ANCOVA (HC, Grasple, Weekopdracht) Flashcards

1
Q

Is er sprake van interactie bij ANCOVA? (HC)

A

Nee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is er sprake van interactie? (HC)

A

Wanneer de lijnen niet evenwijdig/parallel lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij ANCOVA ben je geinteresseerd in… (HC)

A

gecorrigeerde gemiddelden (adjusted means).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer kijk je naar ANCOVA? (HC)

A
  • Wanneer je wilt corrigeren voor groepsverschillen op covariaat
  • Als de covariaat samenhangt met Y (bv ‘hoe meer voorbereiding, hoe beter het resultaat op de toets’)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Definitie Bias correctie (HC)

A

Door covariaat op te nemen in je model, wordt het effect van groep gecorrigeerd voor groepsverschillen in covariaat. Dan kun je eerlijker een vergelijking maken van groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definitie Error-reductie (HC)

A

Verkleining van je voorspellingsfout. Dit vergroot de kans op een significant resultaat en toename van power (MSr).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De error wordt vaak … als je voorspelling doet adhv regressielijn ipv het gemiddelde (HC)

A

kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de extra assumpties voor ANCOVA? (naast de algemene die ook bij ANOVA gelden) (HC)

A
  1. Covariaat is interval
  2. Covariaat is onafhankelijk van experimentele condities
  3. Lineaire relatie covariaat en Y
  4. Homogene regressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Homogene regressie is … van interactie.
Heterogene regressie is … van interactie. (HC)

A

afwezigheid
aanwezigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kun je onafhankelijkheid checken? (HC)

A
  • Aselecte steekproef trekken
  • Bij selecte steekproef een random factor meenemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Variabelen die geen deel zijn van de experimentele manipulatie worden … genoemd (Field)

A

covariaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn twee redenen om covariaten in ANOVA mee te nemen? (Field)

A
  1. Verminderen errorvariantie binnen groepen: door covariaat kunnen we de onverklaarde variantie verminderen en daardoor nauwkeuriger bepalen wat het effect van de onafhankelijke variabele is.
  2. Elimineren van vertekeningen: bij elk experiment kunnen variabelen een vertekend beeld geven waardoor uitkomstvariabele wordt beïnvloed. Door covariaat mee te nemen, kan deze vertekening worden weggehaald.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn twee assumpties (naast die van ANOVA) voor covariaat? (Field)

A

1: Covariaat moet onafhankelijk zijn
2: Homogeniteit van regressiehellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doe je als de covariaat tussen de verklaarde en onverklaarde variantie in zit, waardoor het experimentele effect kleiner wordt omdat een deel van het effect verklaard wordt door covariaat? (Field)

A

Dan geen ANCOVA gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan je het probleem van overeenkomsten tussen covariaat deel en het deel van de onafhankelijke variabele voorkomen? (Field)

A

Door groepen random in te delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent het als een covariaat in de analyses mee wordt genomen? (Field)

A

Dat de gemiddelde van de groepen worden aangepast, gecorrigeerd voor de covariaat.

17
Q

Wat betekent een positieve b coëfficiënt van de covariaat? (Field)

A

Een positieve relatie tussen de covariaat en de uitkomst. Als de covariaat stijgt, stijgt ook de uitkomst.

18
Q

Wat betekent een negatieve b coëfficiënt van de covariaat? (Field)

A

Een negatieve relatie tussen de covariaat en de uitkomst. Als de covariaat stijgt, daalt ook de uitkomst (of andersom?)

19
Q

Welke effectgrootte heb je bij ANCOVA? (Field)

A

N^2 (en partiele N^2)

20
Q

Als de P-waarde in de output .347 is, is er dan voldaan aan de voorwaarde van parallelle lijnen (interactie?)

A

Dan is er WEL voldaan aan parallelle lijnen.

21
Q

Bij P-waarde van .843 voldoe je …(1) aan de voorwaarde van parallelle lijnen.

A

WEL