♥️extra blaadjes 220-221 DEEL2 Flashcards
binnenkomen
entrer
stappen
marcher
terugkeren
rentrer
zich oriënteren
s’orienter
uitgaan, buiten gaan
sortir
volgen
suivre
naar links afslaan
tourner à gauche
naar rechts afslaan
tourner à droite
oversteken
traverser
ben je vrijdagavond vrij?
tu es libre vendredi soir?
ben je dit weekend vrij?
tu es libre ce week-end?
als we nu opeens gingen shoppen?
si on allait faire du shopping?
als we nu eens een wandeling gaan maken?
si on allait faire une promenade?
waarom gaan we niet naar de bioscoop?
pourquoi ne pas aller au cinéma?
waarom organiseren we geen karaokéavond?
pourquoi ne pas organiser une soirée karaoké?
ik nodig je uit om te gaan karten
je t’invite à faire du karting
ja, ik ben vrij
oui, je suis libre
neen, ik ben niet meer vrij
non, je ne suis pas/plus libre
neen, ik ben bezet
non, je suis occupé(e)
goed idee!
bonne idée!
ik zou wel willen, maar…
j’aimerais bien, mais…
ik ga hierop in met heel veel plezier
j’accepte aveç grand plaisir
excuseer me, meneer
excusez-moi, monsieur
excuseer me, mevrouw
excusez-moi, madame