren of een factoranalyse zinvol is, ga je in de item-correlatiematrix (voor twaalf items) na of er minstens één correlatie groter is dan .30.
Hoe noem je PCA ook wel? (HC)
Hoofdcomponentenanalyse.
Vul in (HC). Als confirmerende FA (bevestigend) is het doel …(1). Als explorerende FA het doel is dan …(2).
1: PAF
2: PCA
Wat zijn de U’s in het factormodel? (HC)
Dat zijn unieke contributies. Bv als het met iets anders samenhangt dan met de latente factor, dit is niet van invloed op het volgende item.
Kijk je bij PAF en PCA naar unieke contributies? (HC)
Nee, bij PCA kijk je niet naar unieke contributies. PAF wel.