♥️extra blaadjes 220-221 DEEL2 Flashcards
1
Q
binnenkomen
A
entrer
2
Q
stappen
A
marcher
3
Q
terugkeren
A
rentrer
4
Q
zich oriënteren
A
s’orienter
5
Q
uitgaan, buiten gaan
A
sortir
6
Q
volgen
A
suivre
7
Q
naar links afslaan
A
tourner à gauche
8
Q
naar rechts afslaan
A
tourner à droite
9
Q
oversteken
A
traverser
10
Q
ben je vrijdagavond vrij?
A
tu es libre vendredi soir?
11
Q
ben je dit weekend vrij?
A
tu es libre ce week-end?
12
Q
als we nu opeens gingen shoppen?
A
si on allait faire du shopping?
13
Q
als we nu eens een wandeling gaan maken?
A
si on allait faire une promenade?
14
Q
waarom gaan we niet naar de bioscoop?
A
pourquoi ne pas aller au cinéma?
15
Q
waarom organiseren we geen karaokéavond?
A
pourquoi ne pas organiser une soirée karaoké?